En toch moet ik de rust verstoren

.

.

Wij hebben elk ons nest. De kwikstaarten en ik. Ze zitten zo vlakbij me, dat ze me wel mòeten vertrouwen. Hun nest is verscholen onder een plaat triplex, die een grote stapel bakstenen afdekt. Er komt steeds gepiep onder vandaan. Ik zou zomaar hun dak eraf kunnen halen. Dan zijn de kraaien er meteen bij. Weg kroost. Maar dat doe ik natuurlijk niet. Ik hou van ze.

Alles valt of staat met een dak boven het hoofd. Dat geldt ook voor mij.
Mijn dak doet wat het moet doen. Daar ben ik blij om. Toch kan ik het zomaar weghalen. Net zo makkelijk als de plaat boven de kwikstaarten.

.

.

.

Het is avond, de late zomerzon schijnt door de ramen met een oranjegeel schijnsel. Mijn vriend Dick en ik zitten stil op de bank te kijken en nemen kleine slokjes van onze koffie. De lichte deuren en de witte muren weerkaatsen het licht, dat bij elke wolk van kleur verandert.
„Wat een mooi huisje hè..“ zegt Dick en hij kijkt me glimmend aan, „een mooi huisje en een mooi meisje.“ Ik lach. „Ik geniet altijd zo van dit licht“, zeg ik. Ik sta op en kijk door het raam. Het hele terrein ligt al in de schaduw. „Wat bof ik! Nergens op de camping is de zon nog, alleen bij mij. Heerlijk, hè Dick?“

.

Ik geniet van mijn huis. De kozijnen van de ramen zijn nu wit geschilderd en afgewerkt. Als je erdoor kijkt, is het als de paspartoe van een kleurige tekening, alles wat je ziet wordt er mooier door. De vensterbank houd ik expres leeg. Er staat alleen een merkwaardig gevormde geluidsinstallatie op van doorzichtig plastic. Maar dat stoort niet.  Onder de vensterbank met de wonderlijke stolp, dààr is een tweede plank en dat is de plek waar alles op staat. Het is er een aangenaam rommeltje en als je op de grond zit, is er veel te zien.

.

.

„Wel raar dat het dak er straks weer af moet,“ zeg ik peinzend tegen Dick. „Nu alles zijn plek heeft gevonden…“
„Ik kan me voorstellen dat je dat een raar idee vindt.“ Dick kijkt omhoog, naar het plafond, naar het hout van de essen bogen en de witte stugge katoen, die er zacht overheen bolt, in een gelijkmatig ritme. Hij weet net als ik, het ligt er los op, samen met de isolerende wol. Weghalen is zo gebeurd. Dat moet ook, straks. Ik wil het dak verbeteren.

.

.

Een heerlijk hoekje onder het zachte plafond, tussen zachte wanden. Nu is het een zithoek. Maar het ophijsbare middenblad is neer te halen met touwen. Met het resterend stuk matras er op, maak ik hier elke avond mijn heerlijk brede bed.

.

Binnenkort komt het buigtriplex. Dit triplex is zó gemaakt, dat je er een flinke bocht mee kan maken. Ik kan de onregelmatigheden bovenop het dak mooi egaal maken, ik kan het dakrubber goed vastplakken en er komt meteen een extra luchtlaag onder. Maar het wordt nog een flinke klus en een stoffige bende. Bovenop het dak moet ik vier-en-veertig inkepingen op maat gaan slijpen. Ik schraap mijn moed opnieuw bijeen. Gelukkig is het de laatste kloteklus. En je weet niet, misschien valt het mee.

.

Eén van de dingen die een plekje vonden, in mijn nieuwe huis. Dit schip komt uit mijn vorige leven. Mijn man Michiel en ik hadden een grote droom. Het schip origineel maken, zoals ze was in haar glorietijd, hier op de foto te zien. We zouden een varend bestaan gaan leiden en weekends organiseren met gasten. Na zijn dood moest ik die droom laten varen en is het schip uiteindelijk verkocht. Ik was de foto helemaal vergeten. Toch, ik hoefde er niet eens bij na te denken, toen ik het hier ophing. Ik zal het straks goed onderdekken, voor aanvang van de stofbende.

.

