Een paspoort voor vergeten wegen

.

.

Groene ruimte is een gedicht dat we samen schrijven, regel voor regel.

.

Tussen vierkante gemaaide weides groeit een oase. Het weelderige eiland van groene bomen doet de vierkante weides nog kaler lijken. Het ziet er uit als een exotische plek. Maar eigenlijk laat het zien hoe het overal zou kunnen zijn. “Ecocamping de Swetteblom.”

Nederland is een blokkendoos. Veel is vierkant en drie keer omgedraaid. Al sinds de Middeleeuwen heeft elke vierkante meter een bestemmingsplan. Nut en ratio krijgen alle kans en strippen het landschap voor een enorme knipseldoos aan belangen. Gelukkig zijn er nog altijd plekken om het hart te laten ademen. Camping de Swetteblom is zo’n plek en heeft terecht deze naam gekregen. De meidoorns geuren en geven het groen een witte waas, weerspiegeld in het water. Het fluitekruid maakt van het land een gesluierde bruid die het lentelicht kust. Het laat zien hoe het overal kan zijn.

Vorig jaar zette ik mijn huisje neer op Frijlan, waar ik was uitgenodigd om een tijdje te komen wonen. Het is een kwartier fietsen vanaf de Swetteblom en het is vier keer zo klein als het land van Jochum. Maar al is het aantal vierkante meters een stuk minder, het is een ambitieus project; natuur, cultuur, nieuwe technieken, scholing en dan ook nog eenvoudig leven… De hoeveelheid doelen is verpletterend. Toen ik het hoorde, klonk het helemaal geweldig en ik vond het een eer dat ik mee kon doen. Ik heb er veel van geleerd. En vooral dat het niet bij me past. Ik kan geen uitvoerder zijn van reeds uitgewerkte plannen van een ander. Er zit voor mij geen muziek in.
Ik kies zelf waaraan ik werk in samenwerking met de ander. Ik woon klein, zodat ik mijn aandacht heel kan houden. Het bouwen van mijn Wandelhuisje was een immens project en drie jaar lang maakte ik in mijn eentje ingewikkelde prioriteitenlijstjes. Nu is mijn agenda vrijwel leeg. En dat is niet voor niks. Ik ben waar ik ben. Op reis en ook weer niet, een nomade met een missie.

Ik kijk veel rond. Ik praat met boer Jochum, over de tuin, het hooiland en de bomen. Ik vraag naar zijn wensen, wat hij wil met het land en wat wij als gemeenschap daarin kunnen doen. Ik luister naar zijn ideeën over een dorpstuin in het dorp. “Daar helemaal?” vraag ik, “Zou het niet mooi zijn om onze eigen kruiden te kweken voor thee in de zithoek? Dan kunnen we plantjes uit wisselen met andere tuinen die wèl in het dorp zijn.” Jochum’s ogen lichten op en hij knikt voorzichtig. “Dat is ook een idee.” Met deze boodschap loop ik verder.

Ik ontmoet Mirre, die hier elke week een dag in haar bootje doorbrengt. Ik zie haar zitten tussen het riet, vlak naast de Swetteblom. Ze ziet mij ook en loopt over de smalle loopplank naar me toe om te praten. “Jij wil nieuwe energie brengen in deze plek hè? Ik wil graag met je meedoen!” Ze is zo enthousiast, dat ze meteen een vaste tijd wil afspreken om samen een begin te maken. Twee uur per week, op zaterdag.
Mirre, die al zoveel zorg heeft aan haar gehandicapte man, ze is de eerste die concrete plannen maakt. Het ontroert me, dat juist zij het is die met mij het voortouw neemt.
Samen nemen we een hele middag de tijd om te struinen. We lopen langs de oude boerderij en langs de kleine, uitgeplante boompjes. In vier kerspruimen zitten veel beestjes die kleine blaadjes opvreten. Ze staan niet goed. We moeten ze maar verplanten, in de herfst. En zo gaan we verder. We fantaseren over een wandelpad, met kruiden en bloemen erlangs.
Geïnspireerd vertel ik over deze ontmoeting aan Berry en Hillegonda. Berry heeft straks stekjes van vergeten groenten. Ze zijn op landgoed Oranjewoud bezig met een groentetuin maar hebben veel last van de herten. Ze zoeken een oplossing. Terwijl ik  verder loop, bedenk ik me dat ik best had kunnen  vragen of ik een keer mee mag.
Aan de andere kant van de schuur staat Maria bij de kraan. Ze luistert met schitterende ogen. “Laten we klein beginnen, op vergeten plekjes”, zegt ze, “Vergeten groenten op vergeten plekjes.” Rond en rond ga ik, pratend met wie wil en iedereen voegt er het zijne aan toe. Zo ontstaat er een gemeenschappelijk beeld van wat we voor ons zien. Ik zie boer Jochum in de stal bezig en vertel hem alles. Hij luistert met een glimlach.

Alleen zo, rondcirkelend in ontspannen tijd en ruimte, alleen zo kan ik het nuttige de poëzie meegeven die de dingen levend maakt. De ruimte is een gedicht, dat we samen schrijven, regel voor regel. Zo ga ik rond, aandachtig, soms tergend langzaam met lange wachttijden, dan weer sneller. In steeds grotere cirkels teken ik de woorden die ik hoor en de woorden vormen een paspoort. Een paspoort voor de wegen die ik mag bewandelen.

..

DE BOOMPJES

Met de geplante bomen gaat het keigoed, hier op de Swetteblom. Slechts 4 van de 45 zien er iets minder goed uit. En er zijn seringen die al 70 centimeter zijn gegroeid! En dat alles door de goeie start met Biohaag, vorig jaar. De supergezonde bomenvoeding met micchorizae, waardoor er schitterende wortels aan zijn gegroeid.  (Te koop  bij info@webshopdetuin.nl. Ik kocht een tien kilozak voor 350 boompjes voor 33 euro incl verzenden.)

..

MYCCHORIZAE, de SCHIMMELS

Dit is, in principe, hoe het werkt: planten produceren koolhydraten door middel van fotosynthese, maar niet alleen voor zichzelf. Ze geven een deel van hun koolstofsuikers af in de grond, waardoor de bacteriën en schimmels te eten krijgen. De bacteriën verdringen zich rond de wortelzone en de schimmels vormen enorme netwerken van in elkaar grijpende strengen die de ene plant vaak met de andere verbinden. De bacteriën zetten stikstof en andere voedingsstoffen om in vormen die de planten kunnen gebruiken, vaak door verslonden te worden door andere microben.

Endomycorrhiza-schimmels  vormen met elkaar de uitgestrekte groei van het mycellium, dat  contact heeft met de wortelhuid, maar dat veel verder reikt in de bodem. Ze vormen ook miljoenen vesikels en arbuskels   daarin kan de plant of boom veel voeding en water opslaan.

De schimmelstrengen, het mycelium, verhogen effectief de wortelmassa van zijn waardplant tot wel duizend keer en transporteren een schare goeden naar de waardplanten, waaronder fosfor, koper, calcium en zink. Er zijn ook aanwijzingen dat bomen dit netwerk gebruiken om signalen naar elkaar te sturen als er bijvoorbeeld bladetende plaagdieren zijn aangekomen.

In zijn Ted Talk verwees mycoloog Paul Stamets naar het mycelium als ‘natuurlijk internet van de aarde’.

Bronnen: Wikipedia en deze link van Washington Post.