.
. Luister hier naar het voorgelezen verhaal van 5 minuten.
.
Ik woon nu zeven maanden naast het huis van Annemarie. Dat is gezellig, af en toe eten we samen of we roepen wat naar elkaar. Maar nu is het huis leeg. Het witte busje staat niet op de oprit. De vrouw des huizes is de hort op, naar haar kleinkinderen. Dat kan ze doen volgens Coronaregels, want ze is nog geen zeventig.
Ik ben hier drie dagen alleen. Wat zal ik eens doen?
Met glimmende ogen pak ik mijn handdoek. Ik open de houten schuurdeur en loop naar de douche. Die zit midden in het huis en je kan er van twee kanten in, vanuit de schuur en vanuit het halletje bij de plee. Dat is maf, maar wel handig. De ruimte is donkerrood gestuukt met witte tegels eronder, tot aan de vloer. Er zijn een paar tegels afgevallen. Ik kijk naar de kale plek. Ik heb al lang geleden beloofd dat ik de ruimte voor haar zou opknappen. Beloofd is beloofd. Dat komt nog wel, denk ik bij mezelf. Eerst het boek de deur uit. Als het manuscript naar de uitgeverij is, dan heb ik mijn kop weer vrij. Deze week is het zover, na 11 maanden werk.
Na zo’n lange tijd van inkeer en concentratie, zit ik boordevol energie. Eerst alle teksten maar eens van me afspoelen! Ik gooi mijn pyjama aan de kant, doe de warme kraan aan en geniet. Wat is dit een luxe! Ik ontspan en doe mijn ogen dicht. Even maar. Dan draai ik de kraan weer dicht en open de andere. IJskoud water stroomt langs me heen. Ik zuig de lucht tot diep in mijn longen en adem uit met een geluid dat diep vanuit mijn buik komt. Een luide kreet vult de holle ruimte. Ik adem opnieuw. Er volgt een toonladder. En dan een kieviet met paringsdrang. Mijn stem gaat z’n eigen gang en ik volg haar met verbazing.
Het koude water doet het bloed weer stromen. Ik draai de kraan weer dicht en droog me af. Even later sta ik in een zonovergoten kamer voor het raam. De tuin is groen en weelderig. Het blad van de hoogste boom is net uit de knop gebroken. De kleine blaadjes lijken een teer groen licht te verspreiden. Ze steken scherp af tegen de egaalblauwe ochtendhemel. Ik houd mijn adem in. Wat is dit toch genieten. Ook als ik alleen ben, in dit huis, voor het raam. Ik begin te zingen. De akoestiek is prachtig. Dank je wel, Annemarie!
PS: In mijn vorige blog sprak ik over een tweede verhaallijn, die ik zou gaan invlechten. Dat gaat niet door. Ik heb al hard aan het manuscript gewerkt. Ik heb een derde geschrapt en bijna net zoveel toegevoegd. Ik heb mijn persoonlijke verhaal uitgediept en aangescherpt en al te lange kabbelingen ertussen uit gehaald. De spanningsbogen volgen elkaar nu sneller op. Ik heb het schuim van te dikke zinnen afgeschraapt. Soms heb je veel woorden nodig om tot een gedachte te komen. Pas later zie je de essentie en kan je de kern eruit pakken. Dat is mooi werk en ik doe het graag. Het boek is er erg van opgeknapt en nu kan ik er veel meer achter staan. Het is niet nodig om er nog meer aan toe te voegen, in vorm van een tweede verhaallijn.
Ik kies opnieuw voor een grote uitgeverij. En dan is het weer een poos wachten. Daar is geduld voor nodig. Toch doe ik het. Ik heb al wel tien keer kop of munt gedaan en elke keer is het kop. Opsturen, betekent dat. Niet in eigen beheer doen. Nou, we zullen zien. Ik hoop dat jullie ook nog even geduld hebben.
.
Nou jij hoeft geen cursus stembevrijding te volgen, Alowieke. Wauw! Indrukwekkend!
LikeLike
Dank je. Het is al lang mijn droom om samen muziek te maken. Ik ontmoette een man in Heerenveen die liedjes maakte. Hij wilde wel iets doen, ik gaf hem mijn nummer. Maar hij heeft nooit meer gebeld. Maar alleen zingen is ook fijn.
LikeLike