Slapen in mijn bungelbed

.

.

Luister hier naar het voorgelezen verhaal van 7,5 minuten.

Wat is het toch heerlijk om wakker te worden in mijn bungelnest. De stevige katoen van de grote hangmat, vormt zich naar mijn lichaam, alsof ik in een buik zit. Onder me liggen schapevachten en ik ben compleet omhuld door het donzen dekbed, dat vanzelf in mijn kuiltje blijft liggen. Ik koester mezelf in de warmte en kan me voorstellen hoe het is om een jonge winterkoning te zijn tussen moederveren, in een kogelrond nestje. Mijn plafond is rond als een buik, met gebogen ribben. Zachte witte stof bekleed de dikke laag schapenwol in het dak als een huid en je krijgt zin om het aan te raken.Het is een dak dat leeft. Toch is het gewoon een huis, een heel klein huis op wielen, waar ik in leef, slaap en wakker word, ook vandaag, op deze donkere winterdag.
Ik blijf nog lekker even liggen.
Mijn hangmat is comfortabel omdat hij dubbelbreed is. In een eenpersoons hangmat kan je geen houding vinden die je de hele nacht vol kan houden. Maar hierin kan ik mijn benen strekken en languit op mijn rug liggen, zonder dat mijn lichaam de vorm van een winkelhaak aanneemt. Ik kan opgekruld op mijn zij liggen. Alleen niet op de buik, maar dat deed ik toch al nooit.

De hangmat is het beste bed wat ik ooit heb gehad. Ik ontdekte het door mijn vriendin Kirsten, die kon er zo lyrisch over spreken dat ik nieuwsgierig werd. Het was in 2011, ik woonde nog in de oude werfkelder aan de gracht. Ik was snipverkouden, maar wilde toch naar de afspraak in Den Haag, om een vriend ondersteuning te bieden bij zijn politieke actie. Toen gebeurde het, op een behulpzaam moment in de trein. Ik wilde alleen maar iemands koffer in het bagagerek leggen. Dát wreekte zich. Het lukte me wel om thuis te komen. Maar de pijn was zo erg dat ik er niet van kon slapen.
Toen dacht ik aan de hangmat van Kirsten. Ik vroeg het haar en hoera, ik kon hem lenen, een joekel van een hangmat was het, en ik gooide er mijn dikke schapevachten meteen in. Het was een grote opluchting hierin de nacht door te brengen, zelfs als ik wakker lag. Ik kon er in wiebelen om mijn spieren los te maken, zonder dat het moeite kostte. En ’s ochtends was ik niet stijf als een hark, maar elke nacht was een zegen. Het ging steeds beter. En zo kwam ik uiteindelijk, na vele weken, van die rugblessure af.

Ik ben daarna uit de kelder vertrokken en nooit had ik nog last van mijn rug. Tot dit jaar het grijze vochtige herfstweer begon. Het matras waarop ik sliep was eigenlijk iets te hard, en ik had blootgelegen in mijn slaap, omdat de deken van me was afgerold. Mijn rug vond dat niet leuk, en voelde stijf en pijnlijk. Meteen dacht ik aan mijn eigen goeie hangmat. Ik had hem niet in gebruik genomen, omdat ik dacht dat hij niet in mijn huisje pastte. Maar nu zag ik iets wat ik al die tijd niet had opgemerkt. Als ik het ventilatieluik boven de voordeur opende, dan kon ik het uiteinde van de hangmat doortrekken naar buiten en daar vastmaken. Ik sprong opgewekt uit mijn bed, om meteen daad bij woord te voegen. Deze roekeloze actie werd meteen bestraft en even stond ik stijf van de pijn. Even stond ik stil, en mijn kaak spande zich. Daarna bewoog ik me weloverwogen voort. Als een stram oud wijf lukte het me om de hangmat op de juiste plek te krijgen, ik trok de harde lus door het luik naar buiten en maakte het vast aan de laatste spant onder het bordes.
Die avond kroop ik er heerlijk in. Onder de hangmat had ik het dwarsbankje geïnstalleerd, en daarop lag het infaroodpaneel. De straling daarvan is erg goed voor je spieren en gaat heel diep.
Toen ik de volgende ochtend wakker werd, voelde mijn rug als herboren. De pijn en de stramheid, alles was in één nacht verdwenen!

Ik slaap nu iedere nacht in de hangmat. Het meest geniet ik van het wakker worden, nog doezelend tussen waken en slapen in, dan ben ik helemaal gelukkig. Ik lig een beetje te wiebelen en luister naar het opgewekte getjilp van de mussen. Even blijven liggen, maar niet te lang, dat is jammer van de ochtend. Ik voel het tot in mijn tenen, het wordt weer een mooie dag, hoe grijs hij ook is. Na zo’n heerlijke nacht in mijn bungelbed kijk ik nergens tegenop!

