Water wordt leidend, zegt de minister (Water will be leading, says the minister)

Het water is de poort naar een gezond land en een andere blik op de aarde. Tijd om samen de handen uit de mouwen te steken.

.

Tekening: Alowieke van Beusekom

.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Do you like to hear the ENGLISH translation? Click on the button underneath the text.

Ik sta aan de oever van de Zwette. Het laatste restant van wat ooit een oude binnenzee was. Het is getemd, gekanaliseerd, ten behoeve van het menselijk nut. Maar nog steeds is het mooi om te zien, de glinstering van de zon, die zacht door de sluierwolken schijnt en weerspiegelt in het water. De meerkoeten en de eenden in het riet…

Mijn kleren liggen op een hoopje op de steiger. Het hout is nog vochtig van halfbevroren dauw. Het is ijskoud aan mijn voeten. Gauw klim ik het water in. De kou omhult me en ik haal diep adem. Ik dompel onder, met mijn gezicht in het frisse nat adem ik borrelend uit. Zodra ik boven kom roep ik het uit: “Het is zover! De verandering is nu! Laat het water ons leiden, lieve Zwette, laat het mijn woorden meenemen. Dat een ieder die langs een sloot, gracht staat, bij een rivier of aan het meer, jouw boodschap ook verstaat. Wij staan niet los van de natuur. We gaan Nederland herscheppen, de bodem weer maken als een vruchtbare spons, de volmaakte harmonie van vochtig land, het begin van een paradijs! Het water is de poort. Laat het water zijn boodschap uitspreken en een bron van nieuwe gedachten zijn, dat ook onze leiders zal bereiken!”

Wie zal het horen? Ik weet het niet. Maar elke keer als ik in het water ben, geef ik het nu mijn woorden en wensen mee. En ook het nieuws, dat ik gehoord heb. Het goede nieuws, dat iedereen mag horen. Het is een ritueel aan het worden.

Nu de feiten. Het is dus echt zo. Er is een kabinetsakkoord over water en bodem! Ik durfde het nog niet te geloven, maar het is echt waar. De brief is ondertekend door de minister. Er zijn stukken te lezen dat er 35 miljard voor wordt uitgetrokken. De drinkwatervoorziening staat op het spel. De bodem verzakt en een miljoen gebouwen dreigen op den duur in te storten. Er zijn toenemende droogtes die de economie veel geld kosten. Het wordt nu duidelijk dat de natuur niet iets is wat we als een speeltje aan de kant kunnen zetten. We moeten samenwerken, met elkaar, met de bodem en het water. Ik ben blij dat ik hier in Nederland woon, waar dit allemaal gebeurt. Dit land, dat we eeuwenlang hebben afgegraven, opgefikt, uitgemolken en vervuild tot wat het nu is. Het land dat ik liefheb en verzorg. Want nu wordt het dringend. Zodra het dringend wordt, wordt het spoor gewisseld en komen de kansen.

Water is wereldwijd iets om aan te verdienen. Er worden dammen aangelegd, zodat stuwmeren ontstaan voor stroom. Er zijn kanalen gegraven om schepen door te voeren, loodrecht, dat gaat het snelst. In Nederland waren eeuwenlang vijf overstromingen per jaar, en toen de afsluitdijk kwam, was met daarover zeer verheugd. Maar die dijk maakte ook veel kapot… Het waren keuzes uit eigenbelang op korte termijn. Rivieren zijn gekanaliseerd, dijken keer op keer verhoogd, de pompen werken op volle toeren. Dat we het probleem daarmee alleen maar groter maken, is de laatste decennia duidelijk geworden.

Bij het omarmen van de natuur, als deel van ons bestaan, speelt het water een cruciale rol. Water als bron van leven, MOET wel omarmd worden. Het is de poort naar een andere blik op de aarde.

