De plek

.

Er ligt een prachtige uitdaging op je te wachten, een stoere reis naar de ongekende verten die je altijd al heb willen ontdekken. Of zijn het toch de mensen, is het de plek vlakbij, waar je hart voor klopt? Mijn verhaal.

.

.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst. Het duurt 15 minuten.

Vier jaar woon ik nu tussen de groene weiden van het Friese land. Ik werk aan het landschap, plant bomen en struiken. Altijd ben ik er voor het land en werk alleen. Ik voer de koeien, elke dag een hele winter lang. De boer is daar blij mee en de dieren kijken me tevreden na. Aan het eind van de dag kook ik samen met mijn vriend.
Er wonen hier nog een paar mensen bij de boerderij, aan de Swette. En toch, het is stil hier. Voor het schrijven is de plek waar ik woon perfect. Ook schilderen doe je alleen. Maar ik herinner mij de bedrijvige dagen, als rondvaartschipper in Utrecht. Ik mis dat steeds meer. Ik wil mijn leven daar opnieuw op inrichten. Dus ik vertel wat ik zoek als kunstenaar, een werkplek in de stad. Er komen tips binnen, kennissen willen me helpen.
Niet dat dit meteen iets oplevert. Als ik solliciteer op een atelier in de binnenstad val ik meteen buiten de boot. Dat zie ik als een teken. Ik kan mijn langdurige concentratie op deze stille plek nog niet onderbreken. Er moet nog iets. Het broeit al langer. Eerst is er een boek, dat erom vraagt geschreven te worden: “De heilige traagheid der dingen”. Dus ik schrijf. En omdat de uitgever ziek is, schrijf ik nog langer. Het wordt steeds beter.
Maar er komt geen afspraak. De uitgever blijft zwijgen. Dus ik besluit om tijdens het wachten schilderijen te maken die horen bij het boek. Eigenlijk is dat wel een heel goed idee! Een boek, een expositie, als één geheel. Ik zou anderen uit kunnen nodigen om de bijeenkomst te verrijken met muziek en verhalen. Maar dan kom ik weer op hetzelfde punt: De mensen moeten er zijn. Ze moeten het weten en ook nog graag willen. Als het netwerk ontbreekt, sta ik hier alsnog in mijn eentje.
Dat is een goede reden om cursussen te gaan doen. Ik ga olieverftechnieken doen op de kunstacademie. Daar hoor ik praten van een bruisplek: De Doas, in Leeuwarden. Ik laat er geen gras over groeien, meteen ga ik er heen. En zowaar: Hier word ik ontvangen. Ik vind een heel klein plekje, bij Froukje van Wilde Wijk. Het klikt. Op maandag en vrijdag kan ik daar schilderen. Het lijkt een beetje op een buurthuis. Ik ben er blij mee.

Dan komt het bericht van de uitgever. Mijn boek zal niet worden uitgegeven door Uitgeverij Louise. Hij laat weten dat hij rustiger aan wil doen. Zijn gezondheid vraagt erom. Hij moet gaan schrappen in zijn bezigheden. Het spijt hem heel erg en hij vertelt het mij persoonlijk, aan de telefoon.
Maak je niet bezorgd, ik red me wel, zeg ik.
Maar dan…. In een opwelling komt het omhoog: Als dit dan toch niet doorgaat, dan zou ik nu eindelijk eens naar Schotland kunnen gaan! Het is al tien jaar geleden dat ik de grens over ging. Ik houd me al zolang in! Het vuur vlamt op. Ik kan er zelfs fossielvrij naartoe gaan, zeilend! Dat past toch mooi bij de Heilige Traagheid der dingen! Ik zoek het uit: twee keer per jaar is er een kans. Echt zeezeilen. Wat een verhaal zou dat zijn. . . Maar eer het zover is, zal ik mer erop moeten richten. Helemaal. In alles. Bedachtzaam kijk ik op. Is dit wel wijs, nu?

