.

.
.
Luister hier naar het voorgelezen verhaal van acht minuten.
.
Hoera. Wat ik geef, keert bij me terug. En andersom. Wederkerigheid bestaat. Overal.
Een vrolijke jongen steekt zijn hoofd uit het raam van de kleine vrachtwagen. In de open laadbak ligt een hele berg hout. Brandhout, voor mij. ‚Je hoefde maar een klein stukje te rijden hè! ’ Zeg ik lachend. Zijn ogen fonkelen als hij antwoordt. ‚Ja! Fijn zeg! En ik zag de rode kruiwagen al van verre, die je hebt klaargezet. Soms moet ik veel langer rijden. Mijn vorige rit ging helemaal naar Groningen.’ Verbaasd kijk ik hem aan. ‚Is daar geen hout dan? Of is het om de gratis bezorging? Lullig zeg.’ Ik heb besloten dat ik daar niet meer aan doe. Voordeeltjes uitzoeken. Ik heb expres de dichtsbijzijnde handelaar gekozen, omdat de prijs toch niet veel uit maakt. Sommigen halen slimme truukjes uit met hoeveelheden en getallen. Maar uiteindelijk is de prijs vrijwel overal hetzelfde. En als de bezorger van mijn vrachtje zo blij kijkt, dan is mijn dag helemaal goed.
Ik wijs de jongen op het zeil, dat ik heb uitgespreid. Daar moet het op. Het ligt vlak langs het pad. De jongen kijkt opgewekt naar beneden. ‚Ha mooi’, zegt hij. Dan stort hij het hout netjes op het zeil. Er liggen maar een paar blokken naast, in het gras. Ik gooi ze gauw in de kruiwagen. Het weiland is nat en de bodem ook. Ik heb een reservezeil klaarliggen, voor als het gaat regenen. Maar nu is het droog. Dat scheelt. De jongen plaatst de laadbak weer terug. ‚Tot de volgende keer!’ roept hij. Ik zie dat hij het meent. Een klant zo dichtbij, in zo’n ruige uithoek, dat is leuk. En dat alles klaar ligt om zonder heisa zijn vrachtje neer te storten, dat ziet hij graag. Hij grijnst, draait zijn raampje dicht en rijdt weg.
Ik kijk naar de lucht. Het wordt iets donkerder. Er zouden een paar spatjes kunnen vallen. Ik begin maar gauw. Ik gooi de eerste blokken in de kruiwagen. Dan duikt er ineens een grijs hoofd op, vanachter de wilgenhaag. Het is boer Jochum. ‚Ik kom je even helpen. Misschien gaat het regenen.’ Dat had ik niet verwacht! Nu kunnen we de taken verdelen en lekker doorpakken. ‚Als jij ze nou door dat gat in de wilgenhaag kruit, dan stapel ik ze op in het pleehok. Dat wordt nu toch niet gebruikt.’ Dat is goed. In een sneltreinvaart kruit Jochum met de kruiwagen heen en weer door het gat in de haag. Ik krijg de stapel maar net weggewerkt, voor er weer een nieuwe portie wordt gedropt. Ik begin net een achterstand te krijgen, als Jochum nóg een volle kar neergooit. Maar hij draait zich niet om voor de volgende. Hij recht zijn rug en kijkt naar mijn stapelwerk. Ik kijk op. ‚Dat was het?’ vraag ik. ‚Ja,’ zegt hij. We praten gemoedelijk door, terwijl ik verder werk. Als ik klaar ben stapt hij weer op zijn fiets.
Terug in mijn huisje bedenk ik hoe leuk en gezellig dit is. Elkaar helpen. In het Oosten van het land noemen ze het ’noaberschap’. Hier heet het ‘mienskip.’ De ene hand wast de andere. Zo hoort het! Morgen komt het hout van Marja aan. Dat is veel meer dan dat van mij, zij heeft een grote yurt om warm te stoken. Ik ben zo dankbaar voor de hulp die ik kreeg, natuurlijk, ik ga haar óók helpen! Meteen stuur ik een berichtje. Marja is blij. Even later komt ze voorbijrijden over het pad. Ze stopt haar auto en doet de deur open. ‚HOi!’ roept ze. ‚Ga je mee? Ik ga boodschappen doen. Misschien heb jij ook wat nodig? Ik had er niet aan gedacht, maar nu ik jouw wagen daar zie staan moest ik er ineens aan denken.’ Ik pak mijn tas en stap in. Ze komt precies op het goede moment.
De volgende dag schijnt de zon. Ik ben net achter mijn wagen koffie aan het zetten, wanneer ik buurman Rob hoor roepen. Hij staat naast zijn auto. We lopen naar elkaar toe. Ik kijk hem nieuwsgierig aan. ‚Als ik in het vervolg boodschappen doe, zal ik dan vragen of je meewil? Ik moest er ineens aan denken. Dat is voor jou wel makkelijk!’
Hoera. Het is er. Wat je geeft, keert bij je terug. Het burenhulp bestaat. Overal.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Twente: https://www.twentefm.nl/nieuws/63069/0/vld-losser-zoekt-noaberschap-idee%C3%ABn–.html
Friesland: https://www.friesland.nl/nl/uitgelicht/omtinken/yn-ferbining
Groningen: https://www.zorgzamedorpengroningen.nl/zorgsaam/
Amsterdam: https://www.burennetwerk.nl/ik-wil-hulp/
Den Haag: https://www.denhaag.nl/nl/zorg-en-ondersteuning/zorg-voor-elkaar/den-haag-doet-burenhulp.htm
Rotterdam: https://www.opzoomermee.nl/lief-leed/
Utrecht (Meerdere): https://www.wijkconnect.com/utrecht/hoograven/organisaties/3290/burennetwerk-utrecht-zuid
https://burennetwerkzuilen.nl/
Arnhem: https://burenhulpvoorelkaar.nl/
Enzovoort! Het is grappig om te zien hoe trots iedereen is op zijn burenhulptraditie. Het gebeurt overal, alleen het heet steeds anders. In het Oosten noemt men het noaberschap ‚Typisch iets van ons,’ zeggen ze. De Rotterdammers verkondigen dat de ‚Lief en Leed’ organisatie écht Rotterdams is, en in Friesland is de mienskip’ iets wat onlosmakelijk bij Friesland hoort. Maar…. burenhulp is overal!
Wat is het toch elke keer een genot om je verhalen te lezen. En ja wat is het fijn om blij te zijn met een gebaar, elkaar de hand toesteken. Laat het licht schijnen.
Liefdevolle groet Ruth
LikeLike
Ja! Reflecteren, stralen doorgeven. Dank je!
LikeLike
Mijn vader was van 1907 en stond altijd klaar om anderen te helpen. Ik zei wel eens pap, je doet zoveel voor die mensen ,maar ze doen nooit iets voor jou. Vind je dat niet vervelend? Nee hoor , zei hij je geeft met je linkerhand en soms krijg je dan wat terug met je rechterhand. Huh, dat snap ik ? niet zei ik . Nou was zijn antwoord als je iets goeds doet voor anderen krijg je er altijd wat voor terug, is het niet van de mensen die je helpt dan is het wel weer van anderen. Wie goed doet, die goed ontmoet . Pas toen ik ouder werd begreep ik wat hij daarmee bedoelde.
LikeLike
Wat een mooi verhaal. Dank je.
LikeLike