In het regeerakkoord staat dat het water moet worden gebufferd. Ook het Friese greppellandschap kan worden hersteld, waar weidevogels zo van houden. Het wordt ondersteund door subsidies. De sponswerking van de bodem moet terug worden gebracht, want anders klinkt het land in en droogt het uit. Een verhaal van lange adem. Dit is te lezen in een brief, ondertekend door de minister. Het geeft hoop. Maar we moeten er zelf aan meewerken. “Bescherming van waardevolle onafgedekte bodems is een belangrijk uitgangspunt, ” zegt hij. Er is nu de kans om schadelijke investeerders te stoppen. En er moeten heggen en houtwallen worden geplant. Daarvoor zijn vele handen nodig. Gouden handen met liefde voor het land. De tijd van langs de kant staan is voorbij. We moeten het met elkaar doen, en als je ziet hoe het anders kan, dan heb je nu de tijd mee om eraan te werken. Samenwerken aan gezond land. Ik doe mee!

LINKS:

https://www.facebook.com/groups/1004930819964307

https://www.hegenlandschap.nl/

Klik om toegang te krijgen tot water-en-bodem-sturend.pdf

Er is een nieuw akkoord van het kabinet: Water en bodem moeten leidend zijn bij de ruimtelijke inrichting. Ook de sponswerking van de grond moet worden verbeterd. Op pagina 12, 13 van de bijgevoegde brief lezen we hoe de minister dit ziet:
a.Vergroting grondwateraanvulling in bovenstroomse gebieden door het dichten van greppels en sloten.
b.Vertragen van de waterafvoer door beken te laten hermeanderen. Ook door het oppervlak te verruwen, o.a. door het aanleggen van HEGGEN en HOUTWALLEN.
c.Water beter laten infilteren door onnodige bodemafdekking te voorkomen. ( Verstening)
d.Water beter vasthouden in bodem door duurzaam bodembeheer.

.

NEDERLANDS:

ENGELS:

Water is the gateway to healthy land and a different view on the earth. We have a lot of problems to face. And now the minister says water will be leading. As soon as something becomes urgent, the track is changed and the opportunities come. Time to roll up our sleeves together.

Wat heb ik nodig? (What do I need?)

.

.

Bestel iets, en het is er. Van overal en ergens wordt het helemaal naar je toegebracht. Dat is verrekte bijzonder. Ik vraag me af wat ik echt nodig heb in het leven. Nu kan het nog en je weet maar nooit of dat zo blijft. In dit verhaal lees je wat dat is.

Eigenlijk ben ik een kind dat niets heerlijker vindt dan natte klei tussen de tenen door te laten sijpelen. Ik hoef nergens heen en heb aan weinig genoeg. Des te meer verbaas ik me over de toenemende stroom aan onnodige spullen en de verwijdering die dat geeft. Een steeds efficiënter transportsysteem maakt mogelijk dat alles overal vandaan komt. En tegelijkertijd is het gevoel voor essentie steeds verder zoek, tegen beter weten in. De meest idiote spullen worden verscheept in vierkante kolossen van een halve kilometer lang. Hoe langer ik stilsta, hoe meer ik me bij mezelf afvraag, hoelang nog? Hoelang hebben we nog beschikking tot alles wat we maar willen? Ik las in de Correspondent dat we een bizarre mijlpaal hebben bereikt in ons consumptiegedrag. De weegschaal staat nu precies in evenwicht. Het gewicht van door mensen gemaakte spullen is op dit moment even groot als al het leven op aarde bij elkaar. Beton telt het zwaarst daarin. Aan de andere kant wegen we de mensen, dieren, planten, maar ook schimmels en bacteriën. Maar al is dit de zoveelste noodklok, er geen afname van de goederen- en grondstoffenstroom. Het lijkt erop dat al die spullen een onverzadigbare honger opwekken. Zodra je ermee begint maak je een innerlijk gat dat steeds dieper wordt. Wat verslaving kan doen.

