Brief aan de kunstenaars

Een verhalende sollicitatiebrief

.

.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

There is no english translation today.

.

.

Dag mensen,

Het is bijzonder, om weer terug te komen in Leeuwarden, na meer dan dertig jaar. Ooit studeerde ik hier op het Groot Schavernek, voor docent drama, en woonde bij de start van de Elfstedentocht. Die ik helaas nooit heb meegemaakt. Nu keer ik weer als breed georiënteerd kunstenaar, met een verhaal. Het is best lang, dat verhaal. Maar het laatste stukje ervan zal ik vertellen.

In 2020 kwam ik aan, met mijn Rijdende Verhalenhuis, in Bears op Ecocamping de Swetteblom. Boer Jochum heette me hartelijk welkom, met zijn woeste bos grijs haar. Ik had een reis gemaakt van drie maanden, door het Noorden van Friesland. Het boek dat ik schreef werd feestelijk gepresenteerd en kwam zelfs terecht in de bibliotheek. Een boek dat mijn band met de aarde verkent, vol ontmoetingen. Het boek waarin een ieder kan lezen wie ik ben en op welk pad het lot mij bracht. Het was een lange weg, met veel hobbels en kuilen. Maar het maakte me authentiek, inventief en zelfvoorzienend. Vaak was het zwaar, maar mijn nieuwsgierigheid doofde niet. Integendeel.

Ik woonde en werkte in Utrecht, aan de gracht. Was ook rondvaartschipper. Ik hield van de plek waar ik was, maar de geschiedenis ervan woog op mijn rug en doofde mijn creativiteit. Ik wilde verder. Dat deed ik. Ik begon een nieuw leven. Ontwierp en bouwde mijn Verhalenhuis, ging ermee op pad. Verhalen rijgen zich aaneen, niet alleen in het boek, maar op talloze manieren. Elke week maak ik een blog, elf jaar inmiddels al. Er staan tekeningen bij, en korte en lange films. Er zijn gedichten en podcasts. Een hele schatkist, inmiddels.

Nu woon ik al een tijdje op de Swetteblom. De belangrijkste bezigheid was het aanplanten van een Verhalenpad. Vierhonderd bomen en struiken bieden een thuishaven voor allerlei dieren. Ooit, in de toekomst, zullen mensenhanden er noten en appels kunnen rapen, in de herfst. Het begint al aardig groot te worden. Het duurt niet lang meer, dan kan het verder groeien zonder dat ik er steeds bij moet zijn.

Het bosje is een deel van het verhaal wat ik wil vertellen. Het verhaal, dat mensen en natuur niet gescheiden zijn, maar bij elkaar horen. Dat we hier hard aan moeten werken. Maar alleen het bosje is niet genoeg, om dat te vertellen. Er zijn zoveel bosjes… Het verhaal is méér dan dat. Het gaat over de aarde en alles wat er leeft. Om het door te geven, om het meer te laten zijn, moet ik erover vertellen. Niet alleen in woord, maar ook in beeld, in een ruimte waar ook andere mensen kunnen komen. Vele schetsen liggen klaar om uit te werken. Ik maakte ze als tekening, voor mijn blog. Soms wordt ernaar gevraagd. Verkoop je ze niet? Nee, zeg ik dan, ik wil er nog iets mee. Schilderen, verwerken, het is nog niet klaar. Maar dat kan nu niet. Het is praktisch onmogelijk. Het huisje van mij is heel erg klein. Ik heb een atelier nodig.

Ik vroeg Anne Graswinckel, met wie ik ooit samen op het Schavernek zat. Of ze iets wist. En Edith Stultiens. Zo kwam ik erachter dat dit atelier vrij kwam. Ik hoop dat het wat wordt. Niet alleen om aan het werk te kunnen, maar ook om andere kunstenaars te kunnen ontmoeten en samen dingen te kunnen organiseren. Ik hoop dat mijn verhaal aanspreekt, en dat ik in de toekomst meer van jullie zal horen.

