Eigenlijk zocht ik wat anders

.

.

Luister hier naar het voorgelezen verhaal van 6 minuten.

Het is een koude ochtend. De vliegen op mijn plafond zitten roerloos en verstijfd te wachten op de bevrijdende warmte van de kachel. Ik pak een paar kranten en een paar lange houtsplinters. Dan pak ik het stuk eikenhout. Het blok eiken is eigenlijk veel te groot, en niet geschikt als aanmaakhout. Maar ik heb niks anders en het sprokkelhout buiten is nat. Ik hak nog wat kleine stukjes hout af, besteed er een hele krant aan en blaas in het smeulende vuur tot ik het helemaal zat ben. Na een half uur prutsen brandt het vuur, eindelijk! De hele kamer stinkt naar rook. Ik doe de deuren tegen elkaar open en ga verder met de rest van mijn ochtendritueel.

Een poosje later zit op mijn hurken bij het openstaande vloerluik. Het is het tweede luik van de vijf, en het was een heel werk om ze te maken, tien centimeter dik, met schapenwolisolatie erin. Ik ben er blij mee. De vloer is warm en de extra bagageruimte onder mijn vloer geeft me zat ruimte om mijn noodzakelijke rommel kwijt te kunnen. Binnen in huis blijft het altijd lekker opgeruimd, met zo’n grote kastruimte onder mijn voeten. Er staat een harde plastic bak in de bagageruimte, die vol hoort te zitten met zaagsel. Maar het eerste wat je nu ziet zijn twee groene kolen, en drie winterpenen, half verstopt onder een restantje zaagsel. Ik voel aan de penen en ze zijn nog net zo vers als toen ik ze kocht. Ik glimlach tevreden, dat werkt dus goed, koel houden en bedekken, zo is het net alsof ze nog in de grond zitten.
Ik ga overeind zitten en kijk peinzend naar mijn kleine kelder. Ik zit nu wel in dubio, want dat zaagsel is eigenlijk bedoeld als toevoeging voor mijn poepemmer. Ik heb het zaagsel nodig, in de eerste plaats om de drol goed te kunnen bedekken, maar ook om de compost een mooie losse structuur te geven, zodat het na twee maanden mooie grond wordt.
Waar vind ik zaagsel? Bij de houtbewerker natuurlijk! Meteen tik ik een paar zoekwoorden in op mijn telefoon en ontdek een meubelmaker, drie kilometer verderop. Even later heb ik hem aan de lijn. “Heeft u zaagsel voor mij?” vraag ik “Het is voor een ecotoilet.” Tot mijn verrassing heeft hij helemaal geen zaagsel. “Wij maken er briketten van,” zegt hij “Ik dompel ze zelf altijd in de petroleum, bij het aanmaken van de kachel. Dan brandt hij meteen, ik heb er geen omkijken naar.” Ik spring een gat in de lucht. Met zaagsel was ik blij geweest, maar met briketten ben ik nog veel blijer.

Even later sta ik met Annemarie zakken in te laden. We hebben niet alleen twee loodzware zakken met briketten, maar ook drie netten prachtig aanmaakhout. Ik zie mooie kleine stukjes grenen en beuken erin. En het kost bijna niks! De meubelmaker kijkt tevreden toe en neemt twee briefjes van tien in ontvangst.
Een warm en droog huis is het allerbelangrijkste. En ach, dat zaagsel, dat vind ik wel weer ergens anders. Desnoods maak ik het zelf! Veel van wat ik nodig heb is dichtbij te vinden. Er is verse biologische melk, boter, eieren, en dan ook nog het hout en de briketten voor mijn kachel. Is het niet heerlijk? Ik vind van wel.

 

.

NIEUWS:

Alle tekeningen op mijn blog zijn te koop voor 25 euro per stuk.

Het boek is klaar in voorlopige versie en nog zonder tekeningen, ik heb het naar een grote uitgever gestuurd. Als het te lang duurt zoek ik een kleinere.

Vanavond is bij Dennis en de vrije geesten de aflevering met mijn wandelhuisje, SBS6 20.30. Niet erg diepgaand denk ik, het is in stukjes geknipt en afgewisseld met andere personen. Maar wel mooie beelden en grappige details als het goed is.