.
Als je liefste sterft, dan val je in een gat. Maar als je aan de zwaartekracht van het gat weet te ontsnappen, kan er uit die ervaring iets moois ontstaan. (Alowieke)
Het miezert al een paar uur. De lucht is egaal grijs en de schemerige dag gaat langzaam over in de nacht. Ik doe de gordijnen dicht. Op het aanrecht staat een afgespoelde etenskom en in de woonwagen hangt nog de geur van geroosterde zonnebloempitten. Buiten loeit de koe.
Ik sta voor de kleine kast bij het raam en gedachteloos aai ik over het ronde houten kistje, dat er op staat. Door de warme kachel is het hout verder gescheurd dan ooit, de spleet, die vanuit het midden begint, wordt naar buiten toe steeds wijder. De scherpe rand van de scheur doorbreekt de cirkels van de jaarringen met een gapende kloof. Het kistje heeft een oervorm, alsof het zich de boomstam nog herinnert, waar het uit kwam. Het is goed geolied, het hout is goudgeel met jaarringen als donkerrode kringen. Onder het deksel zit een brede zwarte kier. Het wil niet meer dicht. Door de grote scheur in het hout past het niet meer.
Ik pak het kistje beet, zet het op tafel en open het. De schat die het bergt, bestaat zoals gewoonlijk uit rommel. Drie lege tubetjes arnicazalf, twee doosjes paperclips. Wanneer gebruik ik die, vraag ik me af. Ook zitten er wel zes scheermesjes in, genoeg voor twee levens. Ik vind twee kleine bruine flesjes, ooit door vriendinnen in handen gedrukt. „Geweldig spul, alsjeblieft! Voor jou”. Ik kijk ernaar en vraag me af wat ik er mee moet. Eén voor één spreid ik alles uit op tafel en schuif opzij wat weg kan. De bodem voelt een beetje vettig aan, alsof er iets heeft gelekt. Uiteindelijk is het kistje helemaal leeg. Ik poets de bodem schoon en strijk zachtjes over het gladde hout.
In gedachten zie ik de handen die dit maakten en de man van wie die handen waren. Zoveel meer maakte hij, de prachtigste schalen, zuilen en reusachtige schaakstukken, gedraaid op een grote draaibank met ingenieuze precisie en creativiteit. Ik herinner me een perfecte houten bol, gemaakt van gouden regen. Het had een geelgroene betoverende glans, je kon er bijna doorheen kijken. Ik ruik de geur van verse lijnolie uit lang vervlogen tijden.
Deze handen, de altijd vuile en bezige vingers, ze zijn nog altijd bij me. De klok kan uren en dagen tellen, maar niet de intensiteit, niet de warmte van het samenzijn, dat nog een eeuwigheid doorgloeit..
Ik sta met het kistje in de hand, rond als een glad geschaafd en uitgehold stuk boomstam. Ik klapper met de klep en vraag me af. Wat nu? Het is één van de laatste dingen die ik wegdoe, dingen van hem, het laatste voorwerp van zoveel kubieke meters opruimen, zoveel spullen met ziel erin. Maar de tijd verstrijkt, het hout scheurt en verliest zijn glans en houtwurmen maken een begin aan het verval.
Ik glimlach. Ik weet. Zijn aanwezigheid zit niet in stoffige, uit elkaar vallende spullen. Méér dan dat, maakt hij deel uit van mijn nieuwe huis, mijn nieuwe leven, de prachtige kleine woonwagen, die ik bouw. Hij is er bij, als een stille kracht.
Ik schuif het kistje opzij, bij de spullen die weg kunnen, maar toch een beetje apart ervan. Dit is voor de kringloopwinkel. Het zal zwijgend zijn verhaal vertellen, ergens op een plank, tussen honderden andere spullen. Een stil en vergeten verhaal zal het zijn en geen mens die het zal kennen.
.
FILOSOFEREN OVER LIEFDE, WETENSCHAP EN DOOD
Als je liefste sterft, dan val je in een gat. Maar als je aan de zwaartekracht van het gat weet te ontsnappen, kan er uit die ervaring iets moois ontstaan. Ik vind het bijzonder opwekkend, hoe je het vitale deel van een overleden dierbare in je kan opnemen. Hoe die energie doorgegeven wordt en alles overleeft. Ik wil daar nog even op doorgaan. Het is een ongewone en volkomen intuïtieve gedachtesprong, maar iets ervan doet mij denken aan de kwantumwaarnemingen van Hawkins. Energie gaat nooit verloren, het verandert alleen van vorm. Zelfs een zwart gat is niet zwart. Er komt een soort straling van af.
Je zou het zwarte gat met de dood kunnen vergelijken, of het gat waar je in valt als achterblijver. De deeltjes, hieronder genoemd, zijn dan een liefdespaar.
Lees op die manier het volgende wetenschappelijke stuk, zoals ik dat voor me zie:
Hawkingstraling wordt in het algemeen verklaard met virtuele deeltjes. Er zijn bewegingen die ontstaan doordat alles in rust verzonken raakt, vanwaaruit dan weer kleine fonteintjes van activiteit opspringen. Hierdoor ontstaan paren van virtuele deeltjes (deeltjes met hun antideeltjes) nabij de waarnemingshorizon van het zwarte gat. Het kan zijn dat een van beide deeltjes in het gat valt, en daarbij voldoende energie opdoet om het paar reëel (niet-virtueel) te maken. Als dan het andere deeltje aan de zwaartekracht van het zwarte gat weet te ontsnappen, lijkt het van buiten af gezien, alsof het deeltje door het zwarte gat is uitgezonden. Dat deeltje neemt dan een deel van de energie van het deeltjespaar met zich mee.
Kortom, het is of er energie loskomt, die er anders niet geweest was. Is dit niet iets wat vaker gebeurt? Door de dood van de één, op de rand van de kloof van licht en donker, worden dromen werkelijk gemaakt. Treurnis is de meest voorkomende emotie bij verlies, maar hoeveel energie zou het wel niet geven als veel meer mensen dit om konden zetten in liefdevolle aandacht en geïnspireerde daden? Het is niet alleen iets wat terugkomt in het Bijbelse pinksterverhaal. Ook dit filmpje zie ik als een lichtend voorbeeld daarvan. Deze boodschap wordt uitgesproken door Mohamed El Bachiri, die zijn lief verloor bij de aanslagen in Parijs. Tot zover deze gedachtegang.
https://www.youtube.com/watch?v=xsCSfmi566w&feature=share