De zachte krachten zullen winnen

.

-the-fallen-technotreee-kl-frm

Een utopie van techniek die mens en bodem negeert, is als een boom zonder wortels. Je weet nooit waar en op wie hij valt. (Alowieke)

.

Het is zaterdagmiddag. De noordwestenwind waait als een koude föhn langs mijn woonwagen, maar binnen is het warm. Het is stil, ook de weekendgasten zijn niet gekomen. De wegen zijn glad, de stormwind is ijskoud en heeft gisteren in Scheveningen de kades blank gezet. Springvloed en storm tegelijk, het is opletten geblazen in ons platte landje aan zee. Eén grote golf en Nederland ziet er heel anders uit. Lange tijd waren er wel vijf stormvloeden per eeuw. En dan hebben we het nog niet eens over dijkdoorbraken van rivieren in het binnenland. Dat lijkt een heel andere era, een tijd die voorgoed voorbij is. Wij zullen dit niet meer meemaken. Denkt men.
Ik kijk naar het dunne laagje sneeuw dat alles bedekt. Afdrukken van grote kippenpoten zijn overal rond mijn wagen. De vloer is koud, ik heb mijn knieën opgetrokken, mijn voeten dicht bij me, op de schapenvacht. Mijn eenvoudige leven staat in groot contrast met de toenemende welvaart. Ik voel me verbonden met inheemse volkeren, die dicht bij de aarde leven.

Verbaasd kijk ik naar het nieuws van alledag. Er wordt gewerkt aan zelfrijdende auto’s. Dan kunnen mensen de krant lezen als ze naar hun werk gaan. Er zijn minder ongelukken, want computers kunnen het veel beter met elkaar regelen dan mensen.
En dat mensen robotangst hebben, ach dat verdwijnt wel. Zo is het immers altijd gegaan.

Het is een vreemde wereld. De angst voor auto’s is niet weg. Het is een geaccepteerde angst geworden, die ons vrijheden geeft, maar ook enorme gevaren oplevert. Om al die luxe te voeden, wordt elders andermans grond met voeten getreden. Steeds meer voorouderlijke grond wordt verorberd in de eindeloze honger naar meer, sneller en luxer vervoer, een nog grootser leven, riante huizen. Wilde natuur wordt massaal met de grond gelijk gemaakt, kleine boeren het leven onmogelijk gemaakt, tradities worden afgedaan als achterlijk, inheemse volkeren in elkaar geslagen en vermoord. De tegenstand bij dit geslagen deel van de wereld groeit, tegelijk met ongelooflijke dromen van mensen in de rijke wereld.

Zo droomt Rob Wijnberg, hoofdredacteur van de Correspondent, over eindeloze energiebronnen.
De razendsnelle Airbus brengt je straks in een uur van Amsterdam in New York, lees ik. En nog duurzaam ook! Hij lijkt er razend enthousiast van te worden. Waarom? Hij noemt het “De Vooruitgang.“ Voor mij een leeg woord. Wat is het ècht, is het een verslavend spelletje waar je steeds beter in wordt? Of is het een verlangen naar ongelimiteerde vrijheid? Ik dacht dat het juist de beperking was en de toewijding, wat ons aandachtig maakt en vrij.

De mens is pas mens als hij tot zelfbeheersing in staat is en eigenlijk dan pas wanneer hij haar in de praktijk brengt. (Mahatma Gandhi)

.

Tegelijk met de onverzadigbare drang naar technisch vernuft, groeit er een andere beweging, in tegengestelde richting. Mensen die niet méér hoeven dan er is en ook niets missen. Onafhankelijk zijn ze en liefdevol. Ze willen het zèlf doen. Eigenhandig planten ze, oogsten, bouwen, plaatsen hun zonnepanelen of repareren eigen huis en goed. De voldoening die dat geeft, is grenzeloos, elke keer opnieuw. Het is een beweging die 180 graden afwijkt van de andere route, de vooruitgang van de techniek om de techniek zelf, die belangrijker lijkt te zijn dan de mensen.

