Hoe nu verder

.

.

Een verhaal over twijfel en het ongewisse.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Een herfstige wind waait om mijn kleine huis. Ik sta ernaast te kijken. De grote zonnebloem voor mijn raam, waar ik zo trots op was, is geknakt. Vier hommels zitten eronder te schuilen. Al is het wat triest hem nu zo te zien hangen, toch is het een wonderbaarlijke transformatie, die zij in korte tijd tot stand hebben gebracht. Ze gingen door, de nijvere beestjes, uur na uur op die ene bloem, als boeren die een akker bewerken. Nu staat de enorme bloem bol van het zaad, als een goudgele koningin tussen de kale, gemaaide weiden. Een onthoofde koningin, met de geknakte bloem hangend aan een heel dun draadje.

.

.

De lucht is grauw van een grote wolk en de wind waait door mijn haren. Het motregent. Ik laat me er niet door weerhouden en loop over het smalle pad door het gras. Ik kijk naar de wilgebomen. Wat zijn ze gegroeid. Ja, de bomen wél, en ook het riet, dat wel twintig meter is opgeschoten, de wei in. Het vele vocht heeft de wortelstokken doen groeien en groeien. Zal het waar zijn, dat we in de toekomst veel meer regen krijgen, hier in Noord Europa? Dat hier alles riet wordt, terwijl elders nauwelijks meer water uit de lucht valt? Dan zal er veel veranderen. Het was een jaar van slakken en spinselmotten. Zal dat vaker gaan gebeuren? De jonge mezen en winterkoninkjes hadden er veel profijt van. Maar van de pompoenen die ik verbouwde is weinig terechtgekomen. De slakken aten ze op en de grond was niet luchtig genoeg. Ik besteedde er veel tijd aan maar velen gingen kapot en de bloemen droegen nauwelijks vrucht. Er meer zaken die ik graag wil helpen groeien. Zo’n jaar als dit zet mij aan het denken. En ook de geknakte zonnebloem. Wat is zinnig? Ik weet het niet en loop verder.

Ik steek het Swettepaad over, daar is de berm die aan het riet grenst. Rondom de bloeiende paarse kattestaart en trek gras uit. Zo maak ik kleine plekjes met zwarte aarde. Heel weinig maar, net genoeg om ze ruimte te geven om verder te groeien. Uit de jonge brandnetel ernaast vliegt een vlinder op. Die laat ik staan. Voor de vlinder en wie weet voor nog wel meer. Dan vind ik het wel weer even genoeg en ga rechtop staan. De lucht breekt open en het blauw ertussen verandert steeds van vorm. Is dit niet net zoiets, wat ik doe? Alles wat ik doe zal weer vervagen in het grote geheel. En toch draagt elke stap die ik zet bij aan iets groters, al weet ik niet wat het worden zal. Of misschien denk ik dat maar en wordt alles toch wel riet, ooit, als het hier altijd regent. Misschien wonen hier dan wel geen mensen meer. Toch blijf ik de bloemen verzorgen en gras trekken.

Ik zoek naar evenwicht. Hoe help ik het groeien? Waarin stroom ik mee, en hoever stuw ik voort op wilskracht? Ik denk aan de bloem, die meer mest kreeg dan de andere, omdat ik dat wilde. Ik was blij, hij groeide keihard, veel sneller dan de andere drie. Op eenzame hoogte hield hij het niet lang vol en brak af. Waarschijnlijk door een ekster, die dacht daar even te gaan zitten kijken. Zo’n hoge bloem is een mooi uitkijkpunt. Die extra mest voor dat ene zaadje was geen goed idee. Wat heeft dan wél baat bij mijn extra inzet? Misschien is dat het bouwen van een pontje. Een pontje van staal. Dat is hard en constructief. Ik moet uitdenken hoe dat moet. Maar het vraagt ook om inspiratie. Anders krijgt het geen eigen karakter. Ik denk aan een ijzeren vogel op de kant. Een reiger of zo. Dan zie je waar het is. En een steiger met een bankje tussen het riet. Palen slaan, ijzer snijden, lassen. Nadenken over de voortstuwing van het ponton. Het vraagt om burenhanden bij zwaar werk. Mensen die begrijpen wat het Web van Leven betekent. Het is de zachte glimlach van de gemeenschap, die zo’n idee levensvatbaar maakt en de plek compleet. Zonder dat heb ik niets aan die mooie ijzeren platen. Soms heb ik twijfel. Moet ik hier wel gaan investeren, op deze plek? Wordt het wel gedragen door de gemeenschap? Op dit moment is dat minimaal. Kan ik niet beter ergens anders heen gaan, bijvoorbeeld naar waar Dick is, mijn vriend? Dan staar ik naar de lucht en wil ik even helemaal niets. Ik recht mijn rug naast het buigende riet. De wolken trekken voorbij. Wat er ook gebeurt, de tijd zal het me leren.

.

.

.

.

4 gedachten over “Hoe nu verder

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s