De voltooiing van het boek: “De heilige traagheid der dingen”
.
.
.
Het is pauze. Om half twaalf voer ik de koeien en ga ik zelf lunchen bij mijn vriend. Twee uur, en dan weer verder. Momenteel is dat met schrijven. Want ik schrijf nog steeds aan mijn boek. Dat er ondertussen ook nog een blog moest komen, dat was ik even helemaal vergeten. Maar okee, dat kan ook nog wel even, tussendoor.
Het schrijven aan het boek gaat des te beter, wanneer je er helemaal in zit. Het is een heel proces, dat in fases gaat. Het begon met een gedachte. De afgelopen drie jaar heb ik veel gedacht, gezien en geschreven. Vooral in de diepte. Ik vond het nodig om dat eens helemaal uit te werken. Want blogs zijn maar kort. Mensen die ze lezen doen dat even tussendoor en hebben allerlei bijgedachten. In een boek wordt het een geheel, en kun je de lezers veel beter meenemen in gedachtegangen en gebeurtenissen. Maar hoe begin je? Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Eerst heb ik tien hoofdstukken gemaakt, met verschillende onderwerpen:
Hoofdstuk 1 Wat er vooraf gebeurde
Hoofdstuk 2 Het lage land van het Noorden
Hoofdstuk 3 Plant en bodemwerk
Hoofdstuk 4 De heilige traagheid der dingen
Hoofdstuk 5 Het heen en weer
Hoofdstuk 6 De kleurrijke taal van leven
Hoofdstuk 7 Het wilde als levensbron
Hoofdstuk 8 Inheemse banden
Hoofdstuk 9 Eenvoudig leven
Hoofdstuk 10 Het Verhalenpad
Vervolgens ben ik al mijn blogs afgegaan, vanaf een bepaalde datum. Ik heb gekozen, geknipt en geplakt. Van sommigen was het maar een enkele alinea, andere waren in zijn geheel van belang. Door ze in een breder omvattend thema te plaatsen, krijgt het meteen meer betekenis. Ook het plaatsen van verhalen onder elkaar is verrassend. Je ziet bruggen die meteen leiden tot nieuwe, verbindende scènes en gedachten.
Een enkele keer heb ik een stuk twee keer geplaatst. Dan maak ik het ietsje anders, en dan is het juist prettig, iets tegen te komen wat weer terugkeert in het verhaal.
Een andere ding is, hoe begin je een nieuw hoofdstuk? Het moet aantrekkelijk zijn, en tegelijkertijd moet je kunnen begrijpen waar het over gaat. “Het rijke fort Europa weet zijn grenzen goed te bewaken” is dat niet. Zulke grote dingen, daar beginnen al zoveel verhalen mee. Nee, beter is het om klein te beginnen, met verhalen van mensen zelf. Dat leidt dan tot het grotere, wat na het lezen van de rest veel beter te verteren is. Dus sommige stukken heb ik weggeknipt en omgewisseld. Het grote naar achteren, het kleine naar voren. En dan klopt het wel!
Wat het meest magische is, is om ergens anders iets te lezen waar je net over geschreven hebt. “De aanéénschakeling van toeval kan leiden tot wonderen.” Dat schreef ik. Het was een nogal poëtische ingeving. Even later lees ik een wetenschappelijk stuk over emergentie, een term uit de natuurkunde. Het komt uit het Engels en het betekent letterlijk: Het kan vanuit het niets ontstaan. Verschillende delen sluiten zich aanéén, en dat geheel blijkt heel andere eigenschappen te hebben dan het individu afzonderlijk. Een prachtige gedachte, en helemaal in één lijn met de mijne. Nu is het niet alleen van mij, maar het past ook in het grotere verhaal.
Zo schakelt alles zich aan één. Ik schrijf en schrijf. Uren achter elkaar. Hoe dichter het einde nadert, hoe meer ik erin duik. En nu nadert het einde. Dan zal ik opnieuw de uitgever benaderen. Als hij ja zegt, dan laat ik het los. Dan gaat het de wereld in. Zo niet, dan zien we wel weer verder. Het blijft een bijzonder proces, het schrijven van een boek.
Ik ben dus weer thuis in mijn woonwagen en schrijf. De pauze is voorbij. Uur na uur ga ik door. En dan is het ineens af.