Wat is het, wat ik echt nodig heb? Hoe harder anderen rennen, hoe vaker ik stilsta, om die vraag te beantwoorden. Ik loop rustig naar huis, op het Swettepaad, en het miezert. Buren snellen voorbij in de auto. Een knikje vanachter het raam. Ik lach terug. Ja, denk ik ondertussen. Ik heb ook beton nodig. Portlandcement, voor mijn kas. Meer dan ik dacht. Vandaag gaan we verder, met de bouw, Dick en ik. Ik kijk over de weilanden naar de drukke weg, in de verte. Ik wil voedsel dichtbij huis. Daarvoor is die kas nodig. Dat wist ik vroeger niet, ik dacht best zonder kas te kunnen.

Ik herinner me het nog goed. In 2007 begon ik met planten en zaaien. Brave Hendrik was mijn eerste poging. Het zou lijken op spinazie, maar was een vaste plant. Dat leek me wel wat. Zo’n plant die zelf wel wist wat hij moest doen. Ik had geen zin in gemoeder. Het zaad strooide ik uit over mijn tuin en Hendrik moest het verder zelf maar uitzoeken. Het kwam nog op ook. Helemaal vanzelf. Maar toen kwamen de merels. Die wisten het meteen te vinden en er bleef geen sprietje van over. Ik zou dus niet ontkomen, aan moederen over zaad. Maar inmiddels vind ik zaad prachtig. Het is zo bijzonder om een erwt uit te zien komen als een danser, of een zonnebloem. Maar zonder voorzorg doen ze het dus niet. Dat weet ik nu. Keer op keer zag ik de vogels terugkomen, maar ook de slakken en de woelmuizen. Er bleef niks van over. Daarom ben ik nu een kas aan het bouwen. Plantjes mogen bij mij eerst sterk worden, voor ze de grond in gaan.

Ik stap van het pad af, de kleine poort tussen de wilgenbomen door. Met een grote pas stap ik over de langwerpige dozen heen. Daar zit de tuinkas in. We hadden ze rechtop tegen het schuurtje aangezet, maar nu liggen ze kris kras door elkaar over de grond. Dat komt door de harde wind. Die waait alles om. Behalve het glas. Dat staat mooi vastgebonden tegen de wilgenhaag aan. Ik kijk weer op en zie dan pas mijn vriend Dick staan. “Je bent er al!” roep ik “Zullen we gelijk maar beginnen dan?”

Achter de woonwagen staan we uit de wind. Hier moet hij komen, een tuinkas van wel tien vierkante meter. Het fundament ligt er over vierhonderd jaar nog, zo zwaar en groot zijn de stenen. Het onderstel is van zwart aluminium gemaakt. Vandaag leggen we het waterpas. “De buren denken dat ik een terras maak,” zeg ik tegen Dick “Een terras met een laag zwart hekje erom. Haha, niks voor mij! Wat kennen ze me slecht!” Nee, Dick en ik weten precies wat het gaat worden. Een kas met een puntdak, helemaal van veiligheidsglas. Maar eerst moet dat rare hekje de grond in met zijn pootjes. Dat wordt het fundament. We maken gaten in de grond. Dat noem je “poeren” vertelde een ervaren fundamentenmaker. We boren diep, tot wel zeventig centimeter. Het is vette klei. Elke keer drukken we de kluiten uit de grondboor, om dan weer dieper te gaan. Uiteindelijk zijn de zes gaten klaar. We duwen de laatste pvc pijp het gat in. Dan laten we het zwarte hekje met de poten in de grond zakken. Het klopt precies! Nu het cement nog. Cement met grind erin. Of grind met cement. Maar we hebben niet genoeg. We moeten eerst bijhalen. Op de fiets naar de stad dus. Maar dat komt morgen wel.

.

Het fundament ligt er over vierhonderd jaar nog, zo zwaar zijn de tegels.

