.

Mensen die de bodem onder hun voeten dreigen te verliezen, een plek, die voor hen heilig was. Ik wens dat hun heilige plaatsen nog duizenden jaren zullen bestaan en dat zij en hun kinderen nooit weghoeven. En dat er nog veel van die plekken bij zullen komen. Met die intentie zorg ik voor de mijne.
Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.
Do you like to listen to the ENGLISH translation? Push the button under the text.
.
Daar sta ik dan. Ik heb mijn schone kleren aan, want dat kan nu. Voorzichtig loop ik het pad af, op mijn nette schoenen. Ik wandel langs de plekken waar ik gisteren bezig ben geweest, in weer en wind, langs het Verhalenpad. Het graven is klaar. De boompjes zitten erin. Maar ik heb nog veel meer gedaan. Verscheidene plantgaten liepen vol water. Actie was dringend nodig, anders zouden ze verzuipen. Gemotiveerd ging ik verder met scheppen. Slingerende geulen en gaten zijn het geworden, om de kleine boompjes heen. Vanaf de plant steeds dieper, kronkelend van de ene waterkom in de andere, tot de stroom het eindpunt heeft bereikt: een hele diepe kuil. Het was een hoop werk, maar het was het meer dan waard. Niet alleen werkt het goed, het ziet eruit alsof de natuur het zelf zo heeft gemaakt. Kunst! De klei was zacht als boter. In twee dagen kon ik zoveel doen! Ik genoot ervan. De droge maand maart had de grond hard gemaakt als kalksteen. Dat was nu wel anders. De regen en de harde wind kon me niet deren. Lachend worstelde ik met de spade, zwaar van aangekoekte drab.
Dat was gisteren. De paarse regenbroek is inmiddels opgedroogd en heeft een onbestemde kleur gekregen. In mijn klomp zit een gat van het kracht zetten op de spade. De geleende laarzen liggen vol aangekoekte modder thuis, op het bordes. Ik loop weer terug, op mijn nette schoenen en veeg de modder onder de zool af aan het gras. Ik denk dat Dick de koffie klaar heeft en loop het grindpad af.
.

.
Al die dingen koester ik. Hoe langer ik hier ben, hoe meer ik wortel. Steeds vaker ben ik precies op het juiste moment op de juiste plek. Dat komt omdat ik hier bijna altijd ben, hier, rond de boerderij, op het landje, en in het huisje van mijn vriend Dick. Ik ken het pad met elke hobbel en kan met ogen dicht de 500 meter afleggen naar zijn voordeur. Ik loop met mijn nette schoenen om de plassen heen. Er zijn flinke buien gevallen. De klei is weer zacht. Steeds dierbaarder is het me, deze grond onder mijn voeten. Het hoort bij me. Hier te staan, nu. Het de enige zekerheid is die ik heb, behalve de dood.
Hoeveel mensen verliezen de bodem onder hun bestaan? Het is niet alleen de oorlog zelf, die levens ontwricht. Het is ook de onverzadigbare gulzigheid naar grondstoffen. Grote handelsstromen lopen over de hele aarde, en dat is nu in de war gegooid. Sommigen zijn wijs, en beginnen minder te consumeren. Anderen voelen een nog heftiger noodzaak om te zoeken naar méér. Zoals Brazilië en India. Zij zetten haast achter nog meer mijnbouw.
Hoe ver het ook is, in Brazilië wordt de invloed van de oorlog dus ook gevoeld. Ze voerden altijd kalium in, uit de huidige oorlogsgebieden, voor kunstmest. Dat is nodig voor hun sojateelt. Die import is wegvallen. Daarom wil president Bolsonaro een kaliummijn ontginnen in het al ernstig aangetaste Amazonewoud. Dat wil hij al langer. Maar dit is het gebied van de Mura. Het zijn strijdbare mensen en ze houden intens veel van hun land. Ze houden de kap al lange tijd tegen. Maar hoe groot hun moed ook is, de druk van de boerenlobby wordt in deze omstandigheden bijna onhoudbaar. Zal hun strijd uiteindelijk tevergeefs zijn? Dit zou opnieuw een deel van het regenwoud kosten, land van oud natuurvolk. Nog meer kale aarde. Met alle gevolgen van dien.
Wouden worden gekapt, heilige plaatsen worden zonder pardon van de aardbodem geveegd. Hele volksstammen gaan in protest, maar worden met geweld het zwijgen opgelegd. Dit gebeurt in Brazilië maar ook in India. India importeert 85% van hun olie uit Rusland. Omdat door de oorlog de energieprijzen gigantisch zijn geworden, wil de overheid kolenmijnen ontginnen en het liefst zo snel mogelijk. Ook dáár moet gekapt worden, heel veel gekapt. Het zijn de bossen waar Adivasi huizen, een volk met 57 miljoen mensen. De wouden moeten plaatsmaken voor een enorm uitgestrekt mijnengebied. Een hel. Voor de Adivasi is er geen alternatief. Ze moeten simpelweg oprotten. En waarheen dan? Er is niets wat hun rest, ze zullen overal verschoppelingen zijn. Ik denk aan hun vrouwen. Zij zijn het, die moed tonen. Overal komen ze in opstand. Ze worden op grote schaal verkracht en vermoord. Ik heb het zelden over deze dingen, omdat ik vooral wil inspireren. Maar het hoort er wel bij, dit te weten, deze mensen te steunen. Te denken aan de vrouwen die zich zo verbonden voelen met hun land, net als ik. Die vechten voor wat hen dierbaar is. Elke vrouw die daarbij het leven verliest was mijn zuster.
.

.
Het zijn deze mensen, die het eerst het slachtoffer zijn, de laagsten in de ladder. Wie denkt er aan hen, in al het tumult? Ze verdienen zoveel meer! Het zijn juist zij, die zich verantwoordelijk voelen voor de Aarde. Ik hoop op een wonder. Dat dit de laatste krampkoortsen zijn van het oude, wat niet meer werkt. Dat een wereld om de hoek staat die berust op samenwerking en symbiose. Dat alle mensen hun grond kunnen behouden en dat hun heilige plaatsen nog duizenden jaren zullen bestaan. En dat er nog veel van die plekken bij zullen komen. Met die intentie zorg ik voor de mijne. Mijn heilige plek bij boer Jochum, in dit dorp in Friesland. Dit Verhalenpad, in de zompige klei van het natte Noorden.
.
Nederlands
English
https://www.survivalinternational.org/campaigns/adivasisagainstcoal
https://www.mo.be/artikel/de-adivasi-de-vergeten-bevolkingsgroep-van-india

Schuilen voor de regen
.
Wat een intens aangrijpend stuk weer. Zo meevoelend invoelend en wijs.
Wat een berg liefde voor de aarde. Het vult mij.
LikeGeliked door 1 persoon