Met hartelijke groet,

Alowieke van Beusekom

.

.

Het boek is nog steeds te bestellen, het liefst bij de uitgeverij zelf, daar hebben we het meeste aan: https://www.uitgeverijlouise.nl/boeken/boek?tx_usersales_bookshow%5Baction%5D=show&tx_usersales_bookshow%5Bbook%5D=82&tx_usersales_bookshow%5Bcontroller%5D=Book&cHash=eb1af16aa2b7818717898385c8f62880

.

Ieder heeft een pad

.

.

Listen here to the spoken story of six minutes
Luister hier naar het voorgelezen verhaal van 5,5 minuut.

„And here I stand, and watch,“ schrijf ik. Ik schrijf een brief aan Roger Waters, van Pink Floyd. Een andere brief ligt al klaar. Het adres staat al op de enveloppe. Die is voor David Gilmour. Ook van Pink Floyd. Maar ze komen nooit meer samen. Er is gedoe. Zoals er tussen veel mensen gedoe is. Maar niet altijd gelukkig. Ik houd van David Gilmour. Roger Waters vind ik gewoon heel goed. Hij heeft veel maatschappijkritische teksten geschreven. Als puber luisterde ik heel goed naar The Wall. Die teksten kende ik allemaal uit mijn hoofd. Het was een dikke dubbelelpee. Die had ik. Ik zat urenlang op de bank met een koptelefoon op. We waren met zijn zevenen thuis. Ieder ging zijn gang. Ik zat daar dan, en luisterde. Maar daar wordt je best somber van, als je veel naar die teksten luistert. Zeker als puber. Gelukkig was er ook nog David. Daar werd ik dan weer gelukkig van. Vooral van de dromerige gitaarsolo’s en zijn zijden stem.
Hier sta ik en kijk. Ik kijk naar een filmpje van de drukke Roger, die de hele wereld af lijkt te gaan om zijn strijd voor vrede en gerechtigheid. Ik zie indrukwekkende muziekshows met breedbeeldfilm op de achtergrond van mensen in oorlog. Publiek met tranen in de ogen. Hij doet erg zijn best, Roger. En hier sta ik en kijk. Mijn leven lijkt compleet het tegenovergestelde. Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat dit mijn kracht is. Het “Nietdoen.“ Het zijn. Waarnemen vanuit stilte, vanuit de plek waar ik ben. Vandaar uit creëer ik. Het is aan mij om te volgen wat er oplicht op mijn pad en me daarin te verdiepen. Het heeft een poos geduurd voordat ik daar de rust voor had. Ik was eigenwijs en wilde veel te veel. Er waren nogal wat zure appels, om doorheen te bijten. Maar ik heb leren leven met de weg die mij op het lijf is geschreven. Het stille. Soms is dat eenzaam. Maar het geeft ook veel voldoening.

Ik kijk naar een filmpje. De vrouw van David Gilmour, de schrijfster Polly Samson, deelt het op Facebook. Het is bij hen thuis. De tafel zit vol. Opgeteld hebben ze samen negen kinderen, boordevol talenten. Ik zie een wand vol kleurige kindertekeningen. Een kuikentje dat over de tafel loopt en pikt naar een foldertje dat iemand daar net neergooide. Mooie kinderen met zwart haar. David speelt gitaar en oefent een lied. Hij kijkt afwezig naar het beestje op de tafel, geheel verdiept in zijn muziek. Ik zou hier helemaal thuis kunnen zijn, tussen mensen die bij me horen en allemaal mooie dingen maken. Maar het is niet mijn leven. Ik moet alleen zijn om te luisteren. Creëren vanuit stilte. Van daaruit ontmoet ik de ander.

Ieder heeft een eigen pad.

.

De onderste 2 foto’s zijn van Elske Riemersma.

.

.

.

.

.

.

.