.
.

Re-cover
Work in progress, 2011 Collectie Verbeke Foundation
Dit is een omgevingsproject gemaakt met acht oude wilgen, die werden gered en herplant op de Verbeke Foundation in januari 2011.
Het project zal veranderen en uitdijen. Het toont ons hoe biodiversiteit op een zeer unieke manier kan werken, bij een enkele plantensoort, de Salix. Verschillende kunstwerken vergroeien met elkaar tot een levende installatie.
.
Mijn kleine huis staat op een oude wei. Het is een weide vol paardebloemen en boterbloemen. In de lente is alles geel. Dat is mooi, want de boer houdt van geel. Maar nu is het veld alleen maar groen. Het is herfst.
Ik loop op mijn hemelsblauwe klompen over het veld. Het gras komt tot mijn enkels. Het is nat. En het blijft nat. De lucht is vochtig en de dauw droogt niet op. Ik voel de blubber bewegen onder mijn voetzool. Dat is een heel ander gevoel dan een paar weken geleden. De grond is de hele zomer keihard geweest.
Ik kijk op. Je kunt zien dat het land oud is. De glooiingen zijn niet geëgaliseerd, zoals in andere weides. Ooit is er een gelijkmatige golf in het land gebracht. Niet veel, maar genoeg voor het doel. De hogere delen blijven droger. Op de lagere stukken voel ik nattigheid. Dat hebben de oude boeren vroeger mooi gedaan. Hoe lang geleden al? Ik weet het niet.
Ik loop naar de rand van het veld, waar wilgen staan. Onder de bomen voelt de grond anders. Zachter, minder blubberig. Er liggen takjes en blaadjes die vergaan tot aarde. Ze maken de grond veerkrachtig en nemen vocht op. Ik kijk omhoog, naar de wir war van takken. Wat zijn er toch veel bomen geplant op dit terrein, in de loop der jaren. Een paar ruige oude knotwilgen spannen letterlijk de kroon. Het zijn sterke jongens. De wilgen, die willen wel! Elke wei maken ze met gemak soldaat. Met hun wortels maken ze de bodem los, ze laten hun bladeren vallen. De grond wordt toegankelijk voor andere bomen. Zo groeit er iets. De aarde wordt rijker en rijker.
Een dikke grijze wolk komt dichterbij. Een windvlaag waait koud om mijn oren. Ik ga naar binnen om mijn muts te pakken. Vandaag wil ik de wilgen aan elkaar vlechten. Met een groene wand kan ik mooi de koude wind tegenhouden. Dan is er straks steeds meer te zien. Hoe meer luwte, hoe drukker het wordt. Vogels, insecten… maar ook planten! Er moet een strook vol bloemen en bessen komen. Is het plan.
Ik buit een tak tot het uiterste. Hij breekt. Zonde. Het is eigenlijk al te laat, de takken in de haag zijn veel te dik. Ik voel hoe ver ik kan gaan, en vlecht zoveel mogelijk omringende takken mee. Vooral kleine dunne. Ik vind een techniek uit die me bevalt. Misschien moet ik de dikke aan elkaar binden, in plaats van ze te buigen. Ja, als je van beide een stukje afsnijdt, dan groeien ze daar aan elkaar! Ik herinner me steeds meer, van wat ik heb gehoord.
Toch vraag ik me af, is dit de beste wilg om mee te vlechten? Of zijn er betere? Er staan hier alleen maar knotwilgen.
Terwijl ik me dit afvraag, komt er een rode auto aanrijden. Er zit een vrouw achter het stuur. De weg is vol hobbels. Voorzichtig rijdt ze om de kuilen heen. Als ze vlakbij me is, stopt ze en draait het raampje open.
‚Is die prachtige woonwagen van jou?’ vraagt ze stralend. Ik knik. Ze praat gelijk verder. ‚Ik ben geboren in een woonwagen. Mijn ouders trokken ermee rond.’ Ik loop naar haar toe. Ze steekt haar ronde gezicht uit het raampje, omlijst met grijze krullen. Nieuwsgierig kijk ik haar aan. Ik heb al veel gehoord, van de oude reizigers met hun ambachten, die allemaal verloren zijn gegaan. ‚Bijzonder!’ zeg ik. ‘En waar verdienden ze hun geld mee, je ouders?’ Het antwoord komt snel. ‚Stoelen matten,’ zegt ze met trots in haar stem. ‚Ik kan het ook. Maar het is zwaar werk, ik doe het nu niet meer.’ Ik grijns haar toe. ‚En kan je ook met wilgentenen vlechten?’ vraag ik dan. Ze schudt haar hoofd. ‚Nee, dat deed een oom van me. Lang geleden. Hij haalde zijn materiaal van de grienden, daar stonden duizenden kleine wilgen, speciaal voor dat doel.’ Ik wil nog veel meer vragen, maar ze moet weer verder.
Ik onderzoek het, en vind uit dat er wel vierhonderd wilgensoorten bestaan. En inderdaad, er is er eentje die altijd gebruikt werd voor fijner vlechtwerk: De wilg met de wilgenkatjes, die zulke lange rechte scheuten kan maken. Het roept herinneringen op. Hoe ik als kind de zachte katjes streelde met mijn vingers, en de zilveren glans bewonderde. Wat heb ik ze lang niet meer gezien! Waar zijn ze gebleven?
