.
.
De Dieze stroomt als stroop zo traag
het enige wat zich roert
Zijn oever is een natte kraag
die kronkelend naar nergens voert
Het bos droomt roerloos
houdt zich stil
Mijn neus is als een rode roos
mijn handen wit en kil
Zacht rust het leven in de aarde
met vochtige deken gedekt
De kiem die steeds mijn moed bewaarde
door de kleinste glimp gewekt
Rustig ga ik voort
Ik wandel hier en kijk
Geduld dat is een toverwoord
Daarmee wordt alles rijk
Langzaam keer ik mij weer om
en een bries, zo loom
veegt resoluut de hemelkom
van grauwe grijsheid schoon
Ik zie de mistige flarden verdwijnen
en koester me in het heerlijke licht
Zolang als de zon op mij blijft schijnen
Is mijn hart een liefdesgedicht
Mooi!!
LikeLike