Het geluid van de motor is onvergetelijk

.

SAMOFA eencylinder Utrecht.

September 1997.

.
`Hier moet het ongeveer zijn!`roept mijn vriend naar me, vanaf de andere kant van de boot. Hij zit aan het roer, en ik sta voorop. Vanaf het kleine voordek tuur ik naar het troebele water. De schuit, waar we nu op varen, hebben we `Evert` genoemd. We kochten hem van een vriend, die zo heet. Evert is een beste vent en oersterk. Hij is vuilnisman op de vuilnisboot in Utrecht. Al heel lang. De boot waar we nu op varen, is een charmante vuilnisboot uit de jaren zestig. We hebben hem van mooi houten binnenwerk voorzien en in frisse kleuren geschilderd, groen en rood.
Vandaag gaan we op zoek naar een andere boot. We kennen hem maar wat goed, want we komen er elke dag langs. Een prachtschuit is het, al is hij wat verwaarloosd en is er nu geen teken meer van te bekennen. Het is nu een schuilplaats voor de vissen geworden. Wij weten waar hij ongeveer moet liggen, ergens midden in de vaargeul. Maar het bruine, troebele water laat niets zien, van wat er naar de bodem gezonken is. Langzaam zagen we hem zinken, door regenwater. Veel te weinig gehoosd. De eigenaar heeft ons gezegd dat we hem mogen hebben, als het ons lukt om hem boven te krijgen..
Dat laten we ons geen twee keer zeggen, maar het is een zwaar geval. Al is een boot in prima conditie, zinken kan hij altijd. Dat is het lastige, van boten. We gaan deze parel redden van de ondergang. Mijn vriend zit nog altijd aan het roer en kijkt me verwachtingsvol aan. Ik houd de dreghaak in mijn hand en kijk. Hier moet hij ergens liggen, midden in de vaarweg. Ik gooi op goed geluk de lijn uit. Ik wil de haak weer ophalen. Maar hij zit muurvast. Beet! De eerste worp, gelijk raak. Ik ben heel erg blij, maar er is weinig tijd om me over deze voltreffer te verwonderen. Er volgen tien uren van hijsen en trekken. Met tifoor en kettinglier. Dan hebben we hem boven.

.

November 2013

.
Dit werd het begin van een lang verhaal. Het scheepje heeft me veel geleerd. Vorig jaar liet ik het achter, maar een deel van mijn ziel is daar nog. Niet dat ik het mis of er vaak aan denk. Verdrietig ben ik ook niet. De boot zit in mij, en het geluid van de motor is onvergetelijk. Niet alleen voor mijzelf is dat zo. Het is gegrift in de herinnering van velen. Alsof ik daar nog steeds ben. Nog steeds hoor ik dat vroegere buren in de war zijn, als ze het geluid van de motor aan horen komen. `Alowieke!` denken ze dan. Maar dan bedenken ze dat het Alowieke niet meer is, die op de boot zit. Die is vertrokken, en woont nu ergens in een woonwagen. Een ander bevaart de boot.
Ik word er stil van, hoe het leven soms zijn wending neemt. Ik heb het destijds niet zelf verzonnen, dat een vervoermiddel mijn leven zou bepalen. Ik heb ook niet bedacht dat ik hier zou komen te wonen, op deze plek in Brabant. En dat Dick hier elke week naar toe zou komen fietsen. Ik heb geen idee hoelang ik hier blijf. De meest ingrijpende gebeurtenissen van mijn leven bepaal ik niet zelf, die komen naar me toe. Er komt een moment dat ik precies weet waar ik moet zoeken. Daar aangekomen gooi ik weer mijn haak uit. Ik heb hem nog steeds bij me. En dan trekken maar. Lekker hijsen, tot het zweet me van de rug loopt.

Er zijn talloze gelegenheden die ik zou willen laten zien, bijvoorbeeld hoe een hele groep Afrikanen uit hun dak ging en bij het ritme van de motor overal op begon te slaan, tot de boot een groot ritmefeest was. Maar daar zijn geen beelden van. Dit filmpje is het enige wat ik kon vinden.

.

.

.