.

.

Omdat ik veel werk heb aan de tekeningen van mijn boek, plaats ik tijdelijk meer fotografische afbeeldingen.

Die heerlijke eenheid van leven en wonen

.

hangmat-uitproberen-in-de-woonwagen-kl-frm

.

De zon schijnt door de ramen. Fel en wit straalt hij op de nieuwe voordeurtjes. Ze zitten er alle vier in, twee boven en twee onder. Ook de vurenhouten vensterbanken baden in het winterse licht. Ze reflecteren hun warme oranje kleur in mijn richting. Ik krijg er een tevreden gevoel van. Het ligt er vol houtstof, schroeven, boortjes, allerlei stukjes hout. Eén blik en je weet het. Hier wordt gewerkt. Maar vandaag niet! Ik ga iets heel anders doen. Om een lang project leuk te houden, moet je bezigheden af en toe variëren. Iets doen waar je eerder nog niet aan dacht, iets leuks, met een snel resultaat.
Deze week werd ik wakker met een prachtgedachte. Ik zag het helemaal voor me. De hangmat, nù wist ik precies waar hij moest hangen! Hij zou een plek krijgen tussen de twee noklatten! Grijnzend bedacht ik me hoezeer alles met elkaar klopte, de beschikbare ruimte waar ik hem zou opbergen, de kracht van de construktie die juist op die plek hartstikke sterk is. Het warme groene doek zou perfect passen bij de geelwitte katoen van het dak.

Dus daar sta ik dan, mijn hoofd in de nek, frutselend met de harde lus van het uiteinde van het grote groengekleurde kleed. Om straks niet plotseling op mijn kont te liggen, maak ik hem vast met een abusslot. Het slot past mooi om de essenhouten boog heen die in de nok tevoorschijn komt. Hetzelfde doe ik met de andere kant, onder het lange, smalle daklicht. Het past allemaal precies. Tevreden wip ik mijn achterste over de rand van de mat en rol achterover. De stevige stof sluit zich om mijn lichaam als een noot in zijn dop. Is er iets fijners dan zo te liggen, met de zon in mijn gezicht?

Het is lekker in de wagen, terwijl het januari is en ik nog geen kachel heb. De zonnewarmte valt door de ruiten naar binnen. De dikke laag wol houdt de kostbare warmte vast, de lucht is droog en aangenaam. Terwijl ik van uit de hangmat door het raam kijk, vraag ik me af hoe de ruimte verhouding van mijn wagen is, de muur en isolatie ten opzichte van de binnenruimte. De muren, het dak en de vloer zijn bijna tien centimeter dik. In totaal kom ik kom uit op iets minder dan dertien procent van het geheel. Hoeveel is dat bij andere huizen? Raar eigenlijk dat ze de grootte van de binnenruimte ongemoeid laten bij de bouwwet voor isolatie. Het maakt nogal wat uit of je deze wand voor een kasteel gebruikt, of voor een heel klein huisje. Dat het wat klein is vind ik niet erg. Als ik hier in mijn hangmat lig ben ik helemaal gelukkig.
Hoeveel anderen zullen mij nog volgen? Er zijn er genoeg, mensen die geen huis kunnen betalen en voor wie klein wonen een uitkomst is. En ook voor anderen kan het de oplossing zijn, dakloze Groningers, flexwerkers die mobiel willen wonen, forenzen die niet meer willen reizen. Het meest houd ik van mensen die net als ik, van weinig kunnen genieten, als ze maar veel groen om zich heen hebben. Mensen met respect voor de bodem waar we op staan, voor de lucht die we inademen en daarom kiezen voor klein en eenvoudig.

Ik besef hoe bijzonder het is dat ik dit kan bouwen, in mijn eentje, zonder voorbeeld. En steeds meer ben ik ervan overtuigd: dit wordt een plekje om in de meest extreme omstandigheden toch prettig thuis te kunnen zijn, of het buiten nou bloedje heet is, of hartstikke koud. We zullen het allemaal meemaken. Het moment dat ik erin ga wonen komt steeds dichterbij.

Zo lig ik in mijn hangmat en kijk naar buiten. Ik heb er vertrouwen in.

.

.

Inspirerende links:

http://www.tinyhousenederland.nl/inspiratie/we-hebben-meer-pioniers-nodig/

http://www.tinyhousenederland.nl/regelgeving/tiny-house-wetgeving-van-bouwbesluit-tot-omgevingswet/