Er is een hoop nodig voor een kas van tien vierkante meter. Vier kuub scherp zand, cement, stenen, glas, rubber, aluminium, het grind,en dan nog schroeven en moertjes. Het is eigenlijk een wonder dat alles er zomaar is. Twee weken na bestelling lag de kas er al. De stenen en het zand werden later geleverd door weer andere vrachtwagens. Het enige wat wij op de fiets moeten halen is honderd kilo aan kiezels en cement. Het kan allemaal! Het is er. Dat is heel bijzonder.

Maar stel dat die levering gaat horten en stoten. Ooit. Met corona hebben we daarvan een voorproefje gehad. Containers stonden op verkeerde plaatsen en de logistiek was in de war. Nu lijkt alles weer normaal. Maar normaal is niet normaal. Het is verrekte bijzonder dat je zomaar alles kan laten brengen of halen in de winkel. Dat er zand is, aluminium en veiligheidsglas en alles wat er maar te halen is op deze aardbol. We zijn ongelooflijk bevoorrecht en dat gaat niet eeuwig duren. Natuurlijk, straks is er ook nog wel zand. Het is niet verdwenen, het is alleen in gebruik. Dan moet je het weghalen op een plek waar het al lag. In die nieuwe tijd gaat alles langzamer en met veel meer overleg. Dat moet wel. Maar nu kan het nog. Je bestelt wat en het is er. Dus ik bereid me voor. Wat heb ik echt nodig? Nog even en hij staat er. Een echte plantenkas..

.

NEDERLANDS:

ENGELS:

Order something, and it’s there. From wherever it is brought all the way to you. That is very special. I wonder what I really need in life. Now it’s still possible and you never know if it will stay that way. In this story you can hear what that is.

https://decorrespondent.nl/13985/de-mens-bouwt-door-maar-breekt-daarmee-de-aarde-af-hoe-geven-we-de-toekomst-vorm/3578728061865-131fc7b9?pk_campaign=daily.

.

Zo groot wordt de mijne niet….

De roep van water en levend land (The call of water and living land)

.

.

Kunnen we niet meer doen dan dijken verhogen? Kunnen we het water niet vaker omarmen? Ook daarin is veel gaande. Mijn eigen vrolijke geploeter is een mooi voorbeeld, voor hoe dat in het groot kan gaan.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Do you like to hear the ENGLISH translation? Click on the button underneath.

Nederland boeit me. Dat er op maar vier miljoen hectare grond zoveel belangen spelen, daar kan ik met mijn hoofd niet bij. Er moeten wegen komen, bedrijventerreinen voor de groei-economie, er moeten een miljoen huizen worden gebouwd. De boeren willen ploegen en oogsten en met zware machines het land op. En wat is de grote gemene deler, die op de achtergrond staat te grijnzen? Wateroverlast! Toenemende verharding en inklinking van de bodem eist zijn tol. Water wordt gezien als een lastig ding, een vijand die moet worden verdreven. Zo was het vele eeuwen lang. Verschillende partijen zijn er nu druk mee bezig. Waterstaat, rijksoverheid en provincies. Wel vijftienhonderd kilometer dijk moet er worden verhoogd. De grootste operatie ooit.

Het was maar even, dat ze langs kwamen. Van de ene dag op de andere stonden er overal houten stokjes. Sommige hadden een blauwe kop, anderen een rode. Langs de hele oever staan ze nu, bij het grindpad dat naar de boerderij loopt tot in de weide er achter. “Ze gaan de dijk ophogen met dertig centimeter, vanwege de hogere waterstanden” zegt boer Jochum. Dat onze weg een dijk is, daar denken maar weinigen aan. Vorig jaar nog heeft mijn buurman een sleuf in de weg gegraven, om een leiding te leggen. Op die plek is de weg nog steeds drassig. In feite heeft hij dus gewoon een gat in de dijk gemaakt!

