.

.
Deze week geen luisterversie.
.
Traagheid met een deadline, bestaat dat? Het vraagt allerminst om gestage discipline om er stap voor stap naar toe te werken. Ik meen dat dit me aardig lukt. Er is een enkel vlaag van onrust, maar die laat ik niet winnen. Elke dag doe ik mijn ding, Ik schrijf en ik fiets op en neer naar Leeuwarden. Schilderen, naar de markt. Samenwerken met de mensen van het kunstatelier, eens in de twee weken zie ik ze. Een regelmatig weekritme is een grote steun. En ook mijn vriend Dick, die er van oktober tot juni is, en met wie ik de taken verdeel, het inkopen doen, eten koken. Als ik om elf uur binnen kom heeft hij het water voor de koffie al opgezet. Vaste regelmaat is een voorwaarde om nieuwe dingen op te kunnen bouwen. Zoals een boek. Of een nieuw bosje. Of een schilderij. Op dit moment ben ik met alle drie tegelijk bezig. Terwijl de dagen op zijn kortst zijn.
Het lijkt veel. Maar het is prima te doen, dankzij het leefritme. Ik loop naar mijn vriend, voer onderweg de koeien. Elke dag gaan mijn ogen langs dezelfde plekken. Steeds dezelfde zijn het, en toch is er veel te zien. Plassen in de wei die groeien en krimpen, een windvlaag die over het oppervlak strijkt. Bij Dick zijn wagen is een hele grote, naast de sloot. Daar is het land laag, en daar blijft al het water staan. Ik kijk er altijd naar, als ik er ben. Een zucht wind die over de vlakte strijkt. Ik kijk ook naar zijn huis, dat steeds schever zakt. Hij huurt het, dus doet er zelf niks aan. Heel anders dan het mijne, dat van mij is. Dat ik van binnen en buiten kan dromen, en dus altijd blijf onderhouden. Maar daar is het nu gaan tijd voor. Nu doe ik andere dingen. Het boek, de nieuwe bomen die komen, de schilderijen. Het hoort allemaal bij elkaar, en bij de boekpresentatie zal iedereen die wil dat kunnen zien. Maar zover is het nog niet. Eerst koffie. Ik loop het bordes op en ga naar binnen. Dick is er. Zoals bijna altijd.
Voor het schrijfwerk is een opmerkzame blik belangrijk. Rimpelingen in het water evengoed als gezichtsuitdrukkingen. Om herinneringen op te halen is rust nodig. December is een goeie tijd daarvoor. Ook voor “De heilige traagheid der dingen” is dat belangrijk. Mijn streven is om met nieuw jaar het boek naar Uitgeverij Zilt te sturen. Nu ik opnieuw het hele boek doorwerk, merk ik dat ik blij ben, met zulke scherpe herinneringen. Als een weefdraad verwerk ik ze door het boek, verschillende thema’s. Vooral als ik wakker word komen ze, als ik een paar dagen achter elkaar thuis ben. Het stille donkere bed is de beste plek om het te laten borrelen, verbindingen te leggen.: Dat ene stukje, daar moet iets bij. Het staat in verbinding en de ene toevoeging heeft invloed op de rest, die dan ook weer een beetje verandert. Langzaamaan verandert het boek wezenlijk. Het zijn geen losse stukken meer, doorspekt met meningen en conclusies. Die zijn er nog wel, maar alleen ter ondersteuning van het een verhaal. Het zijn niet de kralen waar ik mee rijg. Steeds meer wordt het een verhaal aan één stuk, een beleving waar de ander in zijn verbeelding mee kan gaan.
Eind december is de deadline, voor “De heilige traagheid der dingen”. Althans, het boek dan. Het komt er.
Omdat ik daar nu graag aan door wil werken, deze week geen luisterversie van dit verhaal.