.

.
Hebben we onze spieren nog wel nodig? Een e-bike of een auto, je hoeft hem alleen maar van energie te voorzien en je gaat er als een speer vandoor. Elk moment dat je wilt vlieg je over de weiden, als in een droom.
.
Liever luisteren? Klik op de knop onderaan het verhaal.
Mijn fiets wordt gemaakt. Dat doet de buurman. Die is daar handig in en hij houdt van fysiek werk. Vaak zie je hem in de weer met planken of het lasapparaat. Of met een fiets die hij gevonden heeft bij het grofvuil. Hij weet er veel van. En nu maakt hij mijn fiets, terwijl ik zijn e-bike te leen heb gekregen. Wat een luxe! Ik krab eens aan mijn hoofd, terwijl ik naar het zware rijwiel kijk. Het hebben van een e-bike is voor mij een beetje dubbel, maar wel een mooie kans. Wat zal ik daar eens mee doen. Naar vrienden toe, in Oosterbierum? Dat lijkt me een goed plan en ik regel een afspraak voor morgen. Het is een boerenfamilie, die ik leerde kennen op mijn reis. Ik ben er altijd welkom.
De volgende dag waait het hard. Mooi zo, dan heb ik extra profijt van de gratis energie. Ik zal er moeiteloos doorheen rollen. Met de fiets aan de hand loop ik naar het grindpad toe. Precies op hetzelfde moment komt Ellis aanfietsen. Ook op een e-bike. Ze stopt als ze me ziet. “Mooi hè! Ik heb hem te leen”, zegt ze. Ik lach en kijk naar de mijne. “Ik toevallig ook. Maar ik wil er nooit eentje hebben. En zo min mogelijk gebruiken. Je spieren worden er steeds dunner van weet je, want je doet eigenlijk niks. En als je verder ook niks uitvoert, dan kunnen ze zo verschrompelen, dat je je evenwicht niet meer kan bewaren. Dan val je met fiets en al om.” Ze kijkt me enigszins geschrokken aan. “Echt waar? O..” Bemoedigd door haar blik ga ik nog even verder. “Ja. En dan te bedenken dat de mensen vroeger wel 60 km op een dag liepen. Wat een degradatie van de mensheid!” Ze kijkt nadenkend in de lucht. “Is dat zo? Misschien kunnen we steeds meer andere dingen en hebben we dat niet meer nodig.” Verbaasd kijk ik naar haar jonge bruine ogen. Ze zal twintig jaar jonger zijn dan ik. Jonger nog, misschien. Wat gaat ze nog meemaken in de toekomst? Ik denk hardop verder. “We zullen onze spieren nog hard nodig hebben,denk ik. Eigenlijk zweven we op de vondst van olie en andere grondstoffen. De gemakkelijke manier waarop alles nu gaat, maakt ons los van de aarde. Maar al die grondstoffen zijn tijdelijk. En met geestkracht kunnen we nog steeds geen treinen en auto’s laten rijden.” Bij het woord geestkracht zie ik haar blik even verlangend naar de lucht kijken. Ik ken die blik. Ik zie hem vaker. Bij jonge mensen met smalle duimen van het klikken op de virtuele toverdoos. Als alles vanzelf gaat, dan lijkt er heel veel mogelijk, zonder dat je je fysiek hoeft in te spannen.
De e-bike is leuk. Ik kan er heel hard op. Het is wel raar. Het feit dat ik niks hoef te doen geeft me eenzelfde ervaring als televisie kijken. Als een toerist kijk ik naar het landschap als door een glazen raampje. Er vliegt een eend op uit de sloot. Geschrokken. Ik merk dat het me weinig kan schelen. Verbaasd constateer ik het bij mezelf. Dit wil ik niet. Zo ga ik niet met de wereld om. Ik zet de snelheid twee standjes lager en rijd rustig verder.
Vele betonpaden en weilanden verder ligt de dijk, met een aantal kleine dorpen op een rij. Eén van die dorpen heet Oosterbierum. (Easterbierum op zijn Fries.) Vlak ernaast is de boerderij waar ik moet zijn. “Pluktuin”, staat er op een bordje naast de weg en “Boerderijwinkel.” De blonde boerin komt me lachend tegemoet en biedt thee aan. “Lust je deze?” vraagt ze en ze plukt een blaadje watermunt af naast het terras. Daar zeg ik geen nee op en terwijl er ook nog vers geplukte aardbeien voor mij op tafel worden gezet met heerlijke koeken, verwonder ik me over de grote gastvrijheid. Deze mensen werken keihard om al die aardbeien, groenten, bomen en bloemen uit de grond te laten groeien en ik mag daar zomaar in delen! We praten over de oogst van bloemkolen. Over de bioboer verderop die met pijn in zijn hart moest zien hoeveel van zijn oogst was aangetast. Slakken ja, zoveel slakken! We praten over de jongens die met zware kisten sjouwen door de modder, in de regen. En in de winkel liggen ze te koop, soms maar voor één euro per stuk, mooi roomwit en onaangetast. Alsof ze zo uit de fabriek komen rollen en er geen mensen aan te pas komen. Dat is hard. Pijnlijk, en oneerlijk.
