.
Terug in Roemenië. Ik verblijf bij een gastvrije vrouw die Agnes heet. Ze voert een klein boerenbedrijf en ik werk deze maand mee, tegen kost en inwoning. Ik zit op de drempel in de schaduw. Het is warm. Ik hoor alleen de krekels in het gras, een kip die aanhoudend blijft kukelen in de verte, een kind dat roept. Het huis staat in een klein dorp, gelegen aan een smalle beek, die uit de bergen komt. Als ik in de beek sta, dan kan ik de blauwgrijze toppen zien liggen als indrukwekkende schaduwen aan de horizon. Er ligt nu geen sneeuw op de bergtoppen, en de beek is niet meer dan een ondiepe stroom met glibberige keien. In de lente, als het smeltwater komt, dan kan het smalle beekje uitgroeien tot een rivier. Soms komt het zelfs tot over de drempels van de huizen. Over de kreek zijn hier en daar eenvoudige bruggen gemaakt, maar toen we gisteren aan kwamen rijden, reden we dwars door het water naar de overkant. Het dorp ligt als een lang lint langs de stroom. De wegen zijn van zand en grind. Voetpaden hebben zich in de jaren vanzelf gevormd, dwars door het gras en wilde bloemen naast de beek. Langs het water staan overal fruitbomen en kruidige bloemen en ik vond watermunt en wilde tijm. Alle huizen hebben een hoog houten hek voor het erf, niet om de boeven buiten te houden, maar om de loslopende koeien, honden en paarden tegen te houden. Gisteren was de deur open blijven staan. Toen stond er ineens een brutaal en onvriendelijk paard de spruitjesplant op te eten. Zijn voorpoten waren aan elkaar gebonden met een korte ketting, zodat hij niet kon rennen. Maar weglopen kon hij dus wel. Gelukkig duurde het niet lang voor we hem weg hadden en de schade viel mee. Agnes heeft gauw de deur op slot gedaan.
Agnes is een nu paar uur weg. Ze brengt twee Nederlandse gasten weg met de auto. Na een gezellig ontbijt ben ik nu een paar uur alleen. Het is anders om hier alleen te zijn en ik geniet er van. Ik heb de afwas gedaan en frambozen geplukt voor de verkoop. Tommy, een opgewekte Kooikerhond, ligt te slapen in de schaduw van het kleine gastenhuis. Het brede erf ligt tussen twee huisjes en twee schuren. Het is begroeid met gras en er is een moestuin met bonen, kolen en bloemen. Als ik erlangs loop, vliegt een groep mussen op uit de drogende bonen met het dorre blad. De bonen moeten rijpen, het is bedoeld als zaaigoed. Maar de vogels vinden het ook lekker.
Ik loop verder, langs de twee schuren, achter op het erf. De ene schuur is deels van gepleisterde steen, deels van hout. De deur is ook van hout. Ik ga naar binnen. Ik zie dat tussen de kieren van de planken door genoeg licht komt om alles te zien. Er staat het een en ander opgeslagen en er is een hooizolder. Ik loop verder naar de andere schuur. Die is van hout en van keien die uit de buurt komen. Er ontbreekt een wand. Als ik er naar toe loop, dan zie ik dat ook de kelder niet compleet is. Hij heeft maar een half dak. Het zijn grote balken met smalle stroken gewelfd metselwerk ertussen. Hoe zou je zoiets restaureren, vraag ik me af. Maar ik denk er niet te lang over na. Het land loopt nog verder door. Achter de twee schuren rusten de drie schapen en lopen kippen. Ze kennen me al en lopen niet meer voor me weg. Een van de drie schapen kijkt me nieuwsgierig aan. Ze hebben hier een mooi veldje om te grazen. Maar ze kunnen niet in het midden komen, daar staat een hek omheen. Er groeien pompoenen en frambozenstruiken. Heerlijke grote frambozen hangen te rijpen in de zon, rode en gele. Gisteren hebben we ze verkocht op de biologische markt in Sibiu. Achter de frambozen begint een heuvel met pruimenbomen, appels en acacia´s. Het gras eronder is ruig, maar wel gemaaid. De eerste pruimen en appeltjes zijn al op grond gevallen. Ik proef een paar maar ze zijn zuur, hard en klein. Nog even wachten voor ze rijp zijn.
Achter het laatste hek beginnen de velden, het hooiland, vol bloemen en vogels en andere dieren. In de verte ligt de hoge bergrug van de Karpaten en is de allerhoogste top te zien. Hoewel de lucht hier helder is, zijn de bergen vandaag in nevelen gehuld. Zou het morgen beter zijn? Misschien gaan we er wel heen. Als je in de wolken loopt kan je niks zien. Maar vandaag ben ik in elk geval hier. En nergens anders. En ik schrijf. Net zoals thuis. Alleen het decor is anders.
.