.
Het is als een muziekstuk met talloze partijen. Sommige ervan speel ik, anderen volbrengen de rest.
.

.
Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.
Do you like to listen to the ENGLISH translation? Click on the button underneath.
.
Ik sta voor de zoveelste keer in de kas te kijken. Van de bloemkolen zijn er maar drie opgekomen. Waarom? De maand maart was donker. Misschien is het zaad verrot in de te natte bakjes. Ik ben niet de baas, als het niet mee zit doe je er niks aan. Dat willen mensen graag. Dat de natuur zich aan hun wensen voegt. Tot in de puntjes. Het opkweken van voedsel is daarvan het meest extreme voorbeeld.
Ik ben pas laat begonnen met zaadjes in bakjes stoppen. Plantjes die zo kwetsbaar en afhankelijk zijn, daar moet ik aan wennen. Maar ook dat er een doel is. Het doel is bloemkolen eten. Van de honderd-en-dertig kolen zijn er maar drie opgekomen. Ben ik dan een slechte tuinierster? Nee natuurlijk niet. Want ik ben niet de baas over ze. Die zaadjes hebben hun eigen leven, waar ik maar een piepklein beetje van weet. Daarom heb ik dat doel “Ik wil jouw opeten” maar op de tweede plaats gezet. Veel mooier vind ik het om de natuur te volgen, dan om haar mijn wil op te leggen. Dat is een waar avontuur. Al meerdere mensen heb ik enthousiast gemaakt door tuinieren van die kant te belichten.
Ik struin door de weiden en langs de wilgen. Ik trek een veldje brandnetels weg, waar paarse dovenetel zich bescheiden een weg omhoog probeert te maken. De ruimte wordt met graagte ontvangen. En dan zien hoe het paars zich uitbreidt. Elke dag weer even kijken. Ook dàt is tuinieren! Ik volg en ik grijp in. En dan laat ik het weer. Het is net een spel.
Ik loop langs de rietkragen. Ik speur de oevers af van sloten en kuier door de natte greppels. Ik maak paadjes in het riet en de grote bossen die dat oplevert, stop ik in mijn fietskar. Hele bergen heb ik meegenomen en je ziet nauwelijks dat er wat weg is. Ik leg ze neer rond de perken, om de planten en het zaaigoed te beschermen. Ik vlecht het riet achter mijn huis, tot een schutting. Doordat ik er ben verandert het om mij heen. En niet omdat ik alles omploeg. Maar omdat ik kijk. Twee jaar lang was dit kleine hoekje wildernis. Maar nu grijp ik in, hier en daar. Ik trek brandnetels uit en kleefkruid. Niet alles, maar genoeg om het andere ook een kans te geven. Het look zonder look ziet nu eindelijk het luchtruim, en ook het zevenblad groet mij. Ik grijns naar ze. Groeien jullie maar lekker door. Jullie zijn sterk zat, om de brandnetel aan te kunnen. Als ik dan af en toe een paar blaadjes mag? Het lijkt me een goede ruil. Brandneteltoppen, zevenblad en look zonder look, ik eet ze graag. Waarom zou ik keihard vechten om een paar tere kropjes sla te verdedigen? Je houdt alleen maar kale grond over. Ik houd niet van kale grond. En ik heb die sla ook helemaal niet nodig, eigenlijk. Maar kool wèl… Het is mooie stevige kost, voor de winter. Daarom ben ik ze toch aan het bestuderen. Het hoeft niet meteen te lukken. Misschien duurt het wel twee jaar voor het uit mijn handen komt. Maar het begin is er. Vlak naast mijn kas staan de eerste drie miniscule koolplantjes, net uitgeplant. Je kan zien waar ze staan, want ik heb er rietstengels omheen geprikt, tegen de vogels. Het werkt goed. Ze staan er nog steeds.
Tuinieren en landschapsbeheer, het is prachtig. Het is als een muziekstuk met talloze partijen. Sommige ervan speel ik, anderen volbrengen de rest. Er zijn klinkende trompetten, tedere fluitpartijen en stemmen als nachtegalen. Ik luister en ik dien. En soms, heel soms ben ik de baas. Maar meestal niet.
Dit is mijn land
hoever strekt de grond
waar het zaad dat ik strooide
zich spreidt in het rond
Hoe meer dat ik laat,
hoe meer dat het groeit,
Hoe meer dat ik luister,
hoe meer dat er broeit.
.

Mijn inspiratie haalde ik o.a. uit dit artikel: https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=30604
Ook interessant is wat de Vlamingen vinden, en het verschil tussen hun wat rommelige aanpak en de grootschalige werkwijze van de Nederlandse natuurorganisaties. Wat is beter?
Over de noodzaak van verstilling in het natuurbeheer: https://edepot.wur.nl/148759
.
NEDERLANDS:
ENGELS:
Nature is like a piece of music with countless parts. Some of them I play, others accomplish the rest. (Alowieke)
Song of diversity
This is my land
how far does the soil extend
where the seed I sowed
spreads around despite the drought
The more that I let
the more it grows,
The more I listen
the more it glows.
And our brightful laughter
is like the needed water
.
I always try to trace my blogs to a deeper source. This time I got my inspiration from this article, which Jeroen de Ditches connoisseur sent me, exactly when I was looking for a theme for my new story. The philosopher Eric Higgs is a Canadian environmental philosopher. He distinguishes between two ways of land restoration. The technological approach and the focal. The latter explicitly focuses on the connection between man and nature. In other words, creating committed relationships between people and ecosystems. And that is exactly what my stories are often about: https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=30604
Also interesting is this story by Glenn Deliège. He is affiliated as a research fellow of the FWO at the Higher Institute for Philosophy of the KU Leuven. He is currently working on a dissertation on a philosophical interpretation of conservation practices, paying particular attention to nature conservation as meaning and to nature conservation which brings about the continuity of meanings in the lifeworld. In this article he carefully distinguishes between two archetypes of nature conservation in Flanders and the Netherlands, with a view to the question of how well they succeed in establishing that continuity. The difference between the somewhat messy bottom-up approach and the large-scale approach of the Dutch nature organizations that is directed from above. What is better? About the need for stillness in nature management: https://edepot.wur.nl/148759