Onze dijk is maar een kleintje. Er liggen veel grotere plannen. Voor elke meter hoger moeten die dijken vijf meter breder worden. Dat kost enorm veel geld en er zijn protesten van bewoners die natuur en huizen kwijtraken. Maar kunnen we niet meer doen dan dijken verhogen? Kunnen we het water niet vaker omarmen? Ook daarin is veel gaande. Mijn eigen vrolijke geploeter is een mooi voorbeeld, voor hoe dat in het groot kan gaan.

Mijn klompen zijn onbruikbaar geworden in de modderpoel. Ik loop nu altijd op laarzen. Op het zompige pad verdwijnen de grassprietjes langzaam maar zeker onder een dikke laag modder. Heen en weer ga ik, elke dag opnieuw. Veel boompjes van vorig jaar staan nu in een kuil met water. Voor ik nieuwe bomen kan gaan planten, moet ik eerst het waterwerk verbeteren. Dat is nu bijna klaar. Het is een mooi gezicht, de glinsterende wadi’s en het water dat door de sleuven wegstroomt naar het laagste punt. In de greppel heb ik diverse kuilen gegraven, het loopt nu niet direct de sloot in. Overal staat water. Hoe langer ik het vocht vast kan houden hoe beter. De zomers worden alsmaar droger en de bomen zullen het straks hard nodig hebben.

Ik sta bovenop de bult te kijken naar mijn creatie. Dit zou Nederland kunnen zijn, in het miniatuur. Onze kustprovincies en langs de rivieren. Maar ook rond de steden zou het er zo uit kunnen zien. Allemaal opslag voor water, water voor de bomen en de dieren. Water voor de mensen. Maar in de eerste plaats voor de bodem.

.

.

Dertien procent van de Nederlandse bodem is verhard. Het water spoelt weg over de daken, door de straten de riolen en de grachten in. Het stroomt verder naar de rivieren en dan naar zee of het Ijsselmeer in. Goed geregeld, dachten we als Nederlanders. Tot de rekening kwam. Toenemende droogtes in de zomer, wateroverlast in de winter. De riolen lopen over. Rivieren slijten uit door het water dat er veel te snel doorheen stroomt. Land droogt uit en klinkt in. Niet alleen in de stad is er een probleem. Ook de manier hoe het land bewerkt wordt. We doen er allemaal aan mee. Er wordt veel gevraagd van de Aarde en aan teruggeven wordt weinig gedacht.

Ooit was de grond als een spons. Een overvloed aan planten en bomen groeide er, die bloeiden, zaad droegen en wortelstokken maakten. Ze stierven af en werden tot vruchtbare humus, een bodem die massa’s water kon opslaan en waar talrijke planten en bomen hun thuis konden vinden. Ik zie het voor me, hoe het zou kunnen zijn. Ik zag het in mijn dromen. Een land met veel lage elzen en wilgenbosjes en talloze waterstromen. Glooiende velden vol grassen en bloemen. Het is het land waar ik me thuis voel. Het is ook het land van mijn overleden man, Michiel. Ik zag hem wegvaren in een lange smalle boot, bomend met een lange stok. Het is het land waar mijn ziel huist. Handen helpen bouwen wat de ziel verlangt. Al is het maar een speldenknop. Het gaat om de herinnering.

Herinner je. Blijf waar je bent, vol verwondering, je handen klaar voor het heilige werk. En dan begint alles opnieuw, als een gesprek met de schepping. Het verhaal van water en aarde, van leven en laten leven zonder veeleisend te zijn. We drinken het heldere water en weten: Wij zijn hier slechts gasten. Wat een geschenk om er te zijn.

