OUDE DROMEN VAN EXPEDITIES . . . . . . . . . . . . .. Old dreams of expeditions

.

Dromen van expedities en ontdekkingen. Misschien wel prehistorische grottekeningen!

Alles is een keuze. Blijven waar je bent is een heldendaad, als de Aarde daarom vraagt.

.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Do you want to listen to the english translation? Click on the button under the text.

.

In een andere tijd was ik vast en zeker ontdekkingsreiziger geworden. Ik verlangde er dikwijls naar, andere landschappen te zien. Ik had bergen willen beklimmen, grotten kunnen ontdekken, andere culturen willen verkennen en vreemde gronden. Maar dit is niet mijn missie. De wegen zijn vol. Unieke landschappen verliezen hun eigenheid door toerisme.  Blijven waar je bent is in zo’n wereld een uiting van protest. Dat weet ik nu.

Ik moet zeggen dat ik meerdere zware lessen heb gekregen, om dit te kunnen: “Blijven waar je bent”. Mijn eerste vriendje was zo’n ontdekkingsreiziger. Hij deed waar ik van droomde. Sietse. Vol enthousiaste fantasieën vertrok hij naar Turkije. Het liep slecht met hem af. Tijdens een lift is hij vergiftigd met thee, waar landbouwgif in zat. Daarna is hij naakt de berg af gesleept. Het is onduidelijk waarom. Voor mij werd duidelijk hoe eenzaam je in feite bent, in een ver land. Vooral als je er helemaal niks van af weet, niemand kent, en de taal niet spreekt. Voor mij was de boodschap: “Zet je voeten in aarde.” Dat heb ik gedaan. Al was het nodig om eerst een been te breken. Het duurde twee jaar voor het genas. Ondertussen was ik geketend en kon niet veel. Het was een zware les om mijn ontdekkingsdrift in te tomen. Maar het is gelukt. Ik ben waar ik ben, al bijna dertig jaar. Eerst in Utrecht. Jarenlang deed ik rondvaarten, hetzelfde rondje elke keer. Zelf deed ik het onderhoud, vuile vingers, alles kunnen. Nu zit ik bij een ouwe boer, plant bomen en schrijf verhalen. Ik laat dingen groeien langs het Verhalenpad.

Groei hebben we nodig. Andere groei dan economische. Daarvoor is rust nodig en bestendigheid. Een gezonde bodem wordt niet steeds omgeploegd of platgereden. In de eerste plaats vraagt ze aandacht. Maar als iedereen van huis is dan is er niemand thuis. En de hoeveelheid asfalt groeit. Evenals desolate landschappen die door overconsumptie worden veroorzaakt en het aantal mensen dat daarvan de klos is. Willen we de wereld veranderen, dan haal je dat niet alleen uit flitsende acties. Het vraagt ook om rust, om te beseffen wat je echt nodig hebt en wat niet. Rust, om een vruchtbare bodem op te kunnen bouwen. Rust, om te zorgen voor de bomen en planten die je wilt laten groeien.

Regelmatig hoor ik: “Fijn dat je woont zoals je wilt wonen!” Weet dan, dat het een keus is, tevreden te zijn met je huis en je omgeving. Het is een keus, die iedereen kan maken. Zelfs als je, net als ik, al jaren droomt van verre expedities. Ook hier is van alles te verkennen. Met je neus in het gras is alles reusachtig. Blijven waar je bent is een heldendaad in een wereld waarin iedereen onderweg is.

.

Met liefde denk ik aan Michiel, de man die ik verloor, een ander deel van dit verhaal.

.

Nederlands:

Engels:

WAT BOMEN FLUISTEREN WANNEER JE TEVEEL WILT . . . . . . . .What trees whisper, when you want too much

.

.

Heel veel willen is als een laaiend vuur. Wat doe je daarmee? De woorden kwamen uit mijn eigen mond. “Ik kijk naar wat is, niet naar wat ik wil wat er is.” Verbaasd lees ik het, als een waarheid die steeds opnieuw ontkiemt.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Listen to the english version? Click on the button down under the text

Er is een sprookje waar ik vaak aan moet denken. Het gaat over de gevolgen van teveel. Nu zijn er meer sprookjes die gaan over hebberigheid of vriendelijke behulpzaamheid zoals Vrouw Holle. Maar wat gebeurt er nou echt met je, als je teveel wilt? Ten slotte zijn het niet allemaal lelijke stiefdochters die daar last van hebben. We hebben het allemaal wel eens. Soms gaat het zo verschrikkelijk goed, je zit in de juiste stroom en krijgt van alles aangeboden. Welke keuzes neem je dan? Graag denk ik dan aan het sprookje van de arme vrouw.

