Zeven uur. Dick gaat weg naar Eindhoven, voor een nieuwe week. Ik sta ook op. Wassen, tandenpoetsen, aankleden, ontbijten met speltbrood.
Half acht. Roemeens leren.
Negen uur. Tweede kop koffie. Mijn ochtend-oefeningen doen, extra lang want heb een beetje stijve schouder van eentonig werk van gisteren.
Kwart over tien. Paard roskammen.
Kwart voor elf. Optutten, liedje zingen bij de gitaar.
Elf uur. Kop of munt. Kop is “Permacultuurstudie over plantenfamilies”, munt is “Eerst boodschappen doen.” Het is kop.
Half twaalf. Begin is gemaakt. Nu honger. Geitenyoghurt met appel, boekweitvlokken, honing, kaneel en noten.
Kwart voor twaalf. Weer verder.
Twee uur. Even stoppen om twee boterhammen te eten.
Vier uur. Even pauze. Boodschappen doen.
Half zes. Ben er weer. Meloen eten uit Spanje. Buiten in de zon. Rammetje uit de wei gepakt, die staat nu voor mijn voeten te grazen.
Zes uur. Klavertje vier gevonden.
Half zeven. Verder met het uitzoeken van flora. Het is veel werk, wat ik wil doen. Maar wel leuk. Ik ben op een kwart nu, in het klad. En dan moet het straks nog in het net. Al die plantenfamilies en hun eigenschappen. Vlinderbloemigen, schermbloemigen, rosales, enz. enz.
Half negen. Ik stop. Eten verzamelen in de tuin.
Negen uur. Ik ga koken. Bremer scheerkool, komkommerkruid, ui, hele jonge erwtjes. Zonnebloempasta en water erdoor en boekweitvlokken. Gebakken ei erbij.
Kwart voor tien. Klaar met eten. Glaasje wijn en relaxen.
Half elf. Klaarmaken voor de nacht. Tandenpoetsen. Vier verschillende avondoefeningen doen, een kwartiertje. Doe ik elke dag. Zo blijf ik sterk en soepel.
Elf uur. Ik lig er in.
“Bloemetjes en bijtjes”
Het komkommerkruid staat nu vol op in bloei! En wie weet hoe dat laatste beestje heet? Ik denk toch dat het een vlieg is.