Het is al een aantal dagen geleden dat ik Tjechie achter me liet. Nu ben ik voor de derde dag bij Anet Verwey in Valsanesti. Het is een rijk bebost heuvelachtig gebied dat tegen de bergen aan ligt. Het dorp bestaat uit twee straten. Een verharde, doorgaande weg, en een grindpad. Het was vandaag warmer dan gisteren. Anet is naar Bucarest en ik ben hier twee dagen alleen. Ik heb de parasOL gemaakt die was omgevallen, vond twee lege accu’s die ik maar ben gaan opladen en heb even in de koele kamer naar geluiden geluisterd. Tussendoor naar het magazin gelopen, een gewoon huis, en niet als winkel te herkennen als de deur niet openstaat. Maar ik zag daar niemand en ook de straat was bijna verlaten. Ben weer teruggelopen en zojuist opnieuw de deur uit gegaan. Nu is het avond en de zon staat laag en het licht is niet meer zo ongenadelijk als midden op de dag. In de winkel hadden ze paprika tomaat, worteltjes, brood, een paar pakjes soep in een pakje, wat boter en wat snoep. Ik kocht brood paprika en tomaat en ben een rondje gaan lopen. Werd bijna verlegen van alle blikken en een vrolijk rondbuikig mannetje zei dat hij ook de heuvel op wilde die ik gekozen had en hij raakte me meteen aan. Toch maar niet, zei ik met mijn armen over elkaar. En ik maakte hem duidelijk dat ik toch maar liever de dorpsweg wilde zien. Veel mensen hier spreken volgens mij alleen roemeens en ik kan net genoeg verstaan om ze een beetje te begrijpen. Als ik het niet begrijp herhaal ik hun woorden en kijk ze aan, het resultaat is tot nog toe vaak dat ze gaan lachen of tevreden gaan kijken. Er zat een klein oud vrouwtje op een bankje, en toen ze mij met rode rok en strohoed voorbij zag gaan, schoot ze me aan en zei ze volgens mij dat zij vroeger ook zo was en heel veel gekust werd. Maar nu was ze oud en krom. Draga, mompelde ze glimlachend toen ik verder liep en ik keek nog even naar haar om en lachte haar toe