Het lastigste moment tijdens een scheppingsproces. Maar we zetten door. Het komt er.
.

.
Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.
Er zijn veel soorten wachten. Er is een halsreikend wachten op de lente na de winter. Gespannen wachten op de uitslag van je examen. Ongeduldig wachten op je fiets die in reparatie staat. Of wachten op iets wat er al lang had moeten zijn en wat er nog steeds niet is. En dan toch geduldig door te gaan, met wachten. Zolang je wacht, ben je er nog steeds op gericht. Sommige dingen komen juist zodra je niet meer wacht. Maar dat is niet altijd zo. Er zijn zaken die echt concentratie vragen. Werken met een doel. Zoals het schrijven van een boek en het uitgeven ervan. Een boek als het bijna af is, dat is de lastigste tijd. Ik schrijf zo’n boek. Het heet: De heilige traagheid der dingen.
Het is klaar. Nou ja, nog net niet. En ik wacht. Ik wacht nog op het voorwoord, dat F.J. De Waard gaat schrijven. Maar ik wacht vooral op mijn vriend Dick, hij zal de correcties doen, maar begint nog steeds niet. Om de tijd te verdrijven plan ik andere zaken in mijn agenda. Een middag dansen, een uurtje bomen kijken anderhalf uur fietsen hiervandaan, ingaan op oproepen van de WildeWijk, helpen bij MeerBomenNu en bij de buurvrouw die een voederhaag plant voor de koeien. Ik ben nog nooit zo vaak achter elkaar weg geweest. Het lijkt allemaal leuk, maar langzaamaan drijf je dan wel weg van je doel. Het boek, dat bijna af is. Het is een riskant moment, om juist dan allemaal nieuwe dingen te beginnen, uit een soort van verveling. Juist dan zou het wachten met alle aandacht moeten gebeuren, zodat de energie zich verzamelt in plaats van verspreidt. Dat het wegvloeit in allerlei stroompjes die nergens heen leiden en verdampen in de zon.
Ik erken het. Ik zie het gebeuren en streep een paar afspraken door. Als eerste die van zondag. Ik moet een moment plannen, met Dick. Het boek moet op de eerste plaats komen en niet ergens in gaatjes tussendoor gestopt. Ik zeg het tegen mijn vriend: Zondag nemen we de eerste vijftig bladzijden door van je correcties. En dan doen we volgende week weer vijftig. Ritme. De regie nemen. Zo komt het er. En tussendoor wacht ik. Ik trek onkruid weg, maak het klusje bij de buurvrouw af, zodat haar heg een goede start krijgt. Dan ga ik weer naar huis en kijk over de velden. Over het ruige gras van de Swetteblom, een kleine boerderij aan de Swette. Hier gebeurt het. Dit is de bron vanwaaruit ik leef, vanwaaruit ik schrijf, en naar de wereld kijk. En nu is het wachten. Energie verzamelen voor wat gaat komen. De voltooiing, en alles wat daarna gebeurt. Wachten als enige echte optie. Het lastigste moment. Maar het zal lukken.
.


