Onze eigen Joulupukki

Joulupukki, wie is dat?
Over de magie van mythische figuren die horen bij het land.

.

Joulupukki komt uit Finland, en in Zweden heet hij Julbocken of Jultomten, kerstkabouter.( Door John Bauer – https://biblioklept.)

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

De kerstman en sinterklaas komen allebei van ver. De ene komt uit het warme zuiden, de ander uit het gure noorden. Het is spannend omdat ze speciaal hierheen komen, met een stoomboot, of door de lucht, net als Thor met zijn trekdieren, de oude Scandinavische god. Wat van ver komt is lekker. De meesten zijn er al wel eens geweest, het hoge noorden of het verre zuiden. Zelfs verder nog. Het is eigenlijk niet zo bijzonder meer dat de sint helemaal uit Spanje komt.
Ondertussen woon ik nog steeds in het vlakke land van het Noorden, in de buurt van waar ik geboren ben. In Spanje ben ik nog nooit geweest en in Scandinavië ook niet. Niet omdat ik niet wilde, ik houd van ontdekken en om me heen kijken. Als ik de vogels zie voel ik dat. Ik zie ze, terwijl ik nu schrijf. Ze trekken hoog over, in een V vorm, vooraan is het nog een slordige troep, maar hoe verder naar achteren hoe strakker de vogels schuin achter elkaar aan vliegen, richting het zuidwesten. Als ik dat kon, dan zou ik vast hetzelfde doen. Het lijkt me een mooie uitdaging, zo met zijn allen. Voorbereidingen treffen betekent dan vooral: goed eten. De tocht zelf gaat intuïtief en de oudere vogels hebben een ongelooflijk vermogen om het landschap en de sterren te lezen. Ook navigeren ze op aardstralen als het heel donker en mistig is of juist veel te licht door overdadige kunstverlichting. Ondertussen vliegt er nog veel meer rond.
De kerstman moet trouwens ook uitkijken, met al die drones. Die rendieren schrikken zich nog dood, met alles wat ze tegenkomen in de lucht. Misschien kan hij beter robots nemen. Maar ja, dan is er geen lol meer aan. Ik denk dat de kerstman eigenlijk liever thuis blijft. Gewoon in Finland, met een hele kudde rendieren tussen de Lappen. Daar kennen ze immers zijn echte naam nog: Joulupukki. Geen grote dikke vent, maar een klein kaboutertje met een rood mutsje op. Nu is hij lief. In oude tijden was hij niet zo lief, hij stal etensresten na kerst. Hij liet zich vervoeren door een kar met geiten, net als Thor. Daarom verkleedden mensen zich in geitenvellen de trekdieren van de kabouter en gingen de huizen langs voor etensresten, alsof ze Joulupukki zelf waren. Later groeide de kabouter uit tot een brede lachende kerstman met een span rendieren. Hij lijkt op de kerstman die overal in de winkels staat, maar toch is hij anders. Hij is echter. Nog steeds klopt hij overal op de deur. Zijn naam is ook hetzelfde gebleven, Joulupukki. Ja, hier heeft de kerstman een echte eigen naam. Dat moet fijn voor hem zijn. Als ze hem roepen wordt hij vast nog vrolijker en gaan er belletjes rinkelen in zijn borst. Daar houden mythische figuren van, dat je hun echte naam kent. Integendeel tot Repelsteeltje verdwijnen ze niet, maar worden er juist vitaler van. Het geeft het land en de mensen diepte en eigenheid. De kerstbellen en glamour van de Amerikaanse kerst is daarbij vergeleken opdringerig en vlak. En wat moet een mythisch figuur trouwens met die commerciële herrie? Misschien kunnen we beter onze eigen mythische figuren weer leven inblazen. Onze eigen Joulupukki. Zorgen voor een landschap waar weer magie in zit, waar nog donkere plekken zijn tussen bosjes, vennen en plassen. Dat het zo donker wordt dat we de sterren weer kunnen zien en ons pas echt kunnen verwonderen. Dat we weer kijken naar overvliegende ganzen in de nacht. Als we dat doen, dan komen ze vanzelf terug, de elven en kabouters. De familie van Joulupukki. Dit te bewerkstelligen, daar ga ik voor. We werken door aan een landschap waar magie in zit. Ook in het nieuwe jaar.

.

.

Plaats een reactie