STOWA (Kenniscentrum van regionale waterbeheerders):

De conditie van landbouwbodems is op orde als ze de natuurlijke spons- en zuiverende werking behouden. Voor een goede sponswerking moeten bodems goed doorlaatbaar zijn, een goede structuur hebben en veel open ruimtes bevatten.
De conditie van onze landbouwbodems gaat echter aantoonbaar achteruit. De helft kampt momenteel met verdichting door het gebruik van zware machines en intensieve bewerkingen (zie Box 1). Beworteling en bodemleven laten te wensen over en het organische stofgehalte is vaak niet optimaal. Hevige neerslag infiltreert daardoor niet snel genoeg in de bodem, waardoor plassen op het land komen te staan en regenwater snel naar de sloot stroomt. Zo gaan kostbaar zoet water en meststoffen verloren en nemen de emissies naar het oppervlaktewater toe. Bij droogte houdt een schrale bodem niet genoeg water vast en door verdichting kunnen gewassen minder diep wortelen en daardoor niet genoeg grondwater opnemen.
Door het veranderende klimaat komen steeds vaker perioden van droogte en perioden met extreme neerslag voor. Een goede spons- en bufferwerking van bodems wordt daarom steeds belangrijker.

Nootje na:

De actiegroep Lutkemeerpolder is voor mij een voorbeeld van hoe burgers horen te vechten voor hun water en land. Deze polder stond op het punt om te grabbel te worden gegooid aan investeerders. Sinds 2018 voeren zij campagne. De mail die ik vandaag krijg sluit perfect aan bij mijn verhaal. Hoera!
.
Goed nieuws! Donderdag 12 januari heeft het Waterschap een motie aangenomen ter bescherming van de Lutkemeerpolder. Die het bestuur opdraagt “een zienswijze in te dienen, die ertoe oproept verharding in de polder te voorkomen en zo de Lutkemeerpolder te redden, waarin we water kunnen vasthouden voor drogere perioden.

Water en bodem moeten sturend worden voor het te voeren beleid.

Uit cijfers van het Waterschap blijkt dat de Lutkemeerpolder vrijwel het enige gebied in Amsterdam is waar de waterkwaliteit nu nog gezond is. Door de bouw op het naastgelegen perceel gaat de kwaliteit echter snel achteruit.
En dat is een landelijk probleem, want steeds vaker lopen we tegen de grenzen van het water- en bodemsysteem aan. Bodemdaling en lage waterstanden zorgen voor veel schade aan het landschap, gebouwen en infrastructuur en daling van de biodiversiteit. Voldoende goed drinkwater is niet langer vanzelfsprekend.

Daarom stelt het kabinet nu dat water en bodem sturend (WBS) moeten zijn bij de ruimtelijke inrichting van Nederland. De huidige plannen voor distributie vallen duidelijk niet binnen de kaders van WBS.
.
Er is een PDF bestand ter inzage van dit besluit van het ministerie. Dat gaat dus over heel Nederland en is opgesteld op 25 nov 2022.

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/11/25/kabinet-maakt-water-en-bodem-sturend-bij-ruimtelijke-keuzes

https://weblog.wur.nl/uitgelicht/klimaatslimme-stad-meer-groen/
https://www.wur.nl/nl/show-longread/zeven-redenen-om-te-investeren-in-een-groene-stad.htm
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/maatregelen-om-overstromingen-te-voorkomen/hoogwaterbeschermingsprogramma
https://pointer.kro-ncrv.nl/dijkbewoners-in-verzet-tegen-plannen-voor-hogere-dijken
https://www.stowa.nl/deltafacts/zoetwatervoorziening/droogte/bodem-als-buffer#Overzicht

NEDERLANDS:

ENGELS:

Can’t we do more than raise dykes? Can’t we embrace the water more often in the Netherlands? There is also a lot going on about this. My own cheerful plodding is a good example of how that can be done on a larger scale.

.

.

Moeders, vaders, helden! (Mothers, fathers, heroes!)

Mensen als micchorizae. Afbeelding uit het boek "Langs kantelende wegen." Uitgeverij Louise.

Ik deed het voor Moeder Aarde.

.