Elke keer is het kiezen. Terwijl ik net in volle concentratie bezig bent, ligt tegelijkertijd het avontuur op de hoek. Stoere mannen staan klaar aan de kade. Ze verleiden je om mee te gaan en woeste baren te trotseren. Weg, naar verre kusten. Ongekende verten die je altijd al hebt willen verkennen. Verten, die nooit eindigen. De uitdaging waar je al zolang op wachtte. Soms kom je daar ineens in terecht, die oude opgespaarde behoefte, terwijl je alleen maar even het hoekje om gaat. Wat tref je daar dan aan? Precies vandaag kreeg ik dit gedicht binnen via de mail van Laurens JZ Koster:

Afscheid

Zul je voorzichtig zijn?
Ik weet wel
dat je maar een boodschap doet
hier om de hoek
en dat je niet gekleed bent
voor een lange reis

Je kus is licht
je blik gerust
en vredig zijn je hand en voet

Maar achter deze hoek
een werelddeel,
achter dit ogenblik
een zee van tijd

Zul je voorzichtig zijn?

Adriaan Moriën.

Ik zie de zee van tijd als de dood. Als je plotseling de concentratie breekt voor een wat al te spontane beslissing, zomaar om het hoekje, dan gebeuren er soms vreemde dingen.
Ik ben nu een vrouw van bijna zestig. Ik beheers me al jaren. Het is al zolang dat ik mij beheers. Dat die uitdaging als een steeds aanwezig verlangen sluimert, slaapt en soms wakker wordt. De wereld aan de andere kant van de zee is nog steeds een grote verrassing voor me. Kom op, wanneer ga ik?
Deze week sta ik naast boerin Jenneke, bij de melktap. Ze kijkt naar de fonkeling in mijn ogen. “Je bent hier alweer bijna klaar hè? En nou ga je weer weg? Hoelang ben je hier nou geweest?”
Gek om te horen. Als puntje bij paaltje komt, kost het me altijd moeite om weg te gaan. Hier wachten de bomen en de koeien op me. En de vogels. Het warme eten met Dick. Dat wil ik haar zeggen, maar ik zie twijfel in haar blik. Begrijpelijk. Een vrouw die woont in een woonwagen. Ze kwam aangereden en strandde op de camping. Voor haar, die hier al zolang woont, is dat nog maar kort geleden. Allicht dat ze denkt: dat is natuurlijk een avontuurlijk type, die ook zo weer weg is.

Het zet me aan het denken. Ik wil dat mensen weten wie ik ben, en wat ze aan me hebben. Je kan zeggen: als je dat zélf maar weet! Maar wat heb ik eraan te weten dat ik een heel communicatief mens ben, als de anderen dat niet weten? Een boeiend schilderij wat niet gezien wordt, boeit niet. En een prachtig muziekstuk vraagt om de emotie van een publiek. En een stenen pleintje vraagt om groene vingers die tegels kunnen wippen. Er is een bankje dat vraagt om thee te drinken in de pauze. Samen. Leven heeft bestendigheid nodig. En dat je elkaar kent.

En dan krijg ik dat berichtje van de Doas: “Wie belangstelling heeft voor lokaal 105, kan zich opgeven voor bezichtiging.” Gaandeweg merk ik dat het toch echt belangrijk voor me is. Niet die zeereis op zeil naar Schotland, hoezeer mijn hart daar ook naar uitgaat. Dat kan altijd nog. Want deze wens gaat dieper. De wens om gekend te worden, als mens. Een actieve rol in een gemeenschap geeft een basis, een plek om terug te komen. Ik wil dat atelier graag!
Maar dan bedenk ik me wat ik al heb. Stel dat lokaal 105 niet lukt, dan is er immers nog de plek bij Wilde Wijk. Het is klein, en ik moet steeds alles goed opruimen. Maar het is een prachtige kans die ik gekregen heb. En zo ontdek ik opnieuw: Niet grenzeloosheid maakt vrij. Je kunnen beheersen, dàt is de basis van vrijheid, zei Gandhi al, lang geleden. Ik kijk naar de mistige horizon. Morgen ga ik weer naar de Doas. Werken aan een nieuw schilderij.

