.
Klik hier om te luisteren naar het voorgelezen verhaal van 7,5 min.
.
Ik loop over het rode grind naar de tuin, die achter het huis ligt. Er is een smal paadje tussen de buitenmuur en de bosjes ernaast, waar je precies tussendoor kan met een kruiwagen. Maar ik heb geen kruiwagen, ik heb een spade in mijn hand. In de andere draag een emmertje, met een deksel erop. Je zou het heel chique een ecotoilet kunnen noemen of iets minder chique, een compostemmer. Maar eigenlijk is het gewoon een emmertje met zaagsel en poep, met een goed sluitende deksel. Het is klein genoeg om onder de plank onder mijn bed te stoppen.
Ik loop het hoekje om en duik de bosjes in, daar ligt een heuveltje los zand. Ik zet de spade in de grond om een kuiltje te maken. Zand! Ik moet er aan wennen, opnieuw zandgrond te voelen, na anderhalf jaar klei. Ik steek de spade in de aarde en zie dat de wurmen mijn vorige donatie al gevonden hebben. Daar ligt al wat, ik moet iets verder op scheppen. Ik steek twee keer, dan is het kuiltje diep genoeg. Ik gooi de emmer leeg, klop een paar keer op de bodem om het laatste vochtige zaagsel eruit te krijgen. Dan gooi ik de lege emmer naast me neer en schep de donkere aarde terug over mijn vruchtbare bijdrage aan deze prachtige tuin.
Dit is de plek waar ik ben. Elke plek is anders, door langer op een plek te zijn leer je het land veel beter kennen dan wanneer je er vluchtig, als een toerist, voorbij trekt. Waar ik nu ben, dat is dit oude hoogveengebied, dat al lang geleden is afgegraven.
Ik kijk naar een site over geologie, daar is een kaart, waarop ik de samenstelling van de bodem kan uitzoeken. Ik ben nu vlakbij Heerenveen. Er is hier tot 1.80 M zand, daaronder kiezelig leem en klei.
Dit is niet meer het gebied van de zee, dit behoorde tot een uitgestrekt kustgebied. Eeuwenlang lagen hier grote veenmoerassen, plekken vol muggen, met talloze vogels tussen het riet, de gagel en de elzenbosjes. In het natuurgebied hier vlakbij kan je nog een beetje zien hoe het was. Dit soort plekken worden vaak kunstmatig in stand gehouden, als er teveel elzenbosjes in het riet gaan groeien, worden ze verwijderd, net als de bomen op de Brabantse hei. Zoals het was, zo moet het blijven.
Ik loop graag in het natuurgebied, tussen het riet. Maar in een land met elzenbosjes had ik me ook prima gevoeld. Het mooiste is de bodem. De grond is hier pikzwart van verteerde plantenresten. Indrukwekkend! Gek, ik kwam er pas later op, om de grond te voelen, ik woonde hier al twee weken. Toen ik de grond in handen had, merkte ik het op, goh, hoe kon ik dit nou vergeten! Pas als ik de grond heb gevoeld, dan ben ik er echt, dan ben ik waar ik ben. Elke bodem verdient het om gezien, verkend en gerespecteerd te worden.
Er zijn nog meer manieren om het land te verkennen, wetenswaardigheden, die je niet direct kan zien. Zo zoek ik altijd even de hoogte uit, ten opzichte van het zeeniveau. Hoewel ik de zeeklei verlaten heb, is deze plek toch niet vrij van water, bij een overstroming. Er staat hier maximaal vijftig centimeter, ontdek ik, Heerenveen ligt dan precies langs de nieuwe kustlijn. Voor Annemarie is dat rot, dan moet ze naar de zolder vluchten, net als veel andere mensen. De vogels en de dieren kunnen hier wel een toevluchtsoord vinden, op de berg stenen bij de Vries, in bomen, op auto’s en karren, op daken van schuurtjes. Als het maar niet te lang duurt. Voor mijn huisje kan het net, als de golfslag niet te groot is. De wielen zijn zestig centimeter hoog, en als ik tegels onder de assen leg, sta ik nòg hoger. Dan wordt mijn huis net een boot, een boot die op de bodem staat.
Waarschijnlijk ben ik allang verdwenen, als het hier ooit onder stroomt. Maar nu ben ik er nog. Ik sta voor het raam. Een koolmees balanceert op de waslijn, vlak voor me. Ik kan hem recht aankijken en houd mijn adem in. Zolang ik niet beweeg, blijft hij wel zitten. Ik kijk naar de kleine kraaloogjes en geniet.
Bekijk hier hoe jouw landschap is veranderd
Klik hier om uit te zoeken wat jouw ondergrond is.
Klik hier om uit te zoeken hoeveel je overstroomt.
.