Een arme oude vrouw woont eenzaam in een hutje op de hei. Meer kan ze niet betalen. Ze werkt wat in haar groentetuintje, dat maar weinig opbrengt, op de arme zandgrond. Ze heeft één magere geit, die ze dagelijks melkt. Veel geeft ze niet, maar ja. Het oude mens heeft er vrede mee. Op een dag klopt er iemand aan. Ze opent de deur. Het is een knappe man met mooie kleren aan, het lijkt wel een prins. “Ik ben verdwaald” zegt de prins. “En ik heb honger, heeft u misschien te eten voor mij?” De oude vrouw zegt dat ze niet veel heeft, maar ze kan wel soep maken. De prins is haar heel dankbaar. “Ik geef u voor elke vetkring in de soep een zilveren daalder” zegt hij stralend en hij gaat zitten op het bankje naast het huis. De arme vrouw maakt de soep en doet de boter erin. Netjes afgepast, één eetlepel, zoals altijd. Maar dan laait er een vuur in haar op. Wat kan ze allemaal doen als ze veel méér daalders kan krijgen? Een groter huis met een boomgaard, een koets met paarden ….Gretig gooit ze de hele kluit boter in de soep. Het is alles wat ze in huis heeft. Dan staart ze ontsteld in de pan. Op de soep ligt één dikke laag vet!

Ik was mijn vuile handen in de waskom. Twee diepe kuilen in de weg zijn weer mooi geëgaliseerd. Zo kunnen we makkelijk keren, als we dit weekend de boompjes uitladen. Er ligt een berg zand klaar om ze tijdelijk in de grond te zetten, want ik krijg ze niet alle driehonderd in één keer de grond in. Doe ik wel genoeg, vraag ik me soms af. Wat stelt dit eigenlijk voor vergeleken bij de duizenden bomen die sommige anderen kunnen planten? Misschien kan ik mijn talent wel veel breder inzetten. Ten slotte: bomen planten kan iedereen. Ik kijk naar de onverharde weg. De kuil is in elk geval dicht.

Ik ga naar binnen om verder te werken aan mijn laatste verhaal. Ik open mijn laptop. Eerst kijk ik even naar de vele reacties op het laatste interview in de Leeuwarder Courant. “Verlangen naar langzaam leven” staat erboven. En: “Ik kijk naar wat is, niet naar wat ik wil wat er is.” Het is alsof ik de woorden opnieuw zie. Dat heeft de schrijfster mooi samengevat. Er is ook een vrouw die me bedankt voor al mijn blogs, mijn eenvoud inspireert haar en het heeft haar door een moeilijke tijd geholpen. “Bedankt dat je zo gewoon bent!” zegt ze. Ik glimlach. Langzaam maar zeker bouwen we een netwerk op van bomen, planten, en mensen. Dan zie ik een volgend bericht. Ik word attent gemaakt op een groot kunstevenement. Bosklab in Leeuwarden. Er is veel geld voor beschikbaar en het lijkt op mijn lijf te zijn geschreven. Het gaat over bomen en verbinding. Wat leren we van bomen en hoe kunnen we daar anderen mee inspireren, zo snel mogelijk? Het duurt honderd dagen. Speciaal voor die gelegenheid komen meer dan duizend bomen de stad in wandelen. Ik zie een plaatje met mensen die tussen bomen doorlopen, bomen die allemaal in bakken staan. Ieder loopt er op zichzelf. Verbinding zie ik niet. Wat raar… Maar het is wel een mooie kans. Als kunstenaar kan ik er vast anderen ontmoeten en meer naam maken. Ik kan veel meer dan wat ik nu doe! Even brandt er een vuur in mij. Ga ik het doen? Maar inmiddels ken ik dat vuur wel. Het is vaak de aankondiging van een periode met weinig slaap en teveel hooi op de vork. Bovendien: Is het wel nodig, meer naamsbekendheid? Het gaat toch goed zo? En verbreek ik juist niet de verbinding met wat ik nu, heel langzaam aan het opbouwen ben?