Terwijl ik naar huis fiets denk ik terug aan de woorden van Ellis. “Misschien hebben we dat wel niet meer nodig.” Wat hebben we niet meer nodig? Onze spieren? Als je dood bent, ja dán heb je ze niet meer nodig. Maar nu zijn we op aarde. We moeten eten en een plek onderhouden waarin we leven. En je weet maar nooit, hoelang deze tijd van luxe duren zal. Dat alles vanzelf gaat. Als in een droom vliegt de e-bike door de weiden, en het vliegtuig door de lucht boven mij. Wie hoog vliegt kan ver vallen. Ik ben voor een geleidelijke landing. En dat die jongens die het zware werk doen op het land en elders ook een keer gezien worden.
Ik neem een beslissing. Als ik thuis ben breng ik de e-bike meteen terug. De volgende keer ga ik weer écht fietsen.
.
Ik begrijp je reactie op de E-bike. Toch ben ik er blij mee. Nu kan ik nog steeds fietsen op mijn leeftijd met lichamelijke ongemakken. Ik vind overigens dat je wel wat moet doen op deze fietsen. Als ik 2 uur gefietst heb, voel ik dat best. Met een duwtje in de rug beweeg ik toch. Zeker als mede 70-tigers moeilijk lopen en nog wel kunnen fietsen met een E-bike is dat gewoon fijn. Met mijn jongere broer die MS heeft, fietsten we afgelopen week door de bossen van Drenthe op een elektrische rolstoelfiets. Mijn man blij omdat het anders te zwaar zou zijn en mijn broer heel blij om de wind in de haren te voelen en hij eindelijk weer eens door een bos reed.
Nogmaals ik begrijp je heel goed dat gewoon fietsen gezond en goed voor je is maar het is zo dat een elektrische je wel aan het fietsen houdt.
LikeLike
Ja er is natuurlijk ook een heel mooie kant aan zulke technieken. Voor jullie houdt het de mogelijkheden open om veel langer te genieten. Waar ik benieuwd naar ben, waar ligt de grens van gemak naar noodzaak. Ik heb in de thuiszorg gewerkt bij een vrouw die last had van haar benen. Toch is ze tot bijna aan haar dood op 93 jarige leeftijd blijven traplopen in haar eigen huis. Ze liet me zien hoe je door het te blijven doen, niet verder achteruit ging. Ze is een groot voorbeeld voor mij, ik zal die vrouw nooit vergeten.
Blijven fietsen op een gewone fiets is voor mij net zoiets, ook als ik net zo oud wordt als mevrouw Mossel. Want zo heette ze.
Ik ben nu bezig in het boek “Het zoutpad”. Dat gaat over een man die zijn progressieve ziekte stil zet. Door extreme inspanning in de natuur kan hij weer steeds meer. Dat zijn hoopvolle boodschappen. We hopen immers allemaal gezond oud te worden.
LikeLike
Prachtige boeken van Raynor en haar man Mott.
Ikzelf werk veel in de tuin en moestuin. Wel gedoseerd. Ik rust veel tussendoor. Ik liep ook veel maar kreeg een knieblessure. Die maakt dat ik bewegen moet maar mijn knie niet mag belasten. De reden voor de E-bike was mijn astma. Op de gewone fiets bleef ik hoesten. Een vriendin was dat zat en regelde een elektrische fiets en het hoesten was over. Ook veel minder kortademig op deze fiets.
Maar ik ben het absoluut met je eens dat je in beweging moet blijven. De hele dag door.
En ook jouw manier van leven en tegen het leven aankijken vind ik bijzonder en zeer de moeite waard. Ik lees er graag over😁
LikeLike
Fijn! Doet me goed om te horen. En nog veel mooie tijden Ien!
LikeLike
Ha, wat een mooi verhaal over de e-bike! Ik doe altijd boodschappen op de fiets, en dat is minimaal 8 km (heen en terug) en maximaal 20 km . Ligt eraan waar ik heen ga. Iedereen sjeest mij voorbij, en mijn fiets trapt ook nog eens redelijk zwaar. Dus mijn spieren moeten soms hard werken, als ik tegen de wind in ga.
Maar ja, ik ben totaal niet sportief aangelegd, en op deze manier krijg ik tenminste nog enige beweging! Dus wat iedereen ook tegen me zegt (neem een e-bike, zo gemakkelijk, en dan kun je ook langere afstanden fietsen), voorlopig blijf ik maar gewoon doorfietsen op mijn oude fiets.