De bosjes waar ik als kind langs liep zijn allemaal weg. Ja, en inderdaad, ze stonden in grienden, voordat het plastic werd uitgevonden. Toen had iedereen nog een boodschappenmand.
Ik zie door mijn venster hoe de wind waait, in het riet. Ik verbeeld me een hele rij wilgen, bittere wilgen, amandelwilgen en katwilgen, met katjes. Ik zie bloeiende meidoorns en lijsterbessen met rode bessen in de herfst. En heel veel vogels. Als die daar ooit staan, daar naast de sloot. Wat zal dat prachtig zijn. En als ze daar dan mogen blijven. En niet meer weg hoeven.
.
.
.
Meer over wilgentenen vlechten:
KIJKEN
https://www.willbeckers.com/projects
https://verbekefoundation.com/2017/03/will-beckers-nl-o1967/
DOEN
http://www.rimboerob.nl/vlechtwerk.html
https://taffelberg.wordpress.com/2017/02/15/hoe-bouw-ik-een-levende-wiglo/
Tips, als afscheiding, als je het netjes wil doen: https://dehofmaekers.nl/tuintips/randjes-vlechten-van-wilgentenen.html
Praktisch gebruik van diverse soorten:
Van fijnere soorten als katwilg, maak je manden. Voor constructies gebruik je de knotwilg, of nog liever de grauwe wilg. Vroeger werden wanden van hutten gemaakt van vlechtwerk van wilgentenen, afgedicht met klei, en funderingen van dijken werden gelegd op matten van gevlochten wilgentenen. Deze zinkstukken blijven op hun plaats door ze af te zinken met basaltstenen. Ze beschermen de bodem tegen erosie. Het meest buigzaam is het hout van de amandelwilg, die is het meest geschikt voor kunstzinnige toepassingen.
De schors van enkele soorten, zoals amandelwilg en schietwilg, bevatten salicine, dat lang geleden gebruikt werd als pijnstiller. Er werd daarvoor op de wilgenbast gekauwd, of er werd een drank van getrokken. Salicine wordt ook gebruikt als looistof, voor het looien van leer. Wilgenhout wordt net als het hout van populieren gebruikt voor het maken van klompen en papier. Om een windmolen af te remmen wordt een ‘vang’ bestaande uit blokken wilgenhout gebruikt. Voor de teelt van wilg als biobrandstof is sinds kort zaad van enkele snelgroeiende rassen beschikbaar.
(Biomassa: Is er sinds dit jaar, op braakliggende stukken en lege bedrijfsterreinen, onder andere. Het zijn restjes grond in de economische lappendeken van Nederland. Zolang als het duurt. Oogsten en nog eens oogsten. Daar gaat het om. De grond gaat achteruit als hij geen organisch materiaal terug krijgt. Kleigrond wordt harder en droger. Zandgrond valt uiteen tot stof. In de winter komt de blubber. De wilgen worden verbrand. Ze gaan op in rook. Enige oplossing: Kleiner leven, minder stoken.)
De houtskool van de wilg wordt gebruikt in buskruit; het heeft een veel hogere verbrandingssnelheid dan bijvoorbeeld barbecue-houtskool.
Maar het mooiste is als bomen kunnen blijven groeien, en niet meer weg hoeven. Daarom is het volgende museum een grote inspiratiebron.
Meer over de Verbeke Foundation:
Onze tentoonstellingen willen geen oase zijn. Onze presentatie is onaf, in beweging, ongepolijst, contradictorisch, slordig, complex, onharmonieus, levend en onmonumentaal, zoals de wereld buiten. Met zijn 12 hectare natuurgebied en zijn 20.000 m² overdekte ruimten is de Verbeke Foundation één van de grootste privé-initiatieven voor hedendaagse kunst in Europa. De loodsen van het vroegere transportbedrijf van Geert Verbeke werden omgebouwd tot unieke expositieruimtes. Eén van de gebouwen werd ingericht om de uitzonderlijke verzameling collages en assemblages tentoon te stellen. De Verbeke Foundation is in een aanhoudend groeiproces. Kunstenaars kunnen er in residentie verblijven en grotere en kleinere tentoonstellingen wisselen elkaar af, waardoor de foundation er elke dag anders uitziet, zoals een ademend organisme.
De Verbeke Foundation wenst een plek te zijn waar cultuur, natuur en ecologie samenkomen. Het werk van bio-artiesten en van kunstenaars die met levende materialen werken (planten, dieren, geuren) sluit hier naadloos bij aan. Sinds de opening van de Verbeke Foundation in 2007 kon de verzameling uitgebreid worden met hedendaagse werken en ter plekke gebouwde installaties. Helaas heb ik hier zelf geen foto van. Bovenstaande foto komt uit het museumverslag van Job Ebben en bevat meer interessante bronnen. https://jobebbenh4e.weebly.com/belgieuml-excursie.html