De nok er op!

.

 

.

.

nok erop

.

Achter op het veld wacht werk. Heel zorgvuldig ingepakt staat het daar. Mijn eigen rijdend huisje. Nou ja, het wórdt een huisje. Nog even en het heeft een dak, lichtblauwe wanden, heldere ruiten. En houten kozijnen, zacht oranje gelakt. Op deze stille plek heb ik hard en vol concentratie gewerkt. Het geraamte is klaar, andere onderdelen wachten. Ze wachten op montage, opgeslagen tegen een kromme wand in een oude wagen. Het moeilijkste werk is nu gedaan. Heerlijk.
Ik zit aan tafel te schrijven. Langs de schoorsteenpijp in het dak giert stoterig de wind en raast. Een harde vlaag beukt onverwacht mijn wagen heen en weer. Hij rukt en trekt uit alle macht. Maar ik weet, hij doet me niets. Hij krijgt geen vat, de wind, niet op iets wat mijnes is. Geen blik dat bengelt, geen zeil dat klappert, alles is stevig vastgesjord. De dichte deur maakt nog een kier, het lichte gordijn wappert.
Ik schrijf en denk aan gisteren. Het was een grote dag, de zon scheen en de wind was stil.

De bouw van mijn wagen vordert langzaam. Stormwind, kou en kille regen maken het tempo traag en herfstig. Toch is het nu zover gekomen. We bereiken het hoogste punt, de nok. Het is de ruggegraat van het gewelfde dak. Het lange werkstuk ligt al een tijdje klaar, omhult door blauw dun flapperzeil. Dat kan er nu af. Vandaag krijgt het zijn plek.
Dick is bij me. Met z’n tweeën tillen we het lange ding naar de voorkant. Maar we hebben nog twee handen nodig. Buurman Jan komt helpen. Hij klimt op een stevige trap om hem aan één kant omhoog te houden. Dick en ik hijsen de andere kant op de voorste dakboog, die gemaakt is van plaatmateriaal. De lange nok weegt wel wat, maar minder dan je zou denken. We hijgen,sjorren en schuiven, verder en verder, tot hij op zijn plek ligt, rustend op alle drie de dakbogen. Nu mag hij zakken in de gleuven, tot hij vast zit. Even bijschaven met de vijl…. En hij past!

Een feestelijk moment

De nok, de nok, de nok erop!
sjorren, hijsen, trekken maar
en als hij zit kan het niet beter
het klopt tot op de millimeter
Nou valt alles samen

En dan

Alles heeft zijn plek
Mensen, dieren, planten, dingen
Ik leef hier en kijk en werk
help het groeien
tot ik klaar ben
klaar ben
voor vertrek
tot ik niets meer
te zoeken heb
hier waar ik nu ben

.

Op het filmpje kun je het zien. Nu het complexe werkstuk op zijn plek zit, kan je eronder staan en alles goed bekijken. Gaten zitten om de vijf-en-twintig centimeter. Daar worden straks de kromgebogen dakspanten doorheen getrokken, alsof het ribben zijn, sterk en flexibel. Daar komt het dakzeil op. De nok heeft een lange ventilatiekap voor frisse lucht en om vocht kwijt te raken. Ook de elektra komt erdoorheen, kabels van de zonnepanelen. Twee stroomkastjes heb ik ingebouwd, voor de connectoren. Ik kan er makkelijk bij, ze zitten pal boven mijn hoofd. De ventilatiekap gaat over in een daklicht van twee meter lang. En aan het uiteinde, daar komt een verrassing. Maar dat houd ik nog geheim.

Reakties welkom: tt.alowieke@gmail.com

 

Tijd voor andere koek

Blogtek appeltaart kl frm

Morgen komt ze hier echt wonen. An, een vrolijk natuurmens van drie-en-dertig met bruin krulhaar. Haar yurt is klaar en ze heeft er hard voor gewerkt. Ik ben blij dat ze komt. Daarom ben ik taart aan het bakken, voor haar. Appeltaart. Ik ken het recept goed. Mijn moeder deed het vaak tussendoor en ik hielp kneden. De laatste keer is alweer een tijdje geleden.

Ik pak de grote glazen pot van de plank. Speltmeel zit er in. Het moet op, dus ik kieper de hele inhoud in de net iets te kleine schaal. Het komt tot het randje en het stuift eroverheen. Gelukkig heb ik er een grote werkplank onder gelegd. De suikerpot komt voor het eerst sinds maanden van de plank. Met een grote lepel roer ik een paar flinke scheppen door het meel. Wat een boel, denk ik bij mezelf. Ik hou niet meer van suiker. Ik doe er maar de helft in van wat ze zeggen.
Ik wikkel de boter uit het papiertje. Er staat een wei op en de snuit van een koe. Ik hak de boter in stukjes en kneed met beide handen het meel en de boter. Lekker. Sommige mensen doen het met één hand, om de andere schoon te houden. Maar daar vind ik geen lol aan. Veel te lastig, dat stijve deeg zo in beweging te krijgen.
Het is toch te weinig boter, ik krijg de boel niet bij elkaar gekneed. Een hoop meel blijft los in de schaal liggen. Ik kijk ernaar en vraag me af wat ik nu