.

.

.

.

Meer ruimte voor kleine boeren! (More room for small farmers)

.

.

Ik kies voor de kleine boer. Zij kunnen land en bodem herstellen.

.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Do you like to hear the ENGLISH translation? Click on the button underneath.

Ik heb het eigenlijk nooit over standpunten. Een goed verhaal bestaat uit beelden, zodat je je kan inleven. Het liefst bereik ik daarmee zoveel mogelijk verschillende mensen. Maar soms is het nodig om je direct uit te spreken. Het is als een punt achter een zin. Of een komma, waarna je door kan gaan.

Laat ik helder zijn: We konden kort geleden stemmen. Ik ben gegaan, want ik vond het belangrijk. Het ging om de Waterschappen en de Provinciale Staten. Vanuit de Provinciale Staten wordt de eerste kamer gekozen, dus daar hebben we dan ook invloed op. Ik stond dus ook in zo’n hokje met een rood potlood in mijn hand. Het zal sommigen niet verbazen: Ik heb niet op BBB gestemd. Waarom niet? Deze partij is opgezet door een marketingburo, die conservatieve boeren in het zadel wil houden. Deze boeren zetten mijns inziens de zaak vast, en niet alleen met tractors op de weg. Het is de doodlopende weg van schaalvergroting die ten koste wat het kost wordt verdedigd. Heggetjes, hakhoutbosjes en greppels, alles wordt uitgewist om beter met grote machines het land op te kunnen. Er wordt al decennialang kunstmest gebruikt, hoewel men een eeuw geleden al wist dat het de grond geen goed deed. Ook het gifgebruik is weer toegenomen. Het leek er een tijdje op dat het minder werd, maar helaas zette dat niet door. Het gevolg is een steeds doder, fantasielozer landschap, waar niemand graag in rondfietst. Een partij als BBB maakt dat hierin niets of weinig zal veranderen. Natuurlijk wil ze ook wel goeie dingen. De bus en bieb, die terug moeten komen in het platteland. Dat zie ik ook graag. Maar dit weegt voor mij bij lange na niet op tegen die andere kant: Het voortzetten van de grootschalige export en de agro industrie. Alles voor de groei-economie, een grijze wereld van cijfers. Daarmee door te gaan zie ik niet alleen als een ramp voor Nederlandse landschap, maar ook voor onze gezondheid, de aarde en de mensen in het verre Zuiden.

.

Ook heggen en sloten horen thuis in Nederland

.

Nederland is beroemd om zijn zwart witte koeien met enorme uiers. Andere runderen kunnen prima met een kruidenrijke weide toe, maar deze zijn zo ver door gefokt dat ze verslaafd zijn gemaakt aan grote hoeveelheden eiwit. De bulkladingen vol soja die daarvoor uit Brazilie worden gehaald, maken een wereld van leven kapot. Er worden vele hectares bomen gekapt, diersoorten sterven uit en stammen die daar thuishoren worden opgejaagd. Dus ik zet steeds weer mijn handtekening: “Laat die bomen staan.”
Ik ben vóór die stammen, die er hun thuis kunnen vinden, en ik leef mee met de laatste jager verzamelaars. Ik denk ook aan de kleine boeren in Afrika. Ook hen steun ik, door niet op BBB te stemmen. Honderd miljoen kilo aardappelen worden daar naartoe gebracht, nee, zelfs meer nog. De prijzen zijn zo laag, dat een kleine Ethiopische boer daar niet tegenop kan telen. En het is zelfs nog gekker: Vele kilo’s groente komen in de winter uit Ethiopië, geteeld door Nederlandse boeren daar. En dat terwijl de bevolking er honger lijdt door toenemende droogtes. Waarom doen we dat? We moeten ze beschermen, juist die kwetsbare kleine boer in verre landen. Door bij de biologische boer in je eigen buurt te kopen, zorg je indirect ook voor hen. Je helpt ze door boerenkool te eten in de winter, in plaats van sperziebonen uit Ethiopië of Senegal. Het helpt ook als je voor een politieke partij kiest die de wereldhandel wil beperken. Die meer streekmarkten wil en de eco-boer een eerlijke prijs wil geven.