„Wil je me straks helpen om de platen op het dak te hijsen,“ vraag ik aan Dick.
Ja, dat wil hij wel. Dat is alvast fijn om te weten. Ik kijk naar buiten en denk aan de kwikstaarten, die nu rusten, na een drukke dag van fladderen en tientallen vliegjes vangen. Zij weten niet, dat ik hun dak er zomaar af kan halen. Het zou een hoop stress geven. Ik begrijp het best. Ik zou mijn eigen dak er ook liever op laten zitten. En toch moet het. En toch moet ik de rust verstoren. Het is een goed dak. Maar het kàn beter!

.

De eerste en de laatste foto zijn gemaakt door Dick Verheul

.

.

.

.

.

 

6 gedachten over “En toch moet ik de rust verstoren

  1. Zou iedereen in de gaten hebben dat er onderaan de blog een prachtige serie tekeningen staat? Je kunt ze bekijken als een diaserie: Klik op de eerste tekening en blader dan met de cursortoetsen. Mooi hoor! Als je een keer op F11 drukt, dan wordt het beeld groot. Nog mooier!

    Like

  2. Prachtige tekeningen en verhalen. Je manier van leven is een voorbeeld voor iedereen! Bedankt!

    Ik ben sinds kort aan het kijken naar een kleine pipowagen. Nu heb ik begrepen dat je er wel in mag wonen maar je moet een postadres doorgeven aan de gemeente. Heb jij hier enige ervaring mee? Ik woon in Den Haag en ik moet nog uitzoeken waar ik een staplek kan vinden. Als je tips voor me hebt of kennis dan hoor ik het graag:-).
    Super bedankt!

    Like

    1. Dank voor je compliment!

      Een postadres is altijd tijdelijk, en op die manier vestig je de aandacht op jezelf. Veel handiger om een officieel adres te hebben, bij vrienden of familie met een eigen huis en zonder uitkering. En voor jou geldt dat laatste ook, uitkering hebben is niet handig.

      Succes!

      Like

  3. beste Alowieke,
    ik volg al je vorderingen al jaren. Heel erg inspirerend en ik herken veel van je karakter en vaardigheden in mijzelf. Ik ben dan ook in een fase (55 jaar) om een radicale stap te nemen en het reizende bestaan aan te gaan (tiny house/ woonwagen/ camper? ) . Echter wat iedere creativiteit in de weg staat is een uitkering van de sociale dienst. ik ben gedwongen om vast werk in loondienst te aanvaarden, wat ik als een brave burger zonder klagen ook doe, in de thuiszorg. ik vroeg me dus af … hoe doe jij dat …. zonder werk en inkomen ? hoe financier jij materialen van de wagen ect ….? heb je daar een goede oplossing voor gevonden ?

    ik hoor graag van je. gr Pink

    Like

    1. Beste Pink,

      Ik heb deze reactie al vaker gehad. Het grappige is, dat het helemaal niet meer mijn doel is om een reizend bestaan te gaan leiden, al denken mensen dat nog steeds. Wel een semi-nomadisch bestaan, om elke keer dààr te kunnen zijn waar ik nodig ben. Ik volg de vingerwijzingen van het lot en kijk waar ik terecht kom.
      Ik leef nu van de verkoop van mijn huis, daar bouw ik mijn wagen van. Ik heb er twaalf jaar aan gewerkt, voor ik dat kon, mijn huis verkopen. Maar daar gaat het volgens mij niet om. De creativiteit ligt mijns inziens juist in mogelijkheden creëren in je bestaande situatie.

      Een mooi voorbeeld is ook een vriendin, die een tiny house wilde, maar dat niet kon doen. Ze had een klein zolderapaprtement en op een dag zei ze: Dit is dus wat ik heb, ik maak hier gewoon mijn tiny house van en zo begon ze plannen te maken hoe ze haar huisje kon verbeteren tot het naar haar wens was. Pal daarna kwam ze de liefde van haar leven tegen, die heel idyllisch in een woonboot aan een meer woonde. Daar woont ze nu. Het lijkt er dus op dat de ingang naar vervulling om de hoek ligt, als je er maar niet teveel naar gaat zoeken.

      Ik heb ook zeven jaar bij de thuiszorg gewerkt en begon op een gegeven moment ook met tuinieren, wat ik toen overal deed, onafgezien of het nou wel of niet in mijn contract was opgenomen. Dat maakte het leven een stuk leuker en ik voelde mij er vrijer door en kon meer creatief zijn.

      Gewoon genieten van een vlinder.
      https://alowieke.wordpress.com/2017/07/10/vrijheidzoekers/

      Like

Plaats een reactie