.
.
.
Ik koester me in een holletje van schapenvachten en kijk naar buiten. Harde wind waait om mijn wagen. De zon komt achter een wolk vandaan. Vanuit mijn warme woonwagen ziet het er opeens aantrekkelijk uit, maar ik weet, de wind is verraderlijk koud. Als de zon verdwijnt is het meteen een stuk donkerder.
Ik draai mijn hoofd, om door een kleiner raam te kijken dat aan de achterkant zit. Vandaar uit zie ik mijn onderstel. Vanmiddag heb ik een groot transparant bouwzeil vastgemaakt. Daar staat het nu onder. De bovenkant van het zeil zit aan de dakrand vast van het huis, en de andere kant ligt op het gras met een heleboel zware stenen er op. Het flappert niet meer, mooi zo. Ik kijk er nog even naar en ben toch een klein beetje tevreden, ondanks dat ik mijn dag niet heb.
De vaart is er nu even uit. Stevige rukwinden trokken aan het materiaal dat ik in mijn eentje vasthoud met ijskoude handen. Ik hield het voor gezien en ging naar binnen, lekker bij de kachel.
De dag is zowat ten einde. De wekker tikt maar door alsof het allemaal niet uitmaakt. Ik dompel me in de niksigheid en kijk naar het terugkerende gele licht van de ondergaande zon en de donkergrijze wolken.
Een windvlaag schudt de wagen heen en weer. Er tikt een boomtak tegen de houten wand. Alles beweegt en ik lig hier in mijn eentje te luisteren.
Alles beweegt, het gaat maar door. Ik denk er aan hoeveel mensen zijn gekomen en gegaan, in de vijftig jaar van mijn leven. Dat zijn er veel. Er komt een beeld bij me op. Ik zie mijn eigen blote voeten in schelpenzand en golven spoelen over mijn tenen. Het is eb, de zee trekt zich terug. Alleen mijn voeten blijven staan. Het zand er onder vormt een bultje, een steeds kleiner wordend heuveltje waarop ik sta. De zee blijft trekken en kietelen onder mijn tenen en zuigt de grond onder mijn voeten weg, de stroom in. Trekken blijft het, spoelen, waaien en beuken. Water, wind en zand. Opdat niets ooit hetzelfde blijft, zelfs niet de grond waarop ik sta.
Gelukkig zit mijn zeil nu vast. En hopelijk blijft het zitten, tot het moment dat ik het zelf weer los maak.
.