Ook in Nederland hebben kleine en beginnende boeren het moeilijk. Er zijn steeds meer jongeren te vinden, die het anders willen doen. Een organisatie als Toekomstboeren groeit als een speer. Ze weten de energie erin te houden. Er zijn conferenties en workshops. Het gaat over gezonde landbouw waarin de natuur een plek heeft. Er zijn allerlei vormen en namen voor. Herstellende landbouw, biologische landbouw, agro forestry, permacultuur, het is een hele hand vol. Inspiratie en kennis is er zat. Jonge boeren willen graag hun handen uit de mouwen steken. Maar hoe kom je aan land als je geen pa hebt die boer is? Grote boeren, voor een groot deel BBB stemmers, kopen het vrijkomende land op. Grond gaat van de hand voor torenhoge prijzen. De boerenakkers in Nederland kosten tien keer zoveel als elders. Dat is geen probleem, de bank zorgt wel voor een lening.
Maar deze jonge boeren staan aan de kant. Die komen nauwelijks aan bod. Er is geen ruimte voor hen. De koek gaat op aan grote jongens. Sommige landloze jongeren emigreren dan maar. Maar ik wil die jongelui niet kwijt! Juist zij, die het kleinschalige boerenlandschap willen herstellen, hen moeten we dragen op handen. Zij, die gezond voedsel willen kweken van gezonde grond. Ja, er moeten meer kleine boeren komen, hier in Nederland. En niet alleen hier, maar wereldwijd. Ik steun ze. Dit is het standpunt, vanwaaruit ik mij beweeg. Hier sta ik, in alle hoop op beterschap en met vieze schrijvershanden.

Je kunt nog altijd de petitie tekenen. Het gaat om andere keuzes in de wereldhandel, bescherming van mensenrechten en een gezonde aarde voor de generaties na ons: https://alowieke.blog/de-petitie/

.

NEDERLANDS:

ENGELS:

We need a Small Farmer Revolution. Especially here, in the Netherlands, where large scale agriculture is defended at all costs. There are more and more young landless farmers, with energy and knowledge to bring the balance back. But they are standing aside. We need a revolution to help them, and other small farmers in the world..

Het nodige om te gaan

.

.

Ik, Sankofa, luister naar de Stem uit het Verleden. Ik ben het symbool voor grondige keuzes. Je kan snel en enthousiast een nieuw leven inspringen of wegvliegen vanuit wanhoop. Maar ik vraag om rust. Het ei op mijn rug vraagt er om gekoesterd te worden en bergt verhalen in zich van wat is en was. Het kijken er naar maakt je keuze meer levensvatbaar.

.

Bij toeval kwam ik erachter dat er zondag een toneelvoorstelling zou zijn. Ik besloot er heen te gaan en daar sta ik nu. Het is een klein theater in het centrum van Leeuwarden. Ik zet mijn fiets neer, ga naar binnen en kom in een kleine hal die naar koffie ruikt. Drie mensen staan te praten achter een brede balie. “Heeft u al vooraf betaald?” vraagt iemand. Ik knik. “Ja, ik zag de titel op de folder en heb meteen online een kaartje gekocht.”
De titel van de voorstelling is namelijk: “Het vertrek”. Dit kan ik niet missen, in deze dagen, dat ik me voorbereid op mijn eigen vertrek.
Wat neem je mee, wat laat je achter? Het heeft mij jaren gekost, voor ik zover was, dat ik kon gaan. Dit stuk gaat over een dergelijk proces. Maar dan weer heel anders, want elk verhaal staat natuurlijk op zich. De acteur is een man, ooit wilde hij van alles het beste en van alles kocht hij er twee. Maar zijn twee mannen hebben samen hun hielen gelicht en nu is hij alleen en wat is het leven nog als er geen liefde is. Het valt hem zwaar. Wat moet hij hier nog, in dit oude huis?