Duidelijk moet worden dat wij, burgers, zorg willen dragen voor onze aarde, onze grond, ons land. En vergeet de wormen niet.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Het leven heeft een harde kant en een zachte. We horen veel over de harde feiten, maar de zachte blijven meestal onopgemerkt naast de kantlijn. Toch zijn er kantelingen. Goeie boeken die steeds populairder worden. Over leven, mens en aarde. Over schimmels, zaad en voedsel. Ik lees het boek: “Een vlecht van heilig gras”. Robin Wall Kimmerer heeft het hierin ook over moederschap. Heeft moeder Aarde meer moeders nodig? Als onze Aarde ons voorziet in zoveel heerlijkheden, dan zorgen wij toch ook voor haar?

Elke ochtend strooi ik het zaad op de voedertafel. Dat is voor de vogels. Er zijn mezen, ringmussen, merels, groenlingen, vinken spreeuwen, een grote bonte specht en zelfs een fazant. Als ik wegga, doe ik zachtjes de deur open en dicht om ze niet te storen. Mijn regenbroek ritselt als ik van het bordes afstap. Vandaag heb ik mijn vuile werkkleren aan. De modder van gisteren heb ik er alleen oppervlakkig afgeveegd. Morgen is het weer even vies. Want ik wil verder met dezelfde klus als gisteren. Een natte klus. Bomen planten in de modder. Het vraagt om een energieke inzet en veel geduld.
Ik loop naar de donkerbruine berg compost. Er ligt een schep bij met een afgebroken steel en er staat een kruiwagen. Die moet vol, om mee te nemen het land op. Ik steek de schep bovenin de berg, daar is het nog droog en los. Maar ik ben niet de enige die dat weet. Als alles nat en zompig is, zoekt alles wat droog wil blijven een weg naar boven. Een duizendpoot vlucht weg, vlak voor de rand van mijn vervaarlijke schep. Op duizendpoten moet je zuinig zijn. Zoveel zie je er niet, in dit land van zompige klei. Ik leg de spade neer en schep hem met beide handen op, heel voorzichtig, samen met de compost. Ik breng hem naar een beschutte hoek onder de grote wilg. Daar ligt een berg hele fijne takjes en blad. Dat is een goed plekje voor de duizendpoot.
Ik schep tot de kruiwagen vol is. Ik ga langs hetzelfde spoor over het veld. Elke dag wordt het drassiger. Het spoor komt uit bij het ijzeren hek. Even openduwen, dan kan ik erdoorheen. Ik rijd de kruiwagen naar de plek waar ik gebleven was. Het is er een modderpoel. Veel bomen en struiken houden daar niet van. Ze verrotten. De dagenlange regen vraagt me om geulen te graven en wadi’s. Het is zwaar maar mooi werk. De ene na de andere boom roept me. Het is bijna of ik ze hoor. “Help! Mijn wortels staan in het water! Dit houd ik niet lang vol!” Ik red ze. Alleen de wilgen en zwarte berken sla ik over, die kunnen wel tegen een beetje zompigheid. Ik graaf kuilen en slenken om de plekken heen, waar veel bomen staan. Zo ontstaat er een heel nieuw landschap. Enkelingen schep ik uit om een ander plekje te geven. Druipend ligt de wortelkluit om mijn spade. Aan het eind van de dag ben ik zo moe dat ik bijna uitglij. Mijn laarzen zijn veranderd in massieve modderkluiten en alles om me heen is glad en glibberig. Maar het doet me goed om de drenkeling in een warm bed te zetten van vruchtbare compost, en dan weer te bedekken met een deken van riet en gras. Ik veeg de modder van de steel van mijn spade met een handvol gras. Dan kom ik overeind en kijk naar het gat dat ik achterlaat, de plek waar de drenkeling zojuist nog stond. Verscheidene wormen komen naar buiten kruipen, uit de natte wand van grijze zeeklei. Dunne roze wormpjes en ook hele dikke grijze. Ineens houdt hun gang daar op, er is geen grond meer maar lucht. Dat moet heel vreemd zijn voor een worm. Bezorgd kijk ik toe. Terwijl ik het ene redt, verniel ik het andere. De kuil vult zich al snel met water. Een worm valt naar beneden, in de kleine poel die ontstaat. Met mijn hand vis ik hem op en leg hem onder een kluit. Die heb ik in elk geval gered.
Er zijn vele wezens, waarom ik mij bekommer. Ze maken mijn dag. En niet alleen de mijne. Ik weet van de anderen, die net zo bezig zijn als ik. En al lijkt het maar klein wat we doen, het is zeker niet nietszeggend!

