.
.
De veelbesproken dag is voorbij. Eenentwintig december tweeduizendtwaalf. Ik kijk om me heen om te zien of er iets is veranderd. Na een bewolkte dag komt de zon tevoorschijn vlak voor hij onder gaat. Ik zie een lucht met lichtblauw, oranje en violet. Een van die prachtige zonsondergangen. Verder lijkt alles hetzelfde. Maar dat zegt niet veel. Want niets is wat het lijkt, als je maar goed kijkt. Misschien zijn de dingen van buiten wel hetzelfde, maar zit het verschil van binnen. Zoals een bolletje onder de grond, die wil gaan groeien in de lente. Wie weet wat daar nog allemaal broeit onder de aarde, wat een uitweg zoekt. Ook onder de mensen broeit er iets, het gonst over voedsel en het herstellen van kringlopen. De een is er elk moment mee bezig, een ander vindt het gewoon lekker en gezellig om bij de plaatselijke tuinder zijn groenten en fruit te halen. Het lijkt soms alsof je een van de weinigen bent die met iets nieuws bezig is, of die dingen anders wil. Maar er zijn veel meer mensen mee bezig dan je weet. Verandering is net als ontkiemen, kleine groene puntjes die boven de grond uit komen, nauwelijiks te zien. Alles is nog dood en verrot en je moet het oude blad opzij schuiven om het te ontdekken. Want ze zijn er wel. Het zou best kunnen, dat dit moment, december 2012, zo ongeveer een dieptepunt is, en tegelijkertijd het einde van een lang traject. We zullen het pas kunnen zien als het geschiedenis is geworden. Dan zeggen we tegen elkaar: „Ja, vanaf die tijd begon de wereld te veranderen.”
Als deze dag een soort “mega-nieuwjaar” is, wat is dan mijn voornemen vraag ik mezelf af. Eigenlijk weet ik het al lange tijd. Er is niet veel magisch aan, en tegelijkertijd doet het wonderen, als het de juiste plek krijgt. Het zit me al jaren dwars dat ik het gewoon door de plee spoel. Poep, het bruine goud. Ik eet veel groente en fruit en geen vlees. Ook melkprodukten eet ik steeds minder. Het is niet dat ik er altijd zo bewust voor kies, ik heb er doodeenvoudig geen zin in. Als er iets is wat er nu wezenlijk verandert voor mij, dan is het dat. Mijn spijsvertering is anders dan vroeger en wat er dagelijks van mijn maaltijden overblijft is perfect voor goede compost.
Eergisteren heb ik een emmertje gemaakt. Mijn huisje is niet groot, en een complete wc met een grote compostbak eronder, dat kan ik niet bergen. Het emmertje is dus maar klein. Het staat duidelijk zichtbaar onder de bank. Wat er in zit ziet er uit als aarde en het ruikt naar aarde. We hebben geleerd dat poep vies is. Grote en kleine boodschappen worden gauw weggespoeld. Mensen die erover nadenken weten het wel. Dat het anders zou moeten. Maar ik heb geloof ik nog nooit iemand ontmoet die er gewoon op een dag mee begon. Het composteren van eigen uitwerpselen. Meestal wordt er lang over gepraat en gelezen. Er is niet altijd ruimte voor. Sommigen haken al af als ze horen dat ze evengoed rioolrechten moeten betalen. Een ander laat zich niet weerhouden en bouwt uiteindelijk het lang gewenste composttoilet. Of je koopt een Nonolet bij wat voorheen “De Twaalf Ambachten” heette. Maar ik wil niet wachten tot er een moment komt dat ik er ruimte voor heb. Ik wil niet alleen mijn keukenafval teruggeven aan de aarde, maar ook dat van mezelf. Ik zoek wel een plekje in het bos, als ik een tak meeneem voor de kachel. Dat lijkt me een eerlijke ruil. Er zijn nog steeds een hoop andere wezens op aarde en we hebben met alle leven een ding gemeen. We eten en we droppen de restanten in verteerde vorm, waaruit weer nieuw leven voortkomt. Het is een mooi ritueel, het klaarmaken van een emmertje. Er mag niet in geplast worden, alleen gepoept. De plas gaat ergens anders in. Het is even oefenen. In het emmertje komt een mengsel van zaagsel, zand en humusrijke aarde. Na elk bezoek aan het emmertje leg je er een papiertje overheen en dan weer een paar handjes zaagselaarde. ’t Ziet er prachtig uit, al zeg ik het zelf. Met deze kleine gift voeg ik daad bij woord. Natuurlijke kringlopen moeten gesloten worden, zodat alles zijn plek weer kan vinden. En ik begin bij mezelf. Het gaat over leven en laten leven. Wat voor mij afval is, is voedsel voor de aarde. Zonde om het de zee in te spoelen. Als ik hier ben, in mijn eigen wagen, dan is dit mijn gift. Mijn gift voor de aarde.
.
Haaaa Alowieke, weer zo’n prachtig bericht van jou! Dankjewel. Allereerst een heel fijn en mooi nieuwjaar voor jou!! We hebben al een aantal keren langs willen komen, maar we vragen ons af of we het juiste telefoonnummer hebben, want we krijgen alsmaar geen contact.. Zou je dit nog een keertje door willen geven? groetjes, Carooline en John
Op 1 jan. 2013, om 19:43 heeft Alowieke het volgende geschreven:
> >
LikeLike
Hoi Alowieke,
Op ecologische tuinderij UtRooieBietje ging jarenlang de poep uit het composttoilet gewoon op de composthoop, samen met de kippenpoep en alle groenteafval wat van het land kwam. Totdat iemand ging protesteren, dat werden er twee en vervolgens een heleboel. En nu doen ze het niet meer. ..groetjes Fannie
LikeLike
Hoi Fannie! Ik denk dat het vooral het idee is. Mensen hebben er nooit iets van gemerkt maar houden vast aan de normen van deze tijd. Poep is vies en moet het riool in. Het grappige is dat mensen ook geprotesteerd hebben toen hun oude vertrouwde poepdozen werden weggehaald, om riolering aan te leggen. Waarom was riolering zo belangrijk? Omdat een gebrek aan hygiene ziekten als cholera veroorzaakt. Toch hebben bijvoorbeeld de chinezen eeuwenlang met een groot aantal inwoners een perfect distributiesysteem gehad van menselijke uitwerpselen. Vanuit de stad werd het zo snel en efficient naar het platteland vervoerd, dat er niets van te ruiken was. Dit verhaal is te lezen in 4000 jaar kringlooplandbouw, een boek uit 1910, vertaald en opnieuw bewerkt door Sietse Leeflang.
LikeLike
Nou, wat een goed verhaal! Zijn dit niet de dilemma’s waar we allemaal mee worstelen? Graag zou ik je er weer eens over willen spreken, maar…… ook ik heb voortdurend keuzen te maken, waar ik energie in steek. En dus is een reis naar jou toe nu weer even een brug te ver. Intussen lees ik je iedere keer weer.
LikeLike
🙂
LikeLike