.
.
Ondanks toenemende transparantie, groeit de vloed aan ongekende verhalen. Het vormt een ingewikkelde berg spaghetti die blijft liggen op het strand en die almaar verder groeit. Elk ding dat ik koop of vind, vertelt me iets. Ik wil het weten! De feiten die ik bij nader onderzoek op mijn bord krijg, zijn niet mals. Het vraagt om aandacht en rust om er in te duiken en het te verwerken. Dat kan ik alleen opbrengen als ik eenvoudig leef.
.
Ik sta voor de stal. De ruimte waar de os en de koe in de winter staan, is nu gevuld met fietsen. Langs de muur, in het stof, staat een spade en een bezem. En erachter, onder een dekentje, staat mijn elektrische trekkertje, dat ik aan de hand mee kan voeren. Het is een mooi ding, waar ik straks mee de hort op ga met mijn Wandelhuisje. Maar toch is er iets. Er zit een bijsmaak aan. Elektrisch is beter voor het milieu, zeker als ik ze laad met eigen zonnepanelen. Maar ik heb wel twee zware gelaccu’s, met lood erin. Jakkes. Wat gebeurt daarmee als ze uiteindelijk waardeloos worden? Daar ben ik niet bij.
Accu’s met lood, mijnbouw voor grondstoffen in verre landen, ik kijk naar die dingen. Ik bestudeer het verhaal achter de spullen in mijn leven. Ik voel me net een arts die de ongezonde situatie bestudeert. Alleen als ik ernaar kijk, kan ik bedenken wat er aan te doen. Ik weiger om er depressief van te worden of om te gaan mopperen dat alles zo ingewikkeld is dat ik het ook niet meer weet. Ik ben niet verslaafd aan spullen. Ik kan dingen ook laten, als het moet. Liever iets te laten, dan rond te lopen met een rotverhaal, dat ver van mij plaatsvindt, maar waar ik rechtstreeks mee te maken heb. Ik doe wat ik kan.
Er zijn meer dingen waar ik niet bij ben, waarvan ik niet weet waar ze vandaan komen. Voor de energie in huis heb ik een andere accu, die ik zelf heb gekozen. Hoewel het volgens mij de minst slechte keus was, weet ik niet waar de grondstoffen vandaan komen. Ik heb uitgerekend dat mijn milieuvriendelijke lithiumaccu zeer waarschijnlijk wèl een dikke kilo kobalt bevat. Dat is een hoop! Hoeveel tijd kost het om een kilo kobalt te winnen? Wie heeft mijn kobalt in handen gehad? Was het een kindslaaf uit Congo? Ik weet het niet. Het zou kunnen dat zijn huid nog steeds geïrriteerd is en dat zijn longen pijn doen bij het ademen, door dag in dag uit in de mijnen te kruipen. Het kan zijn dat er voor de aanleg van de mijn mensen uit hun huizen zijn gezet. En dat ze nu ontheemd op onvruchtbare bodem staan, wachtend op de vervulling van loze beloften. Er is geen leefbaar bestaan voor teruggekomen. De mijnbouw plundert meer en meer land, en wat er overblijft is steeds minder. En dan is er nog de zee. Daar zit nog zes keer zoveel kobalt onder dan op land. Dat willen ze straks ook hebben. Ik kijk naar mijn mooie rooie trekding, dat daar stil in de stal staat. Ik kijk naar de zonnepanelen op mijn dak en de accu onder mijn bed. Ik denk aan de verhalen, die ik met mij meedraag, alleen al door een kilootje kobalt. En er is nog zoveel meer dan ik weet!
Zeer waarschijnlijk is mijn kilo kobalt getransporteerd naar China en daar, door wie dan ook, omgetoverd tot de accu. Ik ben er blij mee. O ja! Maar er zit toch een luchtje aan.
Ik leef eenvoudig. Dat is niet alleen voor mijn eigen rust en concentratie. Het is meer. Ik wil dat, wat ik gebruik, zoveel mogelijk van dichtbij halen. Wat ik mijn bezit noem, daar zit veel energie in. Energie van anderen die de tol betalen. Het zit ook in mijn laptop en in mijn mobiele telefoon en in veel meer. Maar ik doe mijn best. Het is een zoektocht en een avontuur, om een weg te slaan in de jungle van deze technologische tijd.
Mijn leven zal steeds eenvoudiger worden. En hoe meer mensen er meedoen, hoe makkelijker het gaat. Nu gebruik ik de computer om deze verhalen te schrijven. Maar in de toekomst heb ik dit medium misschien helemaal niet nodig. Ik zou een nieuwsbrief uit kunnen geven in plaats van een blog, ik zou een boek kunnen schrijven. En er zouden veel meer momenten zijn om elkaar te ontmoeten en om bij te praten in plaats van te chatten of te Whatsappen.
Ik zie was- en koelhuizen. Ik zie dorpstuinen, coöperaties en hereboeren die zorgen voor het landschap en het voedsel. Ik zie droogzolders. Ik zie leraren, studenten en ambachtslieden die je ter plekke tegenkomt, precies wanneer je ze nodig hebt.
Als meer mensen meedoen, wordt het steeds makkelijker om een andere weg in te slaan, letterlijk en figuurlijk. Er kunnen wegen en rustpunten worden aangelegd voor trekdieren in plaats van grondstoffen en parkeerplaatsen voor elektrische auto’s. Degenen die ons land zijn ontvlucht vanwege kaalslag, opgedrongen technologie, de onvruchtbaarheid van de regelgeest, iedereen kan terugkomen. Het kan lang of kort duren, het maakt niet uit. Maar dit is het pad dat ik bewandel en ik ga niet weg. En ik ben niet de enige die richting kiest. Wie gaat er nog meer mee?
.