.
„Dat je daar weg gaat, ik snap het niet. Het is zo’n mooi plekje! Ik zou helemaal gelukkig zijn als ik daar kon staan met mijn wagen.“ Buurman Jan kijkt met glimmende ogen naar de lege plek, waar zojuist nog mijn woonwagen stond. Die staat nu twintig meter verderop. Ton is net weg, met zijn jeep. De kippen krabben in de zwarte grond. Het stikt er van de wormen, die zaten lekker koel en nat onder de vloer. Daar lag karton met plastic zeil erop. Dat is nu allemaal verdwenen. Het is een fijne en vruchtbare plek geworden, rondom begroeid met tal van planten, bloemen en struikjes. Mezen, vinken, heggemussen en andere vogels vliegen af en aan.
Ik kijk Jan vrolijk aan. „Weet je?“ zeg ik „Ik maak op mijn nieuwe plek wèèr een tuin. Deze hier wordt dan de moedertuin. Er groeit zoveel tussenin wat ruimte kan gebruiken, kijk daar, het zonnige moederkruid, de sterke kruiptijm en dan die heerlijke framboos, die groeit als een raket! Hier steek ik de plantjes uit, en andere mensen kunnen dat ook doen. En rond bewoonde wagens, daar groeit het het beste. Er zijn beschutte hoekjes en er is bemesting. Het is de plek waar je bènt.”
„Wat een leuk idee!“ zegt Jan
„Jaaa! En als dit dan wat geworden is, dan schuif ik weer verder op. En maak ik dààr een tuin. Zo beweeg ik steeds verder naar de uitgang. En als ik daar ben aangeland, dàn ga ik weg.”
Jan lacht. „Geweldig! Dan krijgen we hier één lange groene strook op de camping.“
Ik grijns. „Wie weet. Wellicht gebruik ik de camping als uitvalsbasis, straks. Dan blijft mijn wagen hier voorlopig staan en kan ik dit plan rustig uitvoeren.“ Ik staar in gedachten naar de gretig gravende kippen.
Jan kijkt naar de mezen in de takken van de kersenboom, en naar de bloemen die eronder groeien. „Het is de mooiste plek van de camping geworden“ zegt hij uiteindelijk. „Dat heb je goed gedaan!“
Ik gloei.
.
Ik noem deze vorm van tuinieren „Nomadische permacultuur.“ Ik maak iets, ik heb iets en ik laat het achter op het juiste moment, wanneer ik weet dat er goed voor gezorgd wordt en anderen er blij mee zijn.
.
.
.
Wat een vrolijk bloemrijk verhaal, en dat op een kille natte novemberdag. De tekening alleen al maakt mij blij! Hoe is het met je potten afgelopen?
LikeLike
Allemaal heel gebleven! Alleen mijn graanmolentje lag op de grond, en mijn mijnwerkerslampje. Maar die zijn allebei oersterk!
LikeLike
Gelukkig maar! Gebruik jij het graanmolentje echt om zelf meel te malen? Ik ben best benieuwd hoe jouw eetgewoonten zijn. Als je eens geen onderwerp weet …
LikeLike
Ik maak er vlokken van. Brood eet ik bijna niet meer. Wel pap, in de loop der tijd mijn eigen recept gemaakt. Is van havervlokken, roggevlokken, gierstgruis, lijnzaad, fijngekauwde pompoenpitten, een paar hazelnoten en walnoten, kokos, kokosvet, water, rozijnen, kaneel en soms een klein scheutje geitenmelk. Ik maak het elke keer opnieuw klaar en heb daar altijd plezier in.
LikeLike