LikeLike
Op een dag doet die van hun het niet en dan ben jij degene die hen voorbij fietst. Onafhankelijkheid is daarin een groot goed, denk ik. Zolang het niet hoeft, lekker doorgaan!
Trouwens, wat geeft het je, dat je verder kan, wat niet dichtbij te vinden is?
LikeLike
Ja, inderdaad. Maar ik hoor mensen over ‘met gemak 60 km fietsen’, ‘lekker een dagje fietsen’, en zo. Als ik daar dan over nadenk, klinkt dat voor mij niet eens erg aanlokkelijk. Ik fiets omdat ik een doel heb, ergens te komen, van A naar B. Niet omdat ik het per se leuk vind. Een klein eindje is wel fijn, maar een hele dag? Heb ik helemaal geen geduld voor!
LikeLike
Een originele manier om ongeduld duurzaam te gebruiken! 🙂
LikeLike
Haha, ja, zo kun je het ook bekijken!
LikeLike
Met 60 km op een dag kun je heel erg genieten hoor. Zelf fietste ik toen ik nog wat jonger was meestal tegen de 100 km en dan genoot ik ook. Maar nu met coronaconditie is het wel minder geworden.
Maar ik vind het artikel van Alowieke geweldig. Ik moet ook zeker geen e-bike maar ik ben er zeker niet tegen als het de auto vervangt. Ik denk dat dit zeker niet altijd het geval is. In Haren (rijk dorp) zie ik veel mensen die een e-bikebakfiets gebruiken om hun kinderen naar school te gebruiken. Vind ik niet zo’n goede ontwikkeling. Het is zo belangrijk om kinderen vroeg te leren fietsen. Mijn kleindochter gaat al vanaf haar 5e jaar naar school op haar eigen fiets en mijn schoonzoon neemt dan de andere 2 kleintjes mee. Daar leren ze echt heel erg veel van. Ze is de enige in de klas die zelfstandig fietst en nog best een afstand. Zelfs kinderen van 10 worden nog gebracht in het bakkie, of nog erger met de auto. Want te gevaarlijk. Absurd. Later durven ze dan niet meer te fietsen. En kunnen ze fietsles gaan volgen. Dank je wel ouders.
LikeLike
Ik heb gelezen dat vooral kinderen van 12, 13 jaar verkeersslachtoffer worden, omdat ze dan pas voor het eerst zelf moeten fietsen en ze nooit hebben leren omgaan met verkeer. Ai. Ja.
LikeLike
Deze tekst uir Vrij Nederland sluit hier aardig bij aan. Inleiding+conclusie+citaat filosoof.
De flitseconomie: waarom meer gemak niet altijd leidt tot meer geluk. Tom Grosfeld.
Flitsbezorgers beloven binnen in de grote steden binnen tien minuten je bestelling te bezorgen, van de weekboodschappen tot een bak ijs. Hoe frictieloos, gemakkelijk en snel willen we ons leven eigenlijk inrichten? En wat doet het met ons menszijn wanneer al onze behoeften direct bevredigd kunnen worden?
Technologie heeft ons leven op veel terreinen een stuk makkelijker gemaakt. Maar nu is het zaak om kritisch te kijken naar waar de ondersteuning ophoudt en de decadentie begint. De flitsbezorger, maar ook de ingesproken samenvattingen van bestsellers, drijven ons weg van onszelf. Google Maps is in veel gevallen een uitkomst, maar wie er te veel op leunt, weet niet eens de weg rondom zijn eigen woonplaats. Terwijl: zelf de weg weten, je band kunnen plakken, een maaltijd bereiden of een ambacht onder de knie krijgen, kortom, zelf moeite doen om tot een ervaring te komen, geeft meer diepte aan die ervaring dan wanneer je die bereikt via een klik of swipe op je telefoon.
.
Het laat zien hoe technologie ons verleidt tot gemakzucht. Aan de andere kant is het te simpel om alleen technologie de schuld te geven. In onze drang naar gemak zit ook een sterke culturele grondtrek, zegt filosoof Hans Schnitzler. In zijn boek Wij nihilisten, dat dit najaar verschijnt, citeert hij de Franse filosoof Jean-François Lyotard, die stelt dat het een wezenskenmerk van cultuur is om de invloed van het lot te verdrijven, het lijden te minimaliseren en de eindigheid die het leven kenmerkt uit de weg te gaan. Technologie werkt als katalysator van die culturele neiging.
.
Mijn reactie op dit laatste: Interressant vind dat hij zegt dat ontkenning van de dood bij (elke) cultuur hoort, terwijl er animalistische culturen zijn waar de dood deel uitmaakt van het leven. Ook bij andere meer spirituele culturen dan de onze, is de dood een deel van de cyclus. Maar wellicht ziet deze filosoof dat ook als een smoes en gelooft hijzelf gewoon nergens in. Of vindt hij iets pas cultuur als het nihilistisch is.
LikeLike