Ik denk aan de oude vrouw in de hut en neem een besluit. Het is genoeg. Ik hoef niet meer. Ik doe het met wat er is en ik weet zeker dat het iets heel moois gaat worden. Ook bomen groeien niet in één dag. Ze hebben een netwerk nodig. En wandelen kunnen ze ook niet. Al zou je willen.

(Wat gebeurt er eigenlijk met die bomen na afloop? Gaan ze dan de grond in?)

.

Bosklab (van laboratorium), komt drie maanden lang in Leeuwarden, van de zomer. Het wordt vast een leuk evenement. Wie weet wat voor bruisende dingen de kunstenaars er aan toe kunnen voegen. Maar het concept mist voor mij diepgang, letterlijk. De bomen staan centraal. In bakken worden ze door de stad gerold. Maar de energie van de boom komt vooral uit de bodem. De boom heeft een netwerk nodig van micchorizae, schimmels, die hen onderling voedt en verbindt. En meer nog. Talloze miniscule beestjes maken de bodem los en vol leven. Als dit alles er is, dan pas staat een boom in diepgaande verbinding en is hij gezond. Het is een voorwaarde voor leven, de bodem is de basis. Mensen horen er geen werk aan te hoeven besteden, dan is het goed. Bomen in bakken zijn eenlingen, ze missen hun gemeenschap. Dat evenementenmensen weinig met wortels hebben is logisch. Dat zijn snelle zaken, per definitie niet geworteld. Het komt en het gaat. “Stadsinrichters willen meer groen. Het lijkt een mooie match, maak er een bomenevenement van. Je kunt rollen met bomen als meubelstukken om te kijken hoe je het wilt hebben, in de stad van de toekomst. Dat is leuk. Maar de vraag die je dan stelt is: “Wat willen wij”. Dat is volgens mij toch heel wat anders als: “Wat kan de boom mij vertellen.”

Hoe bruisend het ook kan worden, ik zie er geen bodem in, als gewortelde nomade. Ik zou er eerder hyper van worden, elke dag wat anders. Bomen in bakken, twaalfhonderd nog wel. Al dat geld voor die eenzame bomen rollend door de stad, dat besteed ik liever aan iets anders. Ik zou het verspreiden over een nog langere periode. Met een speciaal aanvullend programma voor scholen bijvoorbeeld. Natuurouders en kinderen verbinden met kunstenaars. En niet alleen kunstenaars met naam uitnodigen, maar vooral ook buitenlandse inheemse activisten. Zij wagen hun leven om het regenwoud te beschermen. Ze zien familieleden sterven door de afbraak van hun land, de toenemende ziektes, de terloorgang van natuurlijk medicijn. Denken aan bomen is voor hen geen evenement, maar puur overleven. Die mensen eens te zien en te kunnen spreken, dat zou mij als activistisch kunstenaar pas werkelijk beroeren en inspireren. Ik denk al zo lang aan ze! Waarom worden ze steeds vergeten? Zij staan aan de heetste vuren van deze tijd! Zij zouden ons kunnen leren hoe we werkelijk naar bomen kunnen luisteren.

.

PS: Ik las later, dat een oude studiegenoot van mij zorgt voor een verdiepend kinderprogramma. Dat is mooi. Nu de inheemse activisten nog.

Nederlands:

Engels:

HET EINDE VAN ONZE IJSTIJD . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. The end of our icetime

.

Afbeelding: Alowieke van Beusekom

.

Economische efficiëntie ligt als een kille ijsmassa over het land. Kan het smelten? En wat gebeurt er dan?

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Rather listen? Click on the button at the and of the tekst for the english translation.

