.
“Het wordt een treintje,” zeg ik tegen de vogelspotter, die vaak naar Frijlân komt om foto’s te maken. We staan bij mijn nieuwe bagagewagen, die straks achter de woonwagen aan komt te hangen. Het is een blauwe. Ik heb hem zojuist opgehaald met buurvrouw Anna. Hij heeft een deksel dat aan beide kanten schuin afloopt en hij is maar een dikke meter breed. “Kan die mover dat allemaal trekken??” vraagt hij met grote ogen. Ik knik vol vertrouwen. Tegelijkertijd klinkt achter ons een vogelkreet. “O wacht, dat kan een kiekendief zijn. Even een foto nemen.” Hij draait zich om en kiekt de vogel die hoog in de lucht vliegt. Daarna neemt hij rustig de tijd om te kijken wat hij geschoten heeft. Ik wacht. Even later stopt hij zijn camera weer weg en richt zijn blik weer op mij.
“Ja hoor, hij kan het makkelijk trekken. Ik kan zelfs in mijn eentje de woonwagen in beweging brengen. Hoewel hij 1500 kilo weegt, rolt hij makkelijk en licht.” Zijn bezorgde blik wordt nu vrolijk. “Dat moet wel lukken!”
Ik zie het al voor me. Daar loop ik, in mijn strakke rode prinsessenjurkje en mijn rode hoed met de veer. Ik trek de wagen, met de rode mover vlak achter me. Anderen hebben grote dieselslurpende trekkers voor hun wagens, die veel herrie maken. Een enkeling heeft een paard ervoor, of een ezel. Maar ik heb alleen een glimmend rood bakkie, dat volkomen geruisloos is en 3500 kilo kan trekken. Het is iets ongekends. Een mens die een treintje voortrekt, bestaande uit een woonwagen, een bagagewagen en een fietskarretje. En het is nog wel een vrouw! Hoe komt een vrouw daar nou aan? In mijn sjieke verschijning zal men allerminst de gedachte hebben dat ik mijn tiny tiny house zelf heb gebouwd. Maar ja, een sjieke dame die een treintje achter zich aan trekt, dat hebben ze ook nooit gezien. En als dat mogelijk is, dan is alles mogelijk, nietwaar ?
Die gedachte hoop ik wakker te maken,
alleen maar door te zijn,
door te gaan,
door het wonder van het bestaan
iets los te toveren bij de passant,
die mij voorbij ziet gaan.
Dat het ene wonder
het andere wonder doet ontluiken.
Dat is hopelijk mijn kracht.
Het is geen loodzwaar doel of ideaal.
maar juist klein en heel dichtbij
ik kan het bijna ruiken
.