.
.
Het is vrijdagmiddag half vier. Over het grasveld komt Dick aanfietsen, mijn vriend. Helemaal uit Eindhoven. Hij heeft een grote lach op zijn gezicht, een spiegel van de mijne, want we zijn allebei blij elkaar weer te zien. Het was alweer tien dagen geleden dat we afscheid namen. Een warme omhelzing. Ik zet koffie van het laatste water. Dick pakt het lege melkbusje van het aanrecht om water te halen. Hetzelfde busje heeft vroeger ook al dienst gedaan als fooienpot, in de werfkelder, tijdens bijeenkomsten. En nu zit mijn watervoorraad er in. Even later komt Dick terug met de gevulde bus, en ik zet het terug waar het stond. Ik hang de soeplepel weer over de rand heen. Daarmee kun je je glas vullen als je dorst hebt. Of het kommetje water verschonen, waarin je je handen kan wassen.
Naast de waterbus en de gootsteen zit ook een kraan en een knop. Toen ik hier net introk, kwam er water uit die kraan, als je op de knop drukte. Dat water kwam van onder de wagen weg. Daar stond een jerrycan met twintig liter erin en een pomp er aan vast. Die pompte het omhoog en zo leek het net een echte keuken zoals in een gewoon huis.
Ik kwam er al gauw achter dat ik daar helemaal niet zo blij mee was. Ik kon niet zien hoeveel water ik nog had. Net op momenten dat ik er niet op zat te wachten was het op. En als je je handen wast, gebruik je automatisch veel meer. Het lijkt in overvloed aanwezig te zijn. Dat ben je zo gewend, als je een kraan hebt. Opendraaien en uitgebreid laten stromen. Mensen die langskomen hebben het ook niet door. Maar het is toch maar twintig liter wat er in zo’n vaatje zit en een grotere wil ik ook niet, dat kost alleen maar ruimte. Bovendien, hoe meer ik ergens van hebt, hoe meer ik gebruik. Ik vind het ook fijn om het water te zien. En het is ook handig als ik kan zien hoeveel ik nog heb. Het melkbusje is niet te groot en niet te klein. Een leuk ding, vind ik. Er zit vier liter in, en in mijn eentje doe ik er anderhalve dag mee. Twee keer per week ga ik twee minuten onder de douche van de camping en was ik mijn haar.
Al doende merk ik wat ik echt nodig heb en leef met veel minder water. Ik heb een mooi compostemmertje, dus ik hoef ook geen drinkwater door de plee te spoelen. Het liefst zou ik mijn water zelf uit een put halen. Leuk, dat hijsen met een emmer. Maar die hebben we hier niet. Dus haal ik het maar gewoon uit de kraan van de campingkeuken. En als ik dan met Dick mijn vers gezette kopje koffie drink, dan geniet ik.
Hoi Alowieke,
Leuk om van je te lezen. Mooi dat je het kleine zo waardeert, maar dat wist ik al van je. Wat een avontuur zeg! Blijf schrijven.
Groet, Peter
LikeLike
Dank je Peter! Erg leuk dat van je te horen.
LikeLike
hoi Alowieke
via Camelia je blog gelezen. Wat bijzonder allemaal. Ik wens je toe dat je je dromen kunt (blijven) omzetten in daden.
Het leven kan zo simpel zijn als we zelf willen. Ik blijf je volgen en wens je een gelukkige toekomst.
Anneke ter Voert (van de roemeense cursus).
LikeLike
Hoi Anneke! Wat leuk van je te horen! Ik wens jou ook het allerbeste, wie weet zien we elkaar nog eens, dat zou leuk zijn! Groetjes aan Camelia. Mijn Roemeens staat nu even stil. Maar het komt vast wel weer.
LikeLike
tot aan “was ik mijn haar” vond ik het helemaal geweldig, ook leuke getallen om op je in te laten werken, de rest ga ik niet lezen, tekst gaat ook in hoeveelheid, meer heb ik niet nodig
LikeLike