Ronddwalen in een stad die je nog niet kent, maar waar je al wel thuishoort.
.

.
Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst. Let op, het laatste stuk ontbreekt!
.
Daar sta ik dan. Het rolluik zit dicht. Pasveer is er niet. Waar moet ik nu mijn prints laten afdrukken? Het is inspiratiemateriaal voor het schilderen. Ik ga op de stoeprand zitten in de schaduw en eet kersen die ik net heb gekocht op de markt. De pitten spuug ik zo ver mogelijk de straat op. Tot de buurvrouw langs komt lopen. Dan stop ik de kersenpit netjes terug in het bakje en sta op. “Goedemorgen, kunt u mij helpen?” Ik vraag haar of ze iets van de drukker weet. Zijn ze op vakantie? Ja, zegt ze. In de Singelstraat zit ook een drukker. Heel vroeger kwam ze daar. Ik fiets erheen maar ze hebben nu pauze. Ik moet nog anderhalf uur wachten. Verdorie, dat is best lang. Maar dan bedenk ik me dat dit een mooie gelegenheid is om weer eens rond te dwalen.
Aan het einde van de Singelstraat pronkt een statig gietijzeren hek, met grote bomen erachter. Ik heb het in het voorbijgaan wel eens gezien, maar heb er nooit aandacht aan geschonken. Nu loop ik erheen. Er blijkt een prachtig park achter het hek te liggen, het Rengerspark. Een mooie laan nodigt me uit om verder te lopen, het lommerrijke gedeelte in. Onder een schone glasplaat zie ik een foto van twee mannen. Rengers, de opdrachtgever, en zowaar, een oude bekende! Het is de oude Copijn. Hendrik Copijn, uit Groenekan! Hij is degene die dit allemaal ontworpen heeft! Ik voel me helemaal thuiskomen, bij het lezen van die naam. Zo zie je, dat dit soort dwaaltochten je pas echt thuisbrengen in een stad waar je nog geen wortels hebt. Utrecht is nog steeds mijn stad. Ik ken elke steeg, elk stukje water, en vele geschiedenissen. Zo vertrouwd zal Leeuwarden waarschijnlijk nooit worden. Of wel? Nu sta ik hier, in het park van een oude Copijn. Ik heb een tijdje bij Copijn gewerkt als assistent hovenier, en natuurlijk weet ik dat ze tot over de grenzen bekend zijn om hun boomchirurgie. Geen enkele familie in Nederland is al zolang in het tuinvak bezig als Copijn, die nog steeds vanuit Groenekan opereren. Tweehonderdzestig jaar gaat dit al door, van vader op zoon. In mijn kast ligt een inspirerend boek van boomchirurg Jorn Copijn: “Bomen laten leven”.
.

.
Hier loop ik nu, tussen de platanen, de beuken, de taxis en de heesters. Een groen grasveld verdwijnt in de schaduw van majestueuze kruinen. Kronkelpaden leiden me daar verder het donker in. Steeds dichterbij schittert het heldergroene licht van een met eendekroos bedekte vijver. Een menigte watervogels scharrelt op de kant, met uitgestoken nekken. Ze kijken allemaal dezelfde kant op. Daar staat een vader met een zak in de hand, een klein blond joch staat naast hem eendjes te voeren. Een vertrouwd tafereel. Het zonlicht speelt tussen de bladeren en werpt blauwe schaduwen op de groene vijver die bewegen in de wind. Op het bankje ernaast zit een lange grijze man aandachtig rond te kijken. Terloops kijkt hij me aan. Ik glimlach vriendelijk naar hem. Onder de rode beuk kijk ik omhoog. Het licht in het blad is schitterend, met allerlei variaties groen en donkerrood. Ja, ik heb dit gemist, de grote bomen waar ik dagelijks langskwam in Utrecht, mijn stad. De dikke stammen die ik aan kon raken, de brede kronen van blad. Het diffuse licht onder hun aaneengesloten kruinen, op dagen dat de zon onverbiddelijk hard scheen. Hier staan ze dan, mijn lieve bomen, als oude vrienden.
Hendrik Copijn, de man die dit in 1904 ontwierp, heeft dit nooit kunnen zien. Ik ben dankbaar dat hij er was. Als enige tuinarchitect met een eenvoudig, betaalbaar plan. Ik loop terug, het park uit. Het is twee uur. Eens kijken of de deur van de drukkerij alweer open is, daar, in de Singelstraat. Wat heb ik weer lekker rondgedwaald. Wellicht wordt het nog wat, hier in Leeuwarden.
.

.
.
Luister hier naar het voorgelezen verhaal.
.
.
Ik lees zojuist dat de kinderen van Lia en Jorn Copijn het bedrijf niet wilden voortzetten, en het overgegaan is naar Arcadis. Jammer.
Mooi verhaal. Je maakt me nieuwsgierig naar het boek van Jorn Copijn
LikeGeliked door 1 persoon