.

.
Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.
Do you like to hear the ENGLISH translation? Click on the button underneath.
We staan op het erf met zijn drieën, een toevallige samenkomst. An, een kampeerder en ik.
De kampeerder is een vaste gast en komt al heel lang op de Swetteblom. Het is altijd om deze tijd van het jaar. Hij praat tegen An.
Oh, wordt je huis afgebroken, en moet je nou hier wonen? Pechvogel!” Het gaat over An haar nieuwe plek. Het is nog geen voldongen feit, maar zeker is dat An de stek van Gonda heeft kunnen overnemen. Het huisje is niet groot, maar het heeft uitzicht op de wei. Ik vind dat ze boft. “Ze is juist een geluksvogel, dat ze hier mag wonen!” zeg ik fel. “Ja!” zegt An. “Geluksvogel!” Ze is zo blij ermee, eindelijk heeft ze weer eens geluk, zegt ze. Het is een heerlijk plekje waar ze graag wil zijn. “Ik woon daar veel liever dan in een huis!” roept ze stralend uit. De man kijkt verbaasd voor zich uit en herhaalt stamelend het woord. “O …. geluksvogel….” alsof hij het nog niet helemaal vat. Het is niet voor niets dat hij zo denkt. Een lange tijd is deze plek een oord geweest voor mensen die nergens meer terecht konden. Dat beeld blijft lang hangen.
Ik loop naar huis, diep in gedachten. Als ik er bijna ben zie ik ineens Linde aankomen. Haar grote blonde haardos glanst in de zon. Ik ben soms jaloers op haar krullen. Ze komt hier vaak om te zwemmen. Of om mest te scheppen in de stal. Maar nu komt ze voor mij. Ik heb haar uitgenodigd. Samen lopen we het veld over naar mijn woonwagen. Ik geef haar het ijzeren melkflessenkratje, geleend van boer Jochum. Ik zet het op zijn kop met een plankje erop, vlak naast de bloemen. Daar kan ze mooi op zitten, met haar rug tegen de wand.
“Heerlijk is het hier” zegt ze “Lekker beschut. De wind is koud, maar de zon is warm zeg!”
Ik pak een klein krukje uit de kas. Het is warm daarbinnen en ik ga gauw weer naar buiten. Ik denk nog steeds aan die opmerking op het erf, over pechvogels.
“Ik vind het zo jammer dat mensen blijven zeggen dat deze plek een soort afvalput is.” begin ik tegen Linde, “Een plek waar je niet voor kiest maar terecht komt als je pech hebt. Ik kíes er juist voor om weinig te hebben. Het maakt me onafhankelijk en vrij.”
“Ja” zegt Linde “Heel raar is het. Terwijl veel mensen het eigenlijk toch prettig vinden als ze niet teveel gewicht op hun rug hebben. Al die verantwoordelijkheden…”
“Als je veel wilt hebben, heb je ook veel nodig, ”vul ik haar aan. “ Moet je eens op een lijst zetten van hoeveel bedrijven je afhankelijk bent. Dan ben je pas een pechvogel. Het wordt tijd dat we de zaken om gaan draaien. Hoe minder je voor jezelf nodig hebt, hoe meer je kan helpen scheppen, de aarde weer gezond te maken.”
Linde staart in de verte. Vorig jaar was ze nog burn out. Na een paar goeie keuzes gaat het nu stukken beter. “Ja” begint ze “Dat wil ik ook. Het is zo’n klus om alle ballen in het spel te blijven houden. Ik geniet ervan, als ik hier kan zijn, op het erf of in het veld, gewoon aan het werk met iets simpels als mest scheppen.”
Ik knik. “Dat snap ik. Dit soort plekken worden ook steeds belangrijker daarin. Op een plek als de Swetteblom kunnen we dat laten zien. Volgens mij zijn hier geen pechvogels. Wel heel veel vogels en andere dieren. Dit is een prachtplek. Laat dat duidelijk zijn.”
Linde haar ogen glanzen en het is even stil.
“Ja,” zegt ze dan mijmerend “Dat doe je samen. Maar hoe maken we met elkaar een sterke gemeenschap? Het is hier altijd ieder voor zich geweest. Heel individualistisch.” Ze verdwijnt stil in gedachten.
Individualisme is een probleem van deze tijd. Ieder eist zijn eigen vrijheid, terwijl we toch samen verantwoordelijk zijn voor de Aarde. Hoe pakken we dat aan? Hoe brengen we het schip op een andere koers?
Over de weg komt een kleine vrachtwagen aanrijden, met nieuw hout voor de steiger. Alles gaat door, rollend en ronkend, terwijl langs de kant verkennende gesprekken groeien. Het begint in de luwte, ergens in de zon. Daar, waar geluksvogels neerstrijken en thee drinken, in de zachte geur van de kruidenrijke wei. Daar begint het. Maar al zijn we geluksvogels, het geluk komt niet zomaar. We moeten ervoor werken. Geluksvogels met werkhanden, die hebben we nodig. En niet alleen voor ons eigen geluk. Mensen met mededogen hebben we nodig, als een glanzende draad die alles verbindt. Ik hoop dat het hele zwermen worden. Hier, daar, overal.
.
.
Ik kreeg later een correctie binnen van boer Jochum.
efkes in pear fryske flaters yn dyn moai betochte ferhaalsjes rjocht sette:
– maitiid
komt fan Maies, de moaiste dochter fan Atlas en Pleione
– eartiids by de Romeinen begûn it nije jier op 1mrt en sette de maitiid dus útein op ús1 maaie, de start fan it bloesemfeest
– it hollânske maaien is yn it frysk meane en hat dus hielendal neat te krijen mei maitiid….
– in pôle
reit sjochst foarby driuwen yn de Swette fanwege dy idioate snelheidsmaniakken, it kin ek dyn wenhiem wêze
– en it kin ek yndied in ôfsûnderlik stikje grûn wêze, wat heger leit as de rest- lykwols it leit like heech as it hiele stik lân fan 1 1/2 hektare, dus it soe nea in eilânsje wurde by ûnderstreaming….
noflike dei,
mooi jochum



