Wachten tot de bui voorbij is

.

.

Als de regen even ophoudt....

.

Even houdt het op met regenen. Geduldig en verstild, bijna als een beeld, zo wacht ik het moment af. Ik verzamel energie om dadelijk weer in actie te komen. Het beeld maakte ik als zeventienjarige op de lerarenopleiding handvaardigheid/tekenen. Het is geïnspireerd door vruchtbaarheidsbeelden uit oude culturen. Vruchtbaarheid, aarde. Ik ben altijd geboeid geweest door aarde. Op de middelbare school wilde ik biologische landbouw gaan doen, in ontwikkelingslanden. Het liep anders. En toch, meer en meer kom ik er achter dat, wat landbouw betreft, ons eigen land een ontwikkelingsland aan het worden is. Althans, mijn beeld van gezonde gronden ziet er heel anders uit dan wat ik nu om me heen zie ontstaan. Ben ik dan toch op mijn plek? Wie kent de bewegingen van het lot?

.

Het is maandag. Ik kijk door het raam naar buiten. Het regent pijpestelen. Overal in bosjes en stuiken weet ik kletsnatte kleine vogeltjes. Ook achter mijn wagen, in de coniferen zit een vinkennest. Zouden papa of mama de kleintjes beschermen en warmhouden? Terwijl ik me het afvraag ben ik blij dat ik lekker binnen zit. Ik luister naar het gekletter op het zeil van mijn dak. Het geluid gaat in golfbewegingen, van zacht naar hard en weer zacht. En juist als ik denk dat de bui ophoudt, komt er ineens een knetterharde donderslag, van heel dichtbij. De pauw antwoordt met luide langgerekte kreet. Probeert hij nog harder te schreeuwen dan de woeste god Thor? Ik weet dat hij warm en droog zit, de pauw. Met zijn lange staart past hij net in het kleine stenen hutje, hier vlakbij.

Voor mijn deur zie ik de plassen groeien, in het gras. Eén en al beweging is het, tientallen kringetjes van vallende druppels weerkaatsen de lichte lucht. Terwijl ik geboeid naar het schouwspel kijk, worden het er steeds minder. Ik zie de afnemende stroom van druppels, die van het dak langs het raam naar beneden vallen. Langzaam verandert het geweld boven mijn hoofd in een spel van kleine tikjes. Een merel begint te zingen en een vink. Vink’s riedel eindigt met de bekende toon, die klinkt als een vraag. Een tweede antwoordt van ver. “Ik zit hier, ik zit hier!“ lijken ze tegen elkaar te roepen. “Als je dàt maar weet! Ik heb de slag van de donder overleeft!”
“Ik ook, ik ook!”
Als het waterconcert een einde vindt, hoor ik in de verte de tjiftjaf. Ik denk dat hij tussen de bomen zit, bij de vijver. De zwart-grijze kauw vliegt met gespreide vleugels naar de dakrand van de loods. De kleine kauwtjes beginnen luidkeels te krijsen, als één van hun ouders het nest in duikt. En dan, uiteindelijk, komt de pauw aangelopen met trage voorzichtige stappen. Zijn prachtige staart sleept nat door de plassen. Ik sta op en pak een snee Brabants roggebrood. Dat lust hij wel.

Het is al twaalf uur geweest. Hij lijkt droog te zijn en ik hoop dat het zo blijft. Dan kan ik weer verder met bouwen. Ik ben bezig met de deurposten, zodat ik voor- en achtergevel dicht kan timmeren. De hele middag heb ik voor me en ook de rest van de week. Ik wil een fijne spurt maken. O, als ik eenmaal het ritme heb, dan gaat het lekker! Zo fijn hoe alles dan glashelder in mijn kop zit. Ik hoop die concentratie deze week te bereiken, en iedereen die nu wat van me wil, daar zeg ik “nee” tegen. Alleen de grote god Donar, met zijn stort- en donderbuien, die gaat zijn eigen gang. Daar zeg ik niks tegen.

Het is ook prettig dat het niet al te snel gaat. Zo blijft het bouwen leuk en bijzonder. Ik kan erover vertellen en het hele proces vastleggen. De deurpost is nu bijna klaar. Het is een feest om door een echt poortje naar binnen te kunnen gaan. Meer en meer is het een huisje. Een echte woonwagen, dat wordt het.