Zompig is de grond onder mijn klompen. Ik loop licht en voorzichtig, om geen diepe gaten in de bodem te maken. De paadjes worden steeds drassiger. Hoe dichterbij de lente, hoe natter de klei. Op sommige plekken is er alleen nog modder. Er steken een paar zielige grasprietjes bovenuit. Toch weet ik, daaronder zit het nog vol wortels. Straks wordt alles weer groen. Dan komen ook de paardebloemen weer, waar Jochums land vol mee staat. Groen met gele sterren, zo zal het zijn, zoals elke lente, zodra de zon hoger komt. Maar nu is er blubber. Heel veel blubber, dat moet er toen ook geweest zijn, tienduizend jaar geleden, na de ijstijd. Het land heeft al veel meegemaakt. Als ik hier sta, op deze plek, kan ik dat steeds meer ervaren. Mijn wortels gaan de bodem in, ik verdiep me en raak het verleden dat het in zich draagt. Ik kijk niet alleen met mijn ogen, maar ook met mijn voeten, door te zijn waar ik ben.Ik tuur naar de horizon. Ooit was het hier helemaal bedekt met ijs, zover als je kon kijken. Onvoorstelbaar lijkt dat nu, die zware koude massa. Al het leven dat eronder vermorzeld werd en de bodem in gedrukt. Zaad dat slapend lag te wachten, tot het op een dag bevrijd zou worden. Soms lijkt de grauwheid eeuwig te duren. Dat moet toen ook zo zijn geweest. Maar toch kwam er een andere tijd. Het begon te smelten! Zo nat en drassig was het, daar is mijn zompige paadje niks bij. En geloof het of niet: Het zaad was er nog steeds, daar in de bodem. Wat een ongelooflijk feest moet dat zijn geweest, dat het weer kon ontkiemen! Soms zelfs na duizenden jaren.

Ook John O Donohue heeft zich dit voorgesteld. Hij was een dichter en filosoof die ik graag eens had ontmoet, in zijn thuisland aan de Ierse Westkust. Helaas kan dat niet meer, hij is maar twee en vijftig geworden en stierf in 2008. “Het eeuwige landschap ligt in onszelf,” zei hij en “Het land om ons heen heeft een ziel, net als de dieren, de stenen, de velden”.
Zijn beschrijving van de ijstijd maakte mijn verbeelding los. De veranderingen voor het land moeten intens zijn geweest, het gewicht van het koude grijze ijs dat alles bedekte. Toch kwam daarna alles weer tot leven. Een wonder eigenlijk. Zou dat niet opnieuw kunnen gebeuren, vraag ik me af. Als ik nu naar ons land kijk, de dichtgegooide greppels en kreken, gekapte bomen, de groeiende steden, het asfalt en de betegelde tuinen om tijd te besparen, dan denk ik, is dit niet een nieuwe ijstijd? Een koude hand ligt over de aarde. Het is de kille zucht van geld, geld en economische efficiëntie, als het belangrijkste dat telt. Koud. Kouder dan koud. Zwaar en drukkend. Toen het ijs smolt gebeurden er wonderen. Zou dit niet opnieuw kunnen gebeuren? Zou .. het … niet..

Zompig is de grond onder mijn klompen. Er is klei en er is gras. Boterbloemen, klaver, weegbree. En er is zaad, waarvan ik nog niks weet. Zaad dat wacht op de juiste omstandigheden. Het wil groeien, bloeien en zich verspreiden. Tot de hele wereld in kleuren uitbarst. Het zaad wacht.

Met dank aan Willemien die mij attent maakte op deze filosoof en dichter, na het lezen van mijn vorige blog.

Nederlands:

.

Engels:

.

Nieuws: Deze week schreef Nynke Bruinsma een mooi artikel in de Leeuwarder Courant. Dingen die ik steeds al wilde zeggen.

.

John O Donohue:

Podcast 1 https://lnns.co/sgR1AQmub-t

Podcast 2 https://lnns.co/f7CcY3w0pQH

Kees Klomp: Terug naar een ecologische samenleving: https://maatschapwij.nu/videoportret/kees-klomp-economische-ecologie/

NACHTLAND VAN VERDWENEN DIERBAREN . . . Nightland of lost loved ones

.

Ik denk niet alleen aan mijn verloren lief, met wie ik verbonden was door de aarde. Ik denk ook aan alle inheemse mensen die zich inzetten voor hun land en daarbij het leven moesten verliezen.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.


Rather listen? Click on the button down under the text.

.

