Een soort van nieuwjaarstoespraak.
.

.
Vanwege korte winterslaap geen luisterversie.
De wind blaast steeds weer anders. Dan weer hard en dan is het weer windstil. Maar meestal waait het wel. Sommige mensen zeggen dat ze altijd wind tegen hebben, maar dat is natuurlijk niet zo. Dat is alleen maar het gevoel, het ertegenop zien. Je kunt dromen van ergens te zijn, maar hoe moet je er komen. Die weg kan lang zijn. Heel lang. Soms duurt het tientallen jaren. Maar ik train mezelf met relatief kleine stukjes.
Ik moet een heel eind naar de stad, maar het went, op de fiets. Hoe vaker je het doet, hoe korter het lijkt. Gewoon blijven doen dus. Sterk en soepel houden, dat lijf. Hoe flexibeler ik blijf, hoe makkelijker het is om in te spelen op veranderingen. Want het zal niet hetzelfde blijven. Niets. Hoe zal het weer in de toekomst zijn? In welke omstandigheden zal ik diezelfde route nog honderden malen afleggen?
Ik las het in de krant. Geafenceerde AI modellen hebben laten zien dat we over vijftien jaar al 1,5 graad opwarming hebben, van de aarde. En daarna blijft het hard gaan, mogelijk wel 3 graden opwarming vóór 2060. Dat kan allerlei effecten hebben. Het kan warmer worden, maar in sommige gebieden ook eerst kouder, door al dat gesmolten ijs in de zee. Het gaat ook vaker stormen, zeggen ze. Het zijn maar cijfers, kun je denken. Ze lullen maar raak, hoor ik sommigen zeggen. En ze zijn het lang niet altijd eens, de wetenschappers. Maar ondertussen is er wel een duidelijke ontwikkeling, waar iedereen het over eens is. Veranderingen gaan steeds sneller dan gedacht. Verontrustend? Ja. We kunnen niet meer zeggen: dat maak ik toch niet meer mee. Het is aan de gang. Het is wennen aan die gedachte. Hoe ga je daarmee om? Sommigen zullen het gevoel hebben altijd wind tegen te hebben. Anderen zullen zich beter kunnen aanpassen.
Waar kun je straks beter wonen, in de stad of op het platteland? Misschien maakt het wel weinig uit. Misschien is het het beste als je kan zeggen: Het is zoals het is. Ik woon nou eenmaal hier. Dit is de plek waarin ik heb geïnvesteerd. Ieder op zijn manier. Hier zijn de bomen die ik heb geplant, hier verbeter ik de bodem. De notenbomen groeien goed en de bessen ook. De wilgen nog beter. Veel wilgen, dat is belangrijk hier. Belangrijk ook zijn de verhalen. Die worden steeds voller en rijker, en ook de schilderijen komen als rijpe appels van de boom vallen. Ik sta klaar om ze te vangen, de appels. Sociale verbindingen groeien ook. Dat is mooi, want van voedsel alleen kan ik niet leven. Het is een tijd om aan de gang te blijven. Ritme houden, ondanks verwarring of tegenwind. Blijven planten, blijven leren en bewegen. En lekker blijven fietsen, weer of geen weer. (Onze boer is 76 en hij doet het ook.)
Mijn voornemen voor de komende jaren: Het langzaam maar gestaag laten groeien. Hier. Met elkaar. Net zoals de droom 34 jaar geleden. Geen tijd is te kort, geen mogelijkheid te beperkt. Het kan. En nu ga ik eerst een middagdutje doen.