.

Ik was net een tijdje aan het werk, toen het heel donker werd en de regen met bakken uit de lucht viel. Pal naast mijn wagen sloeg ergens de bliksem in. Ik schrok me een hoedje. De schapenwol die er net in zat, is hier en daar nat geworden. Ik heb alle lekkages zo goed als verholpen en ben door de stromende regen naar mijn warme huisje gelopen. Daar stak ik de kachel aan en maakte dit filmpje.

.

.

Aan mijn wagen zitten een heleboel deurtjes. Terwijl ik schuilde voor de grote bui, heb ik het pakketje uitgepakt, dat de postbode me bracht vandaag. Een hele schat is het, vierentwintig messing scharniertjes. Ik heb voor en achter dubbele deuren, onder en bovendeuren. Vier per kant dus. En dan nog de luiken, die voor de ramen zitten aan weerszijden. Een hele hoop bij elkaar.

Scharnieren

.

.

 

Op pad als activistisch aandeelhouder

.

.

aandeelhoudersvergadering Shell.

Ik voel me wel een beetje vreemd, verkleed als dame. Hier in het circustheater van Scheveningen ga ik het beleven. Mijn eerste aandeelhoudersvergadering van Shell. Als ik het plein op loop, zie ik meer vrouwen gekleed zoals ik. Zouden zij alles weten over dividend?  Ik weet  er niks van, niets van aandelen, niks van opties, futures, noch winstuitkering. “ Wat dòe je hier dan?” vraagt de man die samen met mij naar binnen loopt. Ik geef antwoord terwijl ik de zware glazen deur open duw. “Ik heb een heel klein aandeel voor groene energie. Pas net, vlak voor de vergadering heb ik het geregeld, via Follow This. Ik wil dit meemaken. Snap je?” Hij knikt.
“Change the world, buy Shell,” zegt deze groeiende organisatie. Ik dacht, ik doe mee en ga erheen. Ten slotte, wie niet nieuwsgierig is, komt niks te weten.
Ik loop de zaal in en zoek een plek op een van de met rode stof beklede stoelen. De zaal is groot en wat muf . Wel lekker warm na de koude wind buiten. Zeven grote toneellampen schijnen op de twaalf vertegenwoordigers van Shell, die in twee rijen op het podium zitten, voor de doffe zwarte toneelwand. Afgevaardigden uit diverse landen.

“ Welcome,” zegt de middelste man, die vooraan zit. Het is Ben van Beurden, de grote baas van het megabedrijf. Er zijn veel mensen die hem vandaag willen spreken. Hem, of een van de andere afgevaardigden.

In de zaal zitten mensen uit Canada, Amerika, en Engeland. Een Inoït uit Alaska doet vriendelijk zijn best om ons in onze eigen taal te begroeten. Met ingetogen en zachte stem vertelt hij zijn verhaal. Hij vertelt dat de mensen van zijn volk bang zijn. Bang voor vernieling van hun cultuur door oliewinning. De 275 boorstations die Shell in de Poolzee had gezet, zijn nu bijna allemaal verdwenen. Maar eentje staat er nog. Zijn mensen vertrouwen het niet. Gaat Shell wel ècht weg? Of komen ze terug? Hij wil het weten.
“ We gaan echt weg,” zegt van Beurden. Maar we moeten nog dingen doen. Ankers opruimen uit de bodem van de zee, en meer zaken.
De Eskimo bedankt hem dat hij de kans kreeg om te spreken. Hij wenst hem veel succes met het ontwikkelen van alternatieve energiebronnen.

Hij is niet de enige met die wens. Hij lijkt of de zaal vol zit met mensen die vragen om verandering, die soms letterlijk schreeuwen om een veel duurzamer beleid. Er komt een vrouw aan de microfoon. Ze komt uit Groningen, zegt ze. Ze voert netjes het woord, met felle ondertoon. Ze praat over haar prachtige Kop-Hals-Romp boerderij in Groningen. Er klinkt bitterheid in haar stem. Hun droom is ingestort. Hun huis staat op de slooplijst, maar ze wonen er nog steeds. Hoe moeten ze nu verder? Ze beschrijft de afbraak van de prachtige oude huizen van haar buren.

Als ze uitgesproken is klinkt er geschreeuw.  “Groningen!” hoor ik iemand keihard roepen. Ik kan niet goed zien wat er gebeurt. Ik zie het hoofd van een vrouw. Ze heeft een bord in de hand met een tekst die ik niet kan lezen. Ze loopt heen en weer voor het podium met belangrijke mensen. “Stel onze veiligheid voorop! “ roept ze met schelle stem. “Het is een schande! Dat is het! “ Er klinkt gegrinnik in de zaal. Ik zeg hardop wat ik denk, terwijl ik schuin naar achteren kijk naar een lachende grijze man. “Het lijkt grappig”, zeg ik, “maar die mensen zijn wèl wanhopig. Laat van Beurden begrip tonen en voor één keertje van het podium afkomen.” De grijze man kijkt me aan van opzij en lacht niet meer.
Als het schreeuwen tot bedaren komt geeft Ben van Beurden antwoord, hoog vanaf zijn troon. Hij zegt vriendelijk dat ze hun best doen om de Groningers in alles tegemoet te komen en ze proberen te begrijpen wat er nodig is. Als er mensen zijn die anders beweren dan is dat hun eigenbelang en niet het beleid van Shell. Shell is en blijft in dialoog en zal de kosten vergoeden. Ik weet niet of de Groningers hem geloven.

Er zijn veel sprekers. Al met al is het een hoopvolle bijeenkomst. Ik verwachtte een zaal vol duffe grijze zakenmannen met een groepje activistische aandeelhouders. Maar de roep om verandering groeit. Het gaat ook goed met Follow This. Ik ben één van de vijftig activistische aandeelhouders die aanwezig zijn. Maar er zijn er veel meer. Ze vragen Shell niet om te stoppen met gas en olie. Ze vragen er wel om geen geld meer te stoppen in het zoeken naar nieuwe vervuilende en niet duurzame energiebronnen. Het is jammer dat Shell deze afspraak niet wil maken. Maar wie weet, in de toekomst. Het moet anders. Het kan niet anders. Ze kunnen er uiteindelijk niet onderuit.

.

Transparant tasje voor Shell aktieMijn portefeuille is in elk geval WEL transparant.

.

Achteraf blijkt dat het rumoer van een heel groepje Groningers afkomstig was. Ze kwamen binnen via aandelen van milieudefensie. Wat ik niet kon zien maar later hoorde, was dat ze het grote opperhoofd een contract onder de neus wilden duwen. Het was de bedoeling dat hij dit zou tekenen, al verwachtte niemand dat hij dat zou doen. Hieronder is de tekst van het genoemde contract. De woordvoerster heette Annemarie Heite.

https://drive.google.com/file/d/0B5t97_SAr9UPZGFGa252cldaQXc/view

Ook trof ik Jan Juffermans. Hij sprak helder en duidelijk over de miljoenen slachtoffers en doden, indirect het gevolg van de winning van gas en olie. Hij deelde aan iedereen, inclusief de staf van Shell, foldertjes uit met de titel: “De overbelasting van de Aarde is het overkoepelende vraagstuk!” Daarover gaat zijn eBook van 48 geïllustreeerde pagina’s.

Het is gratis. Klik op de link…………..http://www.voetafdruk.eu/onzevoetafdruk/mijnhemel/

De foto’s van mij zijn allebei gemaakt door Fatima Zohra-Buurman.

 

.

Knuffelwand en kleine bombus

.

weidehweidehommel bombus pratorumkl. frm.

.

Even was hij heel dichtbij
op mijn eigen duim zat hij
Kleine Bombus maakt zich klaar
hij ruikt de bloemen, kamt zijn haar
knikt me toe met zwarte ogen
en daar gaatie, weg van mij
omhoog, tot aan de hemelbogen

.

Ik sta onder het doorzichtige zeil, dat over de bouwplaats hangt. Het tikt, alsof het regent. Maar het regent niet. Het zijn tientallen vliegjes. Ze willen door het zeil heen vliegen maar dat kan niet.
Er zijn kleine vliegen en grote. De grote zijn lang en smal. Af en toe bespringt een grote vlieg een kleintje en eet hem heel langzaam op. Daar heeft hij voor een hele tijd genoeg aan. Dat denk ik. Want meestal zitten ze rustig te verteren, zonder te reageren op de drukte om hen heen. Warm en droog in hun luilekkerland.