Op het toneel staat een antieke telefoon. Je moet er aan slingeren, dan doet hij het. Af en toe belt de acteur de Stem van het Verleden. Hij wil weten waar het rode doosje is gebleven met zijn kinderdromen. Het is het enige waar hij belang in stelt. Verdorie, hij heeft het nodig om te kunnen gaan en hij zoekt zich te pletter. Had de Stem het expres verstopt? Waar is het? Waarom laat hij hem niet vertrekken? Geërgerd vraagt hij het aan de Stem van het Verleden, totdat hij er hondsberoerd van is en geen oog meer dicht doet. Dan, uiteindelijk, vindt hij het. Een doosje, bekleed met glimmendrode stof. Er zit een piepklein muziekdoosje in waar je aan kan draaien, met een piepklein muziekrolletje. Blij als een kind draait hij aan het miniscule slingertje. Teder klinkt een zachte metalige melodie. Dit is alles. Verder heeft hij niets meer nodig. En hij gaat.

En nu is het toneel leeg, het stuk lijkt afgelopen. Eén van de achtergebleven dozen is achteloos op de piano gezet. Ik kijk ernaar en zie een hoofd bewegen. O ja, weet ik ineens, daarachter zit nog steeds de pianist. Hij steekt zijn hoofd boven de piano uit en kijkt rond, verbaasd dat hij nu alleen is. Oplettend kijkt hij rond. Is hij echt alleen? Een brede grijns verschijnt op zijn gezicht, hij rent doelbewust naar één bepaalde doos, kijkt er in, pakt hem en smeert hem, het toneel af. De mensen lachen en klappen, de voorstelling is afgelopen. Nog één keer komen de twee jongens terug, de pianist en de acteur. Alleen de derde personage ontbreekt. Dat is de Stem van het Verleden, de altijd stille aanwezige.

Α….∞….Ω

Het stuk maakt je filosofisch gestemd. Ik praat na met een kunstenares. Ze is klein en tanig, met lang blond haar. Ik leerde haar vanmiddag kennen in haar eigen atelier en tot mijn verrassing is ze hier nu ook. Ik kijk haar aan en vertel wat ik gisteren meemaakte. “Op de markt, bij een kledingkraam, kreeg ik het aanbod om Tiny Houses te helpen bouwen in India, op een camping. Het was een spontane uitnodiging van de Indische marktkoopman.” Ik vertel er bij dat ik Nederland maar heel zelden heb verlaten.
“Waarom niet?” vraagt ze dan. Ik denk na. “Ja, hoe zal ik het zeggen… Eigenlijk past dit verhaal heel goed bij het stuk,” zeg ik. “Het antwoord gaat ver terug. Er is een moment dat ik nooit meer vergeet, hoewel ik gewoon in het Emmeloordse bos liep. Ik was zestien, ik weet nog precies waar ik was, toen ik besloot mijn dromen niet alleen te dromen, maar ze ook grond te geven. Alles wat ik mee zou maken zou mij helpen om dit te kunnen doen, wat ik ook tegen zou komen.”
“Waar was je?” vraagt ze.
“Bij de vijver van het hertenkamp,” antwoord ik en ga meteen verder. “Ik besloot om altijd aandacht  te hebben voor waar ik me begeef en nooit te vluchten. En jemig, wat gebeurde er veel in mijn leven. Ik kreeg de ene klap na de andere. Ik nam er de tijd voor om het te verwerken. Sommige mensen zouden me een pechvogel noemen, maar ik wist dat het precies de ervaringen waren die ik nodig had om te leren staan. Zonder hartgrondige balans kan een mens niet aarden, niet hier, laat staan ergens anders.. En dromen blijven zweven zonder wortels.”
Ze kijkt me nadenkend aan. “En wil je tóch het land uit, naar India?”
“Ik weet het niet. Er is altijd een sterke verleiding om meer van de wereld te zien. Maar er is hier veel te doen. Het is belangrijk hier te zijn, dat denk ik steeds weer. Daarom ga ik zo langzaam. Daarom ga ik straks maar drie km per uur en ben ik nog steeds niet vertrokken. Nederland boeit me. Dit is het land waar ik geboren ben.”