Ik herken het. Ik heb geen behoefte aan extreme kermisatracties, over de ruggen van anderen. Ik hoef geen zelfrijdende auto. Ik bouw aan mijn eigen kleine huis, op wielen. En als de waterstand stijgt, of de bodem verdroogt, dan zie ik dat. Ik hoef het niet in de krant te lezen in een razendsnel vliegtuig, hoog boven de wereld. En als er een dijk doorbreekt ben ik er hopelijk bij en bied helpende hand.

Ik droom van samenleven. Mijn paarden laten grazen in een kruidige wei en hun mest gebruiken om een groene zee te laten groeien, bron van voedsel voor mens en dier. Net zoals ze dat elders ook al eeuwenlang doen. Zo maken we de cyclus rond. En dan is er herkenning en verbondenheid, vervagen de grenzen. Merkwaardig, die paarden keren toch steeds terug, in mijn droom…. Als symbool van liefde en kracht tegelijk.

.
Henriëtte Roland Holst (1869-1952) schreef dit treffende gedicht, toen ze 49 jaar oud was. Twee jaar jonger dan ik nu ben. Het komt uit de dichtbundel: “Verzonken grenzen.” (1918)

.
De zachte krachten zullen zeker winnen
in ’t eind — dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zoo ’t zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.

De machten die de liefde nog omkluistren
zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen,
dan kan de groote zaligheid beginnen
die w’als onze harten aandachtig luistren

in alle teederheden ruischen hooren
als in kleine schelpen de groote zee.
Liefde is de zin van ’t leven der planeten

en mensche’ en diere’. Er is niets wat kan storen
’t stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten:
naar volmaakte Liefde stijgt alles mee.
.

https://decorrespondent.nl/5915/waarom-vooruitgang-vooral-een-kwestie-van-duurzame-energie-is/1513634357235-ce2fd3e7

Vrijheid en zure melk

.

.

Op weg met Juf Kolibri.

 

Totale vrijheid leidt uiteindelijk tot verveling. Beperkingen dagen uit tot iets nieuws.

“Zit er zo genoeg melk in?” vraagt mijn vriend Dick, en hij geeft me een mok koffie. “”Ja hoor”, zeg ik. Ik proef. Het smaakt wat zurig en ik zie kleine vlokjes in de sojamelk. “De melk is niet goed meer.” Dick vraagt of hij alles nu voor niks heeft gemaakt. “Nee hoor,” stel ik hem gerust, “als we er een lepel honing in doen dan gaat het wel.” Hij kijkt tevreden en knikt. “Ja, daarom zijn oosterse vleesgerechten ook zo goed gekruid. Het vlees was vaak bedorven en dan proef je het niet zo.”
We praten erover. “Totale vrijheid leidt uiteindelijk tot verveling, denk ik. Beperkingen dagen uit tot iets nieuws.” Dick nipt van zijn dampende koffie en kijkt nadenkend in de verte. “Ja, dat is mooi gezegd. Zo is het wel.” zegt hij. “Doordat niet alles er is word je uitgedaagd om naar oplossingen te zoeken voor een probleem. Dat kan een waardevolle vondst zijn.”

Ik woon in een huisje op wielen. Maar twaalf vierkante meter. Dat is te weinig, heb ik ontdekt. Ik heb er dertien nodig. Een vierkante meter extra voor een extra kast. Die ben ik aan het bouwen. Hij komt voorop de wagen. Je kan er ook op zitten tijdens het rijden, en in de winter komt de houtvoorraad erop te liggen. Alles wat ik nodig heb krijgt een plek. Zo efficiënt mogelijk. Het is de slotfinale van een proces van jaren. Ik maak mijn bezit kleiner en kleiner. Als ik klaar ben dan vier ik het. En daarna oefenritjes maken. Met een trekker er voor. Of twee paarden. Maar waarschijnlijk een trekker. Kijken of het kan, rijden met mijn wagen. Spannend. Maar voor het zover is, gaat er nog zeker een winter overheen, denk ik. Ik weet nog niet. Alles ontvouwt zich stap voor stap. En ik kan lekker zelf kiezen. Zelf uitvinden wat ik echt nodig heb. Nu. Dat is vrijheid.

