Verwelkoming van het esdoornjaar

Hoe een gehekelde zaailing geliefd werd.

.

Twee zaailingen van esdoorns.

.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Het is miezerig. Het Verhalenpad is te drassig om met de kruiwagen te rijden. Eigenlijk moet dat nog, de berg compost is nog niet helemaal weg. Zo nat is het! De eenden vinden het heerlijk, al die plassen. Ik zie ze overal kuieren, alleen of in groepjes. Maar boeren en hoveniers worden er mesjokke van. Er moet ingezaaid worden, maar daar is het telkens weer te nat voor. Ik heb ook nog een paar zakjes met zaad. Het zijn kleine zakjes van Joop. Na zeventien jaar tuinieren en planten heb ik het inmiddels afgeleerd om al te enthousiast te beginnen. Ik weet hoe bordjes met namen al gauw verdwijnen in een wir war van groen. Die verdraaide diversiteit ook! Ik moest die eerste keer erg om mezelf lachen. Natúúrlijk gaat het anders dan ik bedacht had. Op nieuwe grond die honderden jaren niks anders kent dan weide en riet, moet je ook niet al te hoogmoedig zijn, met zaaiwerk. Tussen de bomen en heesters die ik plantte, groeit al genoeg. Wilgenroosje, speenkruid, gele melkdistel, kaardebol, paardebloemen, veldkers, zilverschoon, hondsdraf, om maar eens enkele te noemen. De twaalfjarige luzerne die ik zaaide, zijn allemaal opgegeten door de hazen. De drie salieplanten trokken het niet. Ook de lijsterbes heeft er moeite mee. De klei valt ze zwaar. Het is een optimistische struik, die graag weer opnieuw begint. Maar als de bodem zo ontoegankelijk is, raakt ze ook snel ontmoedigd. Het is boeiend om te zien hoe dingen goed gaan, maar ook hoe moeizaam het kan zijn. Ik doe er dus alles aan om de overgang van weide naar bostuin te bespoedigen, zodat meer planten zich thuis zullen voelen. Zeker op harde weidegrond in een overgangsfase.

Ik herinner me de dag dat ik bomen haalde, bij MeerbomenNu. Ik ontmoette daar een kloek groepje vrouwen en een enthousiaste man. De man bleek de leiding te hebben, hij was één van de twee opperhoofden van het land. Tjeerd, heette hij. “Hé ben jij Alowieke!” riep hij tot mijn verrassing. Hij had van me gehoord, en was mijn blog gaan volgen. We hadden een levendig gesprek. “Misschien kun je daar ook wel een voedselbos planten!” zei hij. Ik vertelde dat de boer het daar inderdaad over gehad heeft. “Maar ik heb het idee niet met beide handen aangegrepen“ ging ik verder “Ik denk dat enige terughoudendheid op zijn plek is. Ik weet nu hoeveel werk het is. Het is keiharde weidegrond en na vijftien centimeter begint de stijve grijze zeeklei.” Hij keek bedenkelijk. “Ja, dan moet je eenvoudig beginnen.” Hij geeft me gelijk zijn advies. “Begin met esdoorns.” Aan dat idee moet ik wennen. Eén van de eerste dingen die ik leerde van de hoveniers bij Copijn, was esdoorns uittrekken. Voor je het weet heb je ze overal. Esdoorns, die plant ik dus niet. Ik vertel hem dat ik vooral wilgen en elzen heb geplant. En ook nog een zootje hazelaars, notenbomen, berken, lijsterbessen, maar dan wel met heel veel compost erbij. Ook plantte ik veel bomen op het hoge stuk, waar ze niet kunnen verzuipen. “Het is een mooi begin, voor een voedselbos. Maar voor een hele hectare is dat een hele opgave,” zei ik.

Nu kijk ik naar de esdoorns achter mijn huis. Ik heb er zeventien omgezaagd. Ze zijn allemaal weer vrolijk uitgelopen, tot mooie compacte bosjes. Gaandeweg ben ik ze steeds meer gaan waarderen. Er zitten graag vogels in en ik hoor ze de hele dag. Daar achter mijn kleine huis, daar komt verder niemand. De esdoornstruiken geven wat beschutting, want ondergroei is er nauwelijks onder de hoog opschietende schietwilgen.

.

Allemaal zaailingen van esdoorns

.

Deze lente is het bezaaid met piepkleine esdoorns. Overal zie ik de kiemen opkomen, op alle paden, langs de bosranden, tussen de tegels. Nog nooit heb ik er zoveel gezien. Je zal maar hovenier zijn en ze allemaal uit moeten trekken! De natte winter was kennelijk ideaal voor het zaad. Overal zijn de helikopters heen gedwarreld, de harde herfstwinden hebben ze ver gedragen. Maar de boer lacht erom. Als je ze maait, dan verdwijnen ze wel, zegt hij. Ik ben benieuwd. Er zullen vast heel wat kieren en spleten zijn, waar ze een tijd ongezien hun gang kunnen gaan. En tussen de bomen en bosjes zullen ze overal opkomen, net als in het riet. Eenmaal wortels gemaakt, krijg je ze moeilijk meer weg.
Maar langzaam maar zeker ben ik er anders tegenaan gaan kijken. De esdoorns horen hier. Ik zal ze niet meer tegenhouden. Laat ze de grond maar klaarmaken voor de anderen, samen met de wilgen en de elzen. Als ze groter zijn zal ik ze knotten, net als de esdoorns achter mijn huis. Het wordt laag kreupelhout, en dat is fijne beschutting voor de dieren. De takken zullen de bodem verrijken en steeds geschikter maken voor anderen. Er is wat er is en daar kan ik steeds vaker blij om zijn. Ik vind een manier om er mee om te gaan, zodat het verrijkend werkt voor alles. Toch maar eens vaker met mensen als Tjeerd praten. Het opperhoofd bij de bomenplanters. Er valt nog veel uit te wisselen.