Balans is nodig, van hard en zacht, van groot en klein, van zakelijkheid en liefde. Een politieke beslissing is nodig om sowieso iets mogelijk te maken. Veel land is in handen van het grote geld. Er moet actie worden ondernomen om het terug te krijgen. Maar het eigenlijke werk kan alleen door duizenden handen worden gedaan. Daar is dringend behoefte aan en iedereen kan ermee beginnen. Al is het maar één vierkante meter. Hoe meer mensen eraan werken hoe liever. Elke uitvinding, elke techniek, hoe waardevol ook, is bedacht door een paar mensen. Een enkel genie komt vol in de schijnwerpers en vangt een hoop opdrachten. Maar die mensen kennen hun bodem zeer waarschijnlijk niet. Ze kennen de oorwurmen niet en de vogels. Ze staan los van de aarde. Er is geen machine die de zorg voor het leven kan overnemen zoals wij dat doen. Machines kennen geen liefde. We hebben moeders nodig. Maar ook helden. Strijders die rondbazuinen dat het anders moet en die het gevecht om aandacht lang vol kunnen houden.

Rutger Bregman publiceerde vandaag een stuk in de Correspondent. Hij zei: Aan bewustzijn alleen hebben we niks. We kunnen wel weten dat het anders moet, maar we moeten het ook doen. Het gaat om realistisch idealisme. In zijn betoog kom ik diverse sociale misstanden tegen, die al dan niet met succes zijn aangekaart. Maar er is één ding wat ik mis en hij is niet de enige die het vergeet. Hoe meer machines het overnemen van de mensen, hoe groter de kloof, hoe verder we er los van staan. Het is de zorg om eigen bodem. De bodem geeft ons immers het leven. Hoe essentieel is dat! Ja, we hebben moeders nodig en vaders, die Moeder Aarde liefhebben met vuile handen. Maar we hebben ook helden nodig die een lange adem hebben. Mensen die grond los kunnen krijgen en de grote industrieën kunnen laten stoppen met hun kwalijke activiteiten. Ik noem het praktisch idealisme.

Er zijn allerlei manieren om actief te zijn. Wil je iets doen buiten je eigen tuin, dan is er keus genoeg. Natuureducatie met kinderen, een buurttuin opzetten, bomen planten bij Urgenda. Of steun “Land van Ons” om grond los te krijgen voor collectief en gezond landgebruik. Ook een initiatief als het “Behoud Lutkemeer” is de moeite waard om te steunen, hun succes zou een mijlpaal kunnen zijn voor andere initiatieven. Duidelijk moet worden dat wij, burgers, zorg willen dragen voor onze aarde, onze grond, ons land. Als we dat niet laten merken, dan verandert er niks. Ik wens iedereen heel veel succes en geluk ermee. En doe de wormen de groeten.

https://www.ivn.nl/vrijwilligers

meerbomen.nu/over-de-actie

dezwijger.nl/update/voedsel-uit-eigen…

http://behoudlutkemeer.nl/

voedselanders.nl

landvanons.nl

caringfarmers.nl

urgenda.nl

viacampesina.org/en

.

NEDERLANDS

ENGELS:

It must be made clear that we, citizens, want to take care of our earth, our land, our country. If we don’t show that, nothing will change. I wish everyone a lot of success and happiness with it. And don’t forget to say hello to the worms for me!

.

.

.