Herinneringen van de nacht kunnen net zo helder zijn als die van de dag. In sommige tijden zijn ze zelfs sterker, alsof ze bedoeld zijn om draagkracht te creëren en inzicht. Zo heb ik haarscherpe herinneringen aan de jaren na de dood van mijn man. Soms zijn ze weer heel dichtbij, die herinneringen. Zoals nu. Mijn venster kijkt uit op de Friese weiden. Ik heb zojuist de luiken geopend en de wereld opent zich opnieuw. Stil sta ik te staan en denk nergens aan. De horizon is in mist gehuld. Ik staar ernaar, en vermoed een werkelijkheid achter de werkelijkheid, die zich daar verbergt. En als de zon dan komt, heel teder, zie ik het. Het schemerlicht aan de horizon schijnt op een andere plek, die toch dezelfde is als de wereld waar ik in leef. Het grenst aan de wereld van de nacht, de herinneringen van toen. Op zulke dagen zie ik hem weer.

Mijn man was hij. Ik leefde met hem samen in een eeuwenoud huis, half onder de grond verborgen. Het huis stond op de grens van water en aarde. Aarde bond ons samen, de liefde ervoor en voor de trage snelheid die het water ons bood. Hand in hand liepen wij en met ons scheepje voeren we langs grachten en rivieren, als zilveren aderen door de tijd. Hij verliet mij, op een dag was hij er niet meer. Maar in mijn dromen zie ik soms de mist breken, en kan ik een glimp opvangen van zijn wereld, heel ergens anders. Soms is het ver, maar soms toch dichtbij. Op één of andere manier.

Ik sta voor het raam. Vandaag hoef ik niks meer. De mensen met hun drukte zijn verdwenen, de herinneringen aan talloze terloopse opmerkingen en gesprekken spoelen weg. Ik volg het ritueel van de dag en loop naar het water van de Swette. Ik dompel mezelf in de kou en kijk vlak boven het water uit naar daar, waar het om de bocht verdwijnt. De wind breekt de spiegel in kleine oplichtende rimpels. De laatste gedachte aan een drukke week laat ik gaan. Het drijft weg in de stroom. Ik droog me af en kleed me aan. Opnieuw sta ik voor het raam en kijk naar de horizon. Ik zie hoe de sluier breekt, even maar, die eeuwige mist die onze werelden scheidt. En daar is hij, zachtjes koerst hij door krekenland. Hier, waar de zee ooit vloeide en zijn handtekening zette in het zand op talloze manieren. Rustig gaat hij voort, mijn man, omringd door de zilveren aderen die het land doorkruisen. Er zijn zachte glooiingen, kreekruggen die het water begeleiden. Het is of de zon zachter schijnt, en een oude wereld blootlegt. Even zie ik hem, een gunst van het Al, voor de magische sluier zich opnieuw sluit. Door mijn raam zie ik de kreken verdwijnen, de glooiingen vervlakken. Het licht wordt zakelijk en grijs met rechte sloten en uitgestrekte grasvelden. De zon verdwijnt in een steeds grijzer wordende mist. Ik steek de kachel aan. De warmte en het licht van het vuur reflecteert wat ik net heb gezien. Het kruipt diep in mijn spieren en botten. Ik koester het. Het land zit in onszelf.

.

.

De verborgen kreek spreekt

Als kreek ben ik al jaren dicht
levend in de bodem
elke lente stik ik weer
in de drang naar lucht en licht

Mijn bedding en het water
de gele plomp en zwanebloem
kattestaart en waterlelies
de mensen, ja die kwamen later

Ik herinner mij nog alle dagen
de boer die mij toen onderhield
met ferme hand mij steeds bevrijdde
van de brede rietkragen

de zeis die scherp geslepen was
om het verste riet te oogsten
Ik herinner me mijn water
zo helder als een spiegelglas

De bochten waar het ooit eens golfde
voor overheden zaken kozen
onrendabel doorgekrast
met zware grond die mij bedolfde

Wat verlang ik naar de stroom
de bedding die mijn ziel vertolkt
Het zand dat schuurde langs de kant
de droom die ik al zolang droom

Waar zijn de handen van weleer
eeltig, ruw, bedreven
De wielen die nu langs mij rijden
die begrijp ik nu niet meer

Ik ben maar een verborgen kreek
elke dag droom ik opnieuw
van zonlicht en van rimpelingen
de stroom die langs mij streek

.

Nederlands

.

English

.

.