.

.

5 gedachten over “Verwelkoming van het esdoornjaar

  1. Hoi Alowieke, ja het is een leerweg, ‘tuinieren’, ieder jaar is weer zó anders! Al doende ben ik ook in 60 jaar steeds ‘voorzichtiger’ geworden met het maken van een ‘plan’. Kijken wat er allemaal gebeurt, en zachte begeleiding, is ook fantastisch. Planten en struiken die uit zich zelf ergens ‘aarden’ zijn vaak zo’n verrassing!

    En zo werd ik dit jaar ook enorm blij dat in wel 5 vogelhuisjes die ik dit jaar in de omgeving van ons erf ophing, soms al binnen twee dagen meesjes huisden! Terwijl de Gemeente Westerveld alleen maar aan het snoeien en wegmaaien is, het is om hopeloos van te worden. 

    Ook hier komen de Esdoorntjes massaal op. Als er weer zo’n droogte periode komt zullen de meesten hier op het zand wel het lootje leggen, maar hoe dat op de klei zal gaan. ? Gelukkig kun je Esdoorns inderdaad heel goed snoeien, ik ken ook een heel oude hoge Esdoornheg met prachtige kronkelvormen, maar het is wel ieder jaar een enorme snoeiklus!

    Waar ik eigenlijk even voor wil waarschuwen is voor zaailingen in de weilanden. Het blijkt dat paarden helemaal niet goed kunnen reageren op het eten van Esdoornzaailingen, ze kunnen er zelfs dood aan gaan. Dus beter geen Esdoorns naast weiland waar paarden staan, helaas. Want uitzaaien doen ze zich zeker!

    Alle sterkte en plezier met alles, en heel veel dank dat je je leven met ons wilt delen, met zulke fijne prachtige tekeningen ook!

    Heel hartelijke groeten, Saskia C. Kneulman

    Geliked door 1 persoon

    1. Dat is belangrijke informatie! Er zijn hier wel eens paarden, maar pas later in het seizoen, als er al gemaaid is en de grond droog. In de weiden groeien de zaailingen niet verder uit, de boer hooit al z n leven lang op een wei naast esdoorns en hij lacht er dus om. Ik neem aan dat hij weet wat hij doet. Maar ik zal het voor de zekerheid melden.
      .
      Zo n onderhouden esdoornhaag is vast mooi, maar daar begin ik niet aan. De bomen mogen groeien tot ze wat dikker zijn en dan zaag ik ze om. De stam is voor de kachel, takken voor mulch of compost. De meeste energie zit in de takken, dus dat komt goed uit. Brandhout en strooisel, dat hebben we hard nodig, hier in de weiden. Het hout laten we nu komen, compost ook. Ik ga er niet vanuit dat dat in de toekomst altijd zal kunnen. En is het voor de aarde zelf niet heel veel beter? Als we het van dichtbij halen en compost op den duur zelf maken, dan zijn we een heel eind op weg, denk ik.
      Alles laten bezorgen is luxe. Ik zie het als iets zeer tijdelijks, al is het voor de meesten nog zo gewoon. Voor mij is het dat niet.
      En dat begint allemaal met die zaailingen…
      .
      Dank voor de complimenten en veel plezier met de mezen. En ik hoop dat de gemeente ooit het licht zal zien.

      Like

  2. Hier ook heel veel zaailingen van esdoorn en wilg, voornamelijk in de paden en die worden maandelijks gemaaid. Heb al twee jaar wilg in een pot. Niet de bedoeling maar is zo schattig om hem te zien groeien ondanks met poging er een bonsai van te maken.
    Het doet me allemaal beseffen dat de natuur, zonder inmenging van de mens, er heel anders zou uitzien

    Like

    1. Ik kan me voorstellen dat je er graag naar kijkt, dat wilgje. En op elke plek doet hij het weer anders. Een bijzonder gebeuren ook, kijken wat er gebeurt als je je er niet mee bemoeit. In de permacultuur heet dat zone 5. Na alle andere zones in het ontwerp, is dit de wildernis. De plek waar je niks aan doet, en waar je alleen maar kijkt wat er gebeurt. Toch is wildernis niet per definitie beter. Ik denk dat wij mensen heel veel kunnen doen om de diversiteit juist te verhogen. Inheemse volkeren onderhielden eeuwenlange banden met dieren, planten en bomen om hen heen. We maken deel uit van het ecosysteem, en we kunnen onszelf daar nooit buiten plaatsen. Dat probeer ik ook in mijn verhalen duidelijk te maken. Terug naar de eenvoud, vanuit traagheid herontdekken wat onze plek is hierin.

      Geliked door 1 persoon

      1. Vooral jouw laatste zin blijft in mijn gedachten dwalen. Ik heb slechts een kleine tuin, dus verwildering beperkt zich tot het aanschouwen wat de plant gaat doen. Ik moet omwille van de kleine oppervlakte af en toe de grens bepalen met mijn snoeischaar. Dus ik kijk vooral naar de natuurgebieden in mijn omgeving. Ik hou er van om te spiegelen, wat doet de natuur en hoe voel ik me op dat ogenblik.
        We zoeken allen naar ons plekje in het geheel.

        Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie