De zompige tijd na verzending

En hoe je daar weer uit komt.

.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Het manuscript voor “De heilige traagheid der dingen” is af en verstuurd naar de uitgevers. Het werk is gedaan. Maar het moeilijkste stuk komt nu pas. Schrijven vind ik heerlijk om te doen en het verhaal lijkt als een loper voor me uit te rollen. Toen ik klaar was met schrijven, moest er een voorwoord komen, en toen het kwam was ik blij. Er moesten zeven schilderijen komen bij het boek, en ook die zijn af.

Het manuscript is verzonden naar twee uitgevers en de eerste afwijzing is binnen. Geen botte afwijzing maar een lovende, dat scheelt. Maar hoewel ik het min of meer had verwacht word ik er toch stil van. Ik vraag me af hoe het zal gaan met de tweede uitgeverij, de grootste. Hun boeken passen beter bij mij dan die van de andere uitgeverij, dat heb ik al wel gezien. Maar het is zelden dat een onbekende schrijver een “ja” krijgt, zeker bij zo’n grote uitgeverij.
Ik werk op het Verhalenpad, trek het gras weg tussen de zilverschoon en de bessenstruiken. Het meditatieve werk is ontspannend en geeft veel voldoening. Ik kan eindeloos kijken naar alles wat er groeit, zoemt en kruipt. Maar het is of het Verhalenpad iets zijn betekenis verliest, nu het boek met de verhalen stil ligt te wachten op een grote stapel, tussen talloze andere manuscripten. De stilte is dof en in mijn hoofd komen oude gedachten op. Kom ik er wel tussen? Is mijn verhaal wel goed en helder genoeg om te stralen in een boekenkast met andere inspirerende boeken? Misschien wil geen enkele uitgever me. Aan de ene kant is dat wel makkelijk. Dan hoef ik niet vol in de publiciteit om mijn boek te promoten, want dat vind ik best spannend. Ik kan het boek ook zelf uitgeven, zonder franje eromheen. Meteen wijs ik die gedachte af. Geen sprake van dat ik daaraan toe geef. Ik denk aan die ene keer, toen ik twintig was en met mijn studiejaar op een eiland zat. De opdracht was voor mij om een liedje te maken en laten horen. Ik besteedde er een hele ochtend aan en het was geloof ik best leuk, maar ik durfde het niet te zingen. Ik kreeg op mijn kop van de mentor: “Als je je werk niet laat zien kom je nergens.” Dus dat heb ik inmiddels geleerd. Spreken en trouwens ook zingen is geen probleem meer voor me. Ook niet in het openbaar, al is het toch spannend, als je niet weet wat er gaat komen. En toch, misschien komt er wel een gesprek op gang! Maar dan lees ik een boek van een hele goeie schrijver, waar ik echt van onder de indruk ben. En dan ga ik vergelijken. Zo gaan de gedachten rond in mijn hoofd, tot ik het zat ben.

Ik klim uit de hangmat. Eerst maar eens mijn ochtendoefeningen doen. Ik volg dezelfde routine als altijd en ga dan verder met een dansje. Dan kijk ik naar het symbool in de nok. De rode cirkel van de aarde, in vieren gedeeld, het diepe blauw van het universum er om heen. Het is of ik het kleine raampje opnieuw zie, en de symboliek die ik eraan gaf in goede tijden, keert nu bij me terug. De Aarde, het universum, het groeien. Wat ik geschreven heb moest geschreven worden en zal zijn dienst bewijzen. Elk verhaal is de moeite waard om te delen, zeker als er zoveel tijd aan is besteed. Ik zie mensen over hetzelfde soort onderwerpen schrijven, elk op zijn of haar manier, met veel waardering bij publiciteit. Daar ligt het dus niet aan. De betrokkenheid groeit en ook mijn verhaal zal er komen. Sommige dingen duren lang, maar dat is geen reden om de moed te verliezen. Lichaamswerk en dans doen goed. Als het maar blijft trillen. En die negatieve bijgedachten? Ach dat stelt niets voor. Van nu af aan ben ik Oost Indisch doof daarvoor. Als er niemand luistert dan verdwijnen ze vanzelf. En nu ga ik een flink stuk fietsen.

.

.

Inschrijving boek: “De heilige traagheid der dingen”