We kijken even stil voor ons uit. Dan kijkt ze me aan. “Ik moet gaan. Ik vond het een mooi gesprek.”
“Ik ook,” zeg ik “Dank je!”
Ik glimlach en kijk haar na.

.

Wat heb je nodig om te gaan? Voor de één betekent het vergeten herinneringen terug te vinden aan de kindertijd. Voor de ander is het de herinnering aan een ooit gemaakte keuze om niets uit de weg te gaan, ergens bij een vijver. Weer een ander worstelt met een angst of een gemaakte fout, die eerst onder ogen wil worden gezien. Wat heb je nodig om te gaan, dat is de vraag.

.
In een van mijn vorige blogs sprak ik over Kairos, en rebelse gaten in dichtgetimmerde tijd. Sankofa is de Afrikaanse variant van Kairos. Net als Kairos vraagt ze om innerlijke rust. Wordt Kairos geschetst als een gespierde man, die je bij zijn staart moet vatten om het juiste moment te grijpen, Sankofa is de vrouwelijke kant ervan, afgebeeld als een vogel met een ei op de rug. Ook in Kairos zijn momenten van stille beschouwing. Er is een zorgvuldig terugkijken naar het verleden. Toch is dat in zijn afbeelding alleen terug te zien in de weegschaal, die het wikken en wegen symboliseert. Verder straalt zijn gestalte vooral mannelijke kracht en actie uit. De vrouwelijke Sankofa met het ei, het is precies de aanvulling die de afbeelding van Kairos nodig heeft. Samen vormen de twee een perfecte uitdrukking van hoe keuzes te maken op het juiste moment.

.

 

.

.

Het theaterstuk met Koos van der Wal: je kan je inschrijven als je belangstelling hebt voor een aparte voorstelling, op nader te bepalen plaats in het Noorden van het land. Die gaan we nog vinden. Vooral de regisseur, maar ook de acteur, zou heel graag een voorstelling met nagesprek hebben, samen met mensen die allemaal bezig zijn met het onderwerp “Vertrekken.” Geef je mailadres aan mij door als je interesse hebt. (tt.alowieke@gmail.com)

 

 

 

.

Almaar lichter

.

De verf van mijn nieuwe buitenkeuken is nog zacht, maar ik wil koffie zetten, met verse geitenmelk. Alles is zo nieuw!  Daar sta  ik, voelend waar de wind vandaan komt, voor het gasstel, met in de andere hand de aansteker.

.

Met twee lege flessen in de hand, sta ik bij de open deur van een kleine koele ruimte. Het is er wit betegeld en schoon. Vóór mij staat een grote roestvrijstalen tank, waarin geitenmelk is opgeslagen. De boer komt aanlopen, een veertiger met rode krullen. Ik groet hem en geef hem mijn flessen. „Ik hoef in het vervolg maar twee liter melk, want ik heb geen koelkast meer,“ zeg ik terloops. Hij kijkt zo verbaasd alsof hij een geit ziet vliegen. „Tja, ja, eeeh… “ stamelt hij, „Het kàn natuurlijk wel…. als het niet goed meer is proef je het wel!“ Ik moet stilletjes lachen om zijn gezicht. „De nachten zijn koud en ze staan in de schaduw. Als het warmer wordt maak ik een kuil,“ zeg ik.
Hij kijkt nog steeds een beetje aarzelend. „Tja, toch zal het wel niet voor niets zijn uitgevonden. Dan moet het vast handig zijn, zo’n koeling.“ meent de boer.
„Vast,“ bevestig ik zijn woorden.“Maar ik vind het leuk om uit te vinden wat er nou écht in de koelkast moet. Het valt reuze mee. Groenten kun je op een koele plek leggen met een natte doek erover. Bladgroenten kunnen in een vaas of kleine emmer met water. Dat gaat prima. Mensen doen tegenwoordig bijna álles in de koelkast! Dat vind ik zwaar overdreven.“
„Ja dat klopt. En sommige dingen mògen helemaal niet zo koel,“ is hij het met me eens.
„Zoals komkommer en banaan,” vul ik aan.
Hij lacht.