begrenzing

Bij deze beëindig ik het contract

Ik kap ermee

“Als het goed is, ben ik per twintig juni 2013 uitgeschreven”. Dat typte ik naar de KPN, om mijn mobiele internetcontract te beëindigen. Ik heb in het begin een dongel van ze gekregen, een wit stickje dat ik in mijn laptop moest stoppen. Dan heb je overal verbinding zeiden ze, waar je ook bent. Je betaalt een vast bedrag per maand en er zijn allerlei soorten abonnementen. Die kan je helemaal afstemmen op je behoefte. Maar wat is dat dan. Wat is mijn behoefte?
In dit geval rees de vraag, nadat ik dacht dat ik een grotere bundel wilde. Dat vond de KPN natuurlijk prima, maar op de dag dat het in zou gaan, zat ik opeens zonder verbinding. Ik heb drie keer de klantenservice gebeld en minutenlang gewacht. Ik ben naar de telefoonwinkel in Utrecht geweest. Daar konden ze niets doen als ik mijn laptop niet mee had. Daarna ben ik in de KPN winkel in Emmeloord geweest. Ik had mijn laptop mee. De jongen probeerde wat, maar kreeg het ook niet voor elkaar. Hij zei dat ik het zelf moest oplossen door de helpdesk te bellen. Dat was helemaal gratis. Maar ondertussen betaal ik wel voor een verbinding die er niet is. Ik hakte de knoop door. Laat maar, dacht ik. Ik doe geen moeite meer. Ik had al dagen niet meer naar dat kleine schermpje gekeken en werd er eigenlijk best rustig van.

Ik heb geen bedrijf meer waardoor ik altijd bereikbaar moet zijn. Elk moment op facebook kunnen kijken, voegt het iets toe voor mij? Verslavend gedrag is goed voor de groei-economie. Bedrijven verdienen aan allerlei soorten van verslaving. Maar ik doe niet meer mee.
Ik ga verder zonder internet in huis. Via de radio kan ik luisteren wat er gebeurt. Ik schrijf stukjes en berichten. Ik verzamel ze op momenten dat ik het verwerk. Ik maak een lijstje van wat ik wil weten en wat ik wil doen, en ga ervoor op pad. Zo eenvoudig is het nu.
Af en toe stap ik op de fiets en rijdt een stukje door het bos. Achter het bos ligt Diessen. Daar is een café waar WIFI is, en waar ik een glaasje sap drink tijdens het werk. Ze kennen me al. Ik kan ook doorfietsen naar Beek, naar de bieb. Daar ben ik nog niet geweest, maar dat komt nog wel. Mooie voorziening eigenlijk, zo’n openbare plek waar kennis ligt opgeslagen. Waar je kan werken en elkaar kan ontmoeten. Waar je ook een poster op kan hangen als je iets organiseert. Een echte plek, met mensen. Én internet.

Ik maak mezelf los van contracten die me binden aan de oude groei-economie. Het gaat niet in één keer en soms is het eenzaam. Maar ik word gedragen door de golf van deze tijd. Ik ben niet bang. Ik merk op dat veel mensen zich graag zouden willen bevrijden van een heel pakket aan lasten. Het gaat niet vanzelf. Ik vertel hoe ik het doe en wat ik ontdek. Er kan veel, als je wilt en geduld hebt. Als de dikke schil van lasten van ons afvalt, dan is er ruimte voor dat, wat van binnenuit wil groeien.

Ik word blij van een wereld die opleeft, en die groeit van binnenuit. Met oergezond zaad. Oude volksfeesten om het zaaigoed te bezingen, en de eindeloze vruchtbaarheid van de natuur. Zaad dat ontkiemt en zich vermeerdert waar het zich thuis voelt. Vruchten om te oogsten, smaakvol en kleurig uitgestald bij het oogstfeest. Verscheidenheid die zich uitbreidt. Alles en iedereen in zijn element. Daar ga ik voor.

.

.

.

.