.

.
Werken aan kleine wegen en korte verbindingen. Er zijn nog vele oude ideeën die moeten sneuvelen, voor meer creativiteit daarin mogelijk is.
Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.
Aan één kant van het terrein is geen pad. Er valt niks te maaien, geen grind te storten in de kuilen, niks van dat alles. Het is de kant van het water. Het riviertje de Zwette is het enige wat nog is overgebleven van de Middelzee. Wat mooi moet dat zijn geweest, al dat water, dat vrijelijk in en uit stroomde langs kwelderruggen vol watervogels. Dat is al lang geleden. Het is het landschap dat mij kippenvel bezorgt, alleen al bij de gedachte. Álles is nu anders. Het land is zakelijk en groen geworden, met functionele rechte wegen. De Zwette doorbreekt die starheid, het water glinstert speels in de wind. Maar het heeft ook een taak, het is heel belangrijk voor de afwatering. Zonder Zwette stonden de weilanden regelmatig onder water. Verschillende gemalen moeten goed hun werk doen om dat te voorkomen. Een brede strook riet omzoomt de waterweg. Linksaf ga ik naar Leeuwarden, rechtsaf kan ik naar Sneek. Er is geen brug naar de overkant. Wel zijn er twee bootjes, voor privégebruik. Toch wordt daar nog al eens over geboomd. Kunnen we geen verbinding maken?
“Ik wil dat pontje gaan maken,” zeg ik tegen de boer. Hij staat in de deur van de schuur en een zwaluw scheert rakelings langs zijn hoofd. “Je hebt het er wel eens over gehad. Het lijkt me een mooi project.” zeg ik. Het gezicht van Jochum klaart op. “Ah goedzo. Mooi. Maar wel helemaal aan het einde hè, ik wil al die mensen niet langs de boerderij hebben lopen.” Ik knik opgewekt. “Ja, ik wil er een bel bijhangen. Daarmee kunnen ze me roepen, de mensen. En dan…” ik wil verder gaan, maar ik zie een frons op zijn gezicht. De beste man heeft hier al vaak over nagedacht, dat is duidelijk.“Een bel?” barst hij los “Dat er een vrouw aan te pas moet komen om over te steken? Neeeee dat is toch niks!” Vastbesloten kijk ik hem aan. “Als ik er geen rol in kan spelen, dan doe ik het niet.” Zijn gezicht ontspant en hij denkt even na. “Het is mooi als de mensen het zelf kunnen doen zie je, dat oversteken. Maar jij zal er toch wel een rol in kunnen spelen, op één of andere manier?” Opgelucht ga ik verder. “Dat denk ik ook. En weet je, klein beginnen is denk ik toch het beste. Niet meteen een aanvraag doen voor een officiële pont met een lier. Eerst gewoon die bel, en roeien ofzo. Daarna kunnen we altijd verder zien, als het een succes is. Ik denk over een brede steiger met een bank en liedjes erbij. En mensen kunnen er hun verhaal vertellen, wie weet wat er uit voortkomt.” Hij glimlacht en knikt. “Dat lijkt me wel een goed begin. Je hebt gelijk.Voor zo’n aanvraag erdoor is bij de gemeente, dat duurt jaren.”
En zo komt er aan een dood punt misschien een einde. Al gaat het niet zomaar. Eerst moet ik een goed ponton vinden. Dan ga ik nadenken over de voortstuwing die ik erop maak. Ik wil het vaartuig karakter geven met een stalen kunstwerk. Daarvoor moet ik leren lassen. En langs de oever moet het riet worden gemaaid. Er moeten gaten in de grond worden geboord voor palen. Daar op gaan we de steiger bouwen met een klein terras. Als dat alles klaar is, zullen er mensen oversteken die stekken en boompjes meenemen. Die zijn voor het Verhalenpad. Met elkaar zullen we meer en meer leven in het land brengen en onze wandelpaden onderhouden, tussen stukken onbetreden aarde door. We zullen zien hoe het er wemelt van beestjes en insecten en plantjes. Langzaam groeit het beeld in mijn gedachten. En ik weet: Dit gaat lang duren.
Terwijl het tot me doordringt hoeveel werk het is, wil ik vluchten. Hoe lang wil ik al het kustpad bewandelen in Engeland? Bergen beklimmen in Oostenrijk of Roemenië? De zee op te gaan in met een oud zeilschip, de oversteek maken en kroegen bezoeken in Ierland, meezingen met de liederen die ik ken. De ontdekkingsreiziger in mij roept. Ik haal diep adem. “Nee,” zeg ik tegen de grenzen verkennende avonturier in mezelf. Niet nu. Ik wil werken aan kleine wegen en korte verbindingen. Er zijn nog vele oude ideeën die moeten sneuvelen, voor meer creativiteit mogelijk is. Dat vraagt om een lange adem. Tegelijkertijd is het de kunst om te genieten van wat er al is. Er is niets dat haast heeft. Er is tijd. En verrassingen zijn niet onmogelijk. Net als je denkt dat het nog heel lang gaat duren, gaat het soms ineens heel snel.
.

.
Het water in de Zwette glinstert in het late licht. Het water stroom altijd door, naar Sneek, naar de Waddenzee, de hele aarde over. Alles staat in verbinding. Ook al sta ik als een wilg, stil te kijken langs de kant. Ooit ga ik mee, met het water. Als het werk gedaan is en de wereld zich opnieuw opent.
.
.
Rectificatie: Vroeger was de Zwette een riviertje, voor de loop werd aangepast. Nu heet het een trekvaart. De Zwette (officieel in het Fries: De Swette) of Sneekertrekvaart is de waterverbinding tussen Sneek en Leeuwarden. De vaart maakt deel uit van de Elfstedentocht. De Zwette vormt de grens tussen Oostergo en Westergo. Van de naam wordt aangenomen dat ‘zwet’ of ‘zwette’ een ander woord voor grens is. In het Oudfries betekent ‘zwet’ “zoet” wat in die hoedanigheid gebruikt kan zijn om de verandering, van de ooit zoute Middelzee, naar zoete rivier de Zwette ‘de zoete’ aan te geven. De Zwette loopt ongeveer in het midden van de kwelderwallen van de oude Middelzee. Na het dichtslibben van de Middelzee had de Zwette vooral een functie als afwaterings- en grenssloot. In latere tijden is de loop aangepast en gebruikt als trekvaart tussen Sneek en Leeuwarden. De kwelderwallen zijn te herkennen aan hun hogere ligging in het landschap.
.
.
Mooi plan. Heel mooi opgeschreven ook weer.
LikeLike
Hier in het Wormer-en Jisperveld hebben we ook een meertje het Zwet. Zaans en West-Fries heeft best overeenkomsten.. Taal is leuk! 🙂
LikeGeliked door 1 persoon