Net als ik de beitel wil pakken hoor ik een diep donker gezoem. Het moet een hommel zijn. Ik ken ze goed. Ik help hommels. Hommels zijn lief. En ze zijn heel erg nodig voor de bestuiving. Ik kijk omhoog. Daar is hij. Een dikke zwarte stip tegen het felle zonlicht, dat door het zeil schijnt. Driftig zoekt het beestje naar een doorgang. Hij wil terug naar de zon en de bloemen, omhoog, omhoog.
Ik ga op het kleine bordes staan en houd mijn handen om hem heen. Het is een aardige hommel. Hij is geel en wollig en kruipt meteen op mijn vinger. Een weidehommel is het. Bombus Pratorum in het latijn. Door hun warme jasje kunnen ze goed tegen de kou en het zijn de eerste hommels die ik zie, na de winter. Ik stap van het bordes af, met Bombus op mijn duim. Ik loop onder het zeil door, er onder uit.
Bij het hek van de vijver blijf ik staan. De hommel gaat op zijn achterpoten zitten en poetst rustig zijn kop. Dan zet hij zijn poten weer neer en vliegt. Weg vliegt hij.

Ik ga weer verder, en pak de beitel. De plank ligt al klaar. Het is voor de buitenwand, en ik pas het profiel zo aan, dat het afwatert. Achter de buitenwand komt de isolatie. De eerste rol schapenwol zit er al in. Het ziet er lekker uit. Een echte knuffelkar is het nu. Het wordt zo fijn! Ik heb er zin in, wonen in een warm wollen jasje.

Maar ik kan even niet verder met de buitenwanden. Ik moet een paar weken wachten op een partij extra planken. Ondertussen ga ik verder met andere dingen. Het is net jongleren. Elke keer kijken hoe het uitkomt. En ondertussen het geheel blijven zien. Een hele kunst, dat is het.

.

knuffelwand wagen

.

De delen van red cedar staan al in de grondverf. Erachter zit schapenwolisolatie. Heel lekker warm. Het is behandeld tegen mot. Anders kan het zomaar gebeuren. Op één dag kunnen ze mijn hele huis opeten.

Het onderste stuk is klaar gekomen. Nu wacht ik op de extra planken van andere maten. Dan werk ik verder hoog, de twee bochtjes om tot aan het dak.

.

Lente barst los, de bouw begint!

.

Bouwen kozijnen kl frm 018

.

.

De eerste loodgrijze wolken pakken zich samen. De wind is gaan liggen en zachtjes bewegen de lichtgroene toppen van de hoog opgeschoten haagbeuken. Heel langzaam beweegt de lucht naar het noordwesten. Zo zacht is het, zo zwoel. Kleine spatjes beloven het begin van regen. Gelukkig, want de stoffige zandgrond is droog. Boeren zijn druk, overal. Ploegen, zaaien, maaien. Het ruikt naar gier.

Hier is het niet kaal en stoffig, zoals de omgeploegde akkers op dit moment. Hier is alles groen. De lente is losgebarsten. Tegelijk met de vogels bouw ik mijn nest. Het is de nieuwe wagen, waar ik aan verder werk.

De kozijnen. Ik had ze in de herfst al gemaakt, precies gepast, met zelfgemaakte hardhouten deuvels erin. Alle verbindingen zitten muurvast met zeewaterbestendige superlijm. Twee kozijnen zijn het. In elk kozijn komen vier langwerpige raampjes van echt glas. De sterke hoekige kozijnen maken het skelet van de wagen nóg steviger.

Het is een warme dag als ik ze erin zet. Dick is er om te helpen. Het werk gaat snel. Onze vingers zitten onder de lijm en alle lijmklemmen zijn in gebruik. Maar het lukt en ik ben tevreden. Bouwen is fijn. Ik wil het niet te snel doen, ik wil elk moment vieren. Vooral nu er zoveel verandert in korte tijd. En Iedereen mag meekijken. Dat is het allermooiste.

.