Het weg doen van de koelkast is maar één ding. Er is veel meer wat weggaat. Het zijn keuzes die dieper gaan. Vanaf mijn dertigste ben ik veel met materialen en machines bezig geweest. Mijn handen wisten steeds beter wat ze moesten doen en mijn inzicht in de materie groeide. Deze wagen is de kroon, de afsluiting van die tijd en tegelijk een nieuw begin.
Nu mijn wagen bijna af is, rijst de volgende vraag. Wil ik dit blijven doen? Bouwen, schroeven, schaven, zagen en schuren? Wil ik het gereedschap en ijzerwerk, alles wat ik al zolang met me meedraag nóg langer meenemen? Het is een zware last. Een deel ervan is nog afkomstig van de werkplaats van mijn overleden man.

Ik weet het eigenlijk best. Ik kies voor licht. Elke keer weer. Ik geef weg wat ik niet meer kan gebruiken. Handige verzamelaars zijn er blij mee. De oude ELU schaafmachine, de nieuwe cirkelzaagtafel, een paar grote lijmklemmen en de gietijzeren slijpmachine. Ik heb het allemaal in mijn handen. Uiteindelijk komt de Japanse kettinglier aan de beurt… Het is dezelfde waarmee we ooit onze prachtige tuindersvlet van de bodem hebben gehesen en gered. De boot waarmee ik vijftien jaar rondvaarten deed.
Ik kies en kies nog eens. Ik houd de basis bij me. Het moet genoeg zijn voor het dagelijkse werk rond de wagen en in de tuin. Maar ook een zware werkriem met een grote musketonhaak en het lange touw gaan mee. Ik hoop toch nog eens een hut te bouwen in een mooie boom.

Telkens denk ik, nou stop ik met weg doen. En toch blijkt het elke keer nog steeds te zwaar, te veel, wat ik heb. Bij alle keuzes die ik maak, bepaal ik mijn toekomst. Door het één uit te sluiten, worden andere wegen geopend. Ik verlang ernaar licht te zijn, met gemak te kunnen bewegen. Liever deel ik al mijn ervaringen in ideeën, tekeningen en verhalen, dan om verder te trekken als een rijdende werkplaats. Dit doel wil ik scherp houden. Dàt is belangrijk. En bij elke kist die ik wegdraag, komt mijn volgende bestemming dichterbij.

Als ik het moeilijk vind, dan denk ik dit: Er zijn mensen die kiezen voor lichtheid en anderen zijn verzamelaars. Mocht ik ooit helpen bouwen aan een natuurtempel, gemeenschapshuis of huttendorp, dan is mijn ervaring en souplesse méér waard dan dat ik allerlei materiaal meesleep. Bovendien kan ik kijken en luisteren en heb geduld. De verzamelaars hebben de spullen. Zo heeft iedereen zijn taak. Dit te beseffen, dat helpt mij kiezen. Samen dóen we het.

.

Kiezen is niet mijn liefste ding
maar een springer kiest voor matiging
De piste schoonmaken is wat ik doe
om straks en ik zal weten hoe,
op beide voeten klaar te staan
en voor de volgende sprong te gaan!

                        .

                        .

https://youtu.be/1W7UgwTRM48

                       .

                       .

Kop of munt

blogtek Queen Elizabeth11

.

