.
.
Soms wacht je ergens op
als op een vertraagde trein.
En tussen de gelaten menigte
is er niemand die iets zegt
waarom hij laat is en
of hij nog komt.
Je kijkt om je heen
verloren in het moment.
Tussen uitdrukkingsloze gezichten
valt het vuurrode blad
van een esdoorn.
Waar wachten we eigenlijk op
Er vliegt een groep gakkende ganzen over
Verwachtingsvol kijk je omhoog
en ziet het ritme van klappende vleugels.
Weg zijn ze alweer.
De menigte blijft staan
als een lamgeslagen lichaam
met duizend dromende ogen
die in ‘t geheel geen ganzen zien.
Je kijkt naar je wandellaarzen
die stevig staan op kletsnatte klinkers
je voelt je vragende voeten.
Energie stroomt waar beweging is.
Kom,
je wacht niet langer,
je gaat lopen.
De ganzen achterna.
.
.