Als ik bouw
wil ik genieten
Dode lijnen
daar houd ik
niet van
Gestadige toewijding
dat is het plan
Het is mijn lust en
liefste leven

Laat me en ik maak iets,
je zal eens zien hoe mooi
Laat me hier
mijn gang maar gaan
Het komt,
het komt er aan
.

.

.

Sjiek jasje in de Domstad

.

Dit is hem

 

 

Ik loop de trap af naar beneden. Een kil briesje waait langs mijn oren, maar de zon schijnt en het water van de Oudegracht schittert in de zon. Daar beneden, aan de kade, is een winkeltje. Met de Utrechtse Dom op de achtergrond, verkopen ze dameskleding. Ik loop naar binnen, de gewelfde ruimte in.
„Dag!“ zeg ik, „Ik wil hier graag iets kopen wat ik nog nooit gekocht heb, een superstrak en degelijk damesjasje.”
De vrouw antwoordt droogjes. „Prima. Daar staat het rek met jasjes.”
Ik loop naar het rek dat ze aangewezen heeft en zoek, tot ik een kleine zwarte heb gevonden met ingenaaide figuurnaadjes.
„Leuk om hier eens binnen te zijn. Ik ben honderden keren voor jullie langs gevaren, met de Plofboot.“ zeg ik vrolijk.
„O? Ben jij van de Plofboot? Maar jij was toch geëmigreerd?“ Ze kijkt me verbaasd aan.
„Nee.“ antwoord ik kort. „Het liep anders.“
„Ah.“
Ze knikt en gaat door met het opvouwen van T-shirts. „Kun je het vinden?“ vraagt ze dan.
Ik kijk naar wat ik in handen heb. „Nou, dit vind ik wel een mooie.“ Ik houd het korte jasje omhoog met de figuurnaadjes. „Ik hoop dat het past. Ik heb mijn opvulbeha niet mee en die moet eronder.“
„Oooo, maar dat wordt lastig. Is het een grote? Als het te groot is dan gaat het kiepen.“
„Nee… niet zo groot. Ik denk dat het wel past.“
„Neem je spullen maar mee naar de kleedkamer. Ik heb hier nog een beha waarmee je het kunt proberen.“
Ik doe de lege bustehouder over mijn hemd en prop hem vol met mijn beenwarmers. T-shirt en jasje erover, klaar. Nu zie ik er opeens heel anders uit. Ik doe het gordijn van de kleedkamer weer open. De verkoopster bekijkt me kritisch.
„Dat kan best.“ zegt ze „als dit de maat is.“
Ik bekijk mezelf in de spiegel. „Dat zal mooi passen bij mijn rode jurk, verleidelijk maar toch heel degelijk. Ik ga met een club van groene aandeelhouders naar de aandeelhouders- vergadering van Shell. Shell van binnenuit bewegen tot een duurzame koers. Dat is de bedoeling. Ze hebben al wat bereikt. Ik vind het wel maf. Straks zit ik daar tussen al die zakenmannen. Die wereld is me volkomen vreemd. Maar als ik er geweest ben dan schrijf ik er een verhaaltje over. Hoe het daar was, met deze kleren aan.” Ik kijk naar de kordate vrouw, die ondertussen naar de kassa loopt.
„Dat is leuk.“ lacht ze.
Tevreden doe ik het jasje uit en reken af.

Ik was in Utrecht om de boeken van Drakenlief te signeren. Er zijn nu zestien van de vijftig verkocht. Vrijdag ben ik in de theetuin van Omslag in Eindhoven met het boek. Daarna ga ik mezelf wijden aan de afbouwfase van de nieuwe wagen. Ik hoop aan het eind van de zomer in mijn fijne nieuwe huisje te kunnen trekken. Dat zal een feestelijk moment zijn! Op dat moment haal ik ook de boeken van Drakenlief weer tevoorschijn, en heb ik alles afgerond voor een vreugdevolle eindpresentatie. Natuurlijk kun je het boek ook nu gewoon bestellen. Mail naar:
tt.alowieke@gmail.com

Theetuin:  http://www.omslag.nl/index.html

.

24 mei ga ik naar de aandeelhoudersvergadering van Shell, samen met de groene club, Follow This.

https://follow-this.org/