`Twintig keer!` roep ik terwijl ik hijgend overeind kom. Een van mijn ochtendoefeningen is opdrukken, en dat heb ik zojuist gedaan. `Je bent een bikkel.`zegt Dick. Hij zit vanaf de bank naar mij te kijken. `Dat kunnen veel mannen niet eens,`zeg ik met kinderlijke trots. Dick knikt. `Blijven doen`, zegt hij. Dat zal ik zeker.
Mijn ochtendoefeningen worden steeds uitgebreider. Het is een mix van van alles en nog wat. Ik pik hier en daar op wat me bevalt, en dat stop ik in mijn programma. Yoga, fysiotherapie, krachttraining, shaken, lenigheid en evenwichtstraining, en vast nog wel meer, waarvan ik niet meer weet hoe het heet. Een half uur in de ochtend. ´s Avonds houd ik het bij tien minuten. Twee keer tien minuten per dag, dat is eigenlijk al genoeg. Genoeg voor mij, om fit te blijven. Ik vind het leuk. Dus komen er steeds meer oefeningen bij, en soms verzin ik ze zelf. Het werkt als een speer. Ook als ik me bij het opstaan niet zo denderend voel, dan knap ik er van op. Spanningen verdwijnen al gapend. Ik vind het altijd fijn, als ik eenmaal begin.
De tafel is leeg. Mijn regel is dat ik alles meteen opruim, als iets klaar is. Zo kan ik de kleine ruimte elk ogenblik geschikt maken voor iets anders. Het ene moment is het een gymzaal, het volgende moment een eetkamer of werkplek. Boven de pas gemaakte tafel hangt een hangmat aan het plafond. Het kost nauwelijks moeite om even de tafel even in te klappen en het witte katoen te laten zakken. Hoe klein het hier ook is, er is veel mogelijk. De ruimte om me heen is licht, open en beweeglijk. Net als ikzelf, nu. En ik werk er aan om het zo te houden. Elke dag. Natuurlijk heb ik ook weerzin. Vaak genoeg. Ik denk dat iedereen dat wel heeft. Het stukje zitvlees zeurt graag. Ik besteed er zo min mogelijk aandacht aan. Ik denk er aan hoe fijn het is om lekker rustig mijn oefeningen te doen in een opgeruimde kamer. Dat helpt. En het beloont zich. De tijd die ik eraan besteed lijkt zich te vermenigvuldigen. Ik krijg er veel frisse en gezonde tijd voor terug.
Blijven bewegen is voor mij van levensbelang. Ik heb een tijd achter me gelaten die even bloemrijk was als zwaar. Ik heb veel opgeruimd en er jaren over gedaan om te kiezen wat ik daarvan mee wilde nemen. Dat heb ik toen ingepakt. Het was klaar en ik kon gaan. Ik voelde het tot in mijn kleine teentje. En zo ging het ook. Ik ben een pad op gegaan waar ik steeds al naar op weg was. Het pad van speelse eenvoud, dicht bij de aarde. Soms vol verrassingen, soms lang en traag. Dikwijls wandel ik alleen, langs dezelfde velden, over hetzelfde bospad. Niet zo´n heel bijzonder bos, maar toch steeds anders. Waar ik heen ga weet ik niet. Maar één ding weet ik zeker, ik had die omslag nooit in gang kunnen zetten als ik niet steeds in beweging was gebleven.