De ochtendzon komt achter een wolk vandaan. Hij schijnt vrolijk mijn huisje in, op de witte tafel. Het is een opklaptafel en ik maakte hem zelf. Erboven hangt een spiegel en onder de spiegel is een balkje. Niet breed, maar breed genoeg om toch iets op te leggen als de tafel is ingeklapt. Er ligt niet veel. Een visitekaartje, een zwarte fineliner. Er ligt ook een munt. “Two shillings, 1962” staat er op. Aan de andere kant een afbeelding van koningin Elizabeth, met een gevlochten krans om haar hoofd. De munt is net iets groter dan onze oude gulden. Hij ligt daar altijd, op dat plekje onder de spiegel. Soms valt hij op de grond, maar ik leg hem altijd weer terug.
Wat ga ik doen vandaag, vraag ik me af. Ik pak de Engelse munt met de mooie kop. Een beslissing is makkelijk genomen. Ik maak er een spelletje van.

“Kop is ik ga naar buiten, munt is ik blijf binnen.” Ik werp de munt in de lucht en laat hem vallen op de bruine kurkvloer. Hij rolt een eindje en blijft dan liggen onder de kast.
Het is kop. Ik ga naar buiten. Ik raap het muntstuk op en werp opnieuw.
“Kop is ik ga verder bouwen, munt is wat anders.”
Munt.
“Kop is ik ga het terrein af, munt is ik blijf erop.”
Kop.
“Kop is ik ga wandelen, munt is wat anders.”
Kop.
Okee. Dat is alweer besloten. Ik leg de “Queen” weer terug waar ze lag. Eerst de benen strekken.

Ik loop hetzelfde rondje als altijd. Langs de camping de zandweg op, tussen de akkers. Dan het bos in. Er liggen grote bergen sparren opgestapeld, er is flink gezaagd, in de prille lentedagen. Ik loop de rechte paden langs, rechts en dan weer rechts. Ik kijk om me heen en denk aan niks. Als ik het laatste bochtje neem, gaat mij een licht op. Het is de oplossing voor een bouwtechnisch euvel. De bodem van mijn nieuwe wagen staat ietsje bol. Dat ontdekte ik pas gisteren. Ik ben maar even opgehouden met bouwen. En nu weet ik opeens wat ik moet doen, om toch een rechte vloer te krijgen. Ik maak een brede kier onder de spanten. Als een viaduct ligt hij dan over de bolling heen en zo krijg ik alle spanten makkelijk op hetzelfde niveau. Joepie!

Niet voor het eerst, dat ik een ingeving krijg tijdens een wandeling. Spelenderwijs gaat het werk sneller dan ik had gedacht.

 

Ps. Deze methode laat het volledig afweten bij het bestellen van de lange lijst van materialen. Dat is en blijft een taaie boterham om je tanden in te zetten.

.

bouwen wagen (3)

.

bouwen wagen (1).

.

bouwen wagen (2).

Technische toevoeging en toekomstig gebruik

Op de laatste foto kan je goed zien hoe ik de regels van de vloer heb gemaakt. Het is geïnspireerd op de spanten van mijn vroegere boot. De regels zijn vrij hoog, want de vloer is dubbel, met isolatie eronder. Doscha schapenwol, acht centimeter, met antimot. Onderin aan de zijkant komen  gaten, zodat alle ruimtes in verbinding staan met de lucht in de tussenwand, achter de plank. Die zijn ook gevuld met wol. Boven de houten onderwand is de binnenkant van de wagen slechts bedekt met goed ademende schilderskatoen.

Er zijn vijf luiken in de vloer. Vier voor kastruimte, de vijfde voor de watervoorraad. Onder de wagen, op de grond,  staan straks twee grote pannen met op allebei een deksel. Daar zit het in. Eén ervan krijgt een slang als toevoer voor regenwater uit het dakgootje. Misschien maak ik die van bamboe. Ik wil mijn watervoorraad altijd kunnen zien, dan weet ik hoeveel ik nog heb en of het er goed uit ziet. Ik vind het ook leuk, een  put in de vloer. Heb ik helemaal geen pomp nodig die om elektriciteit vraagt en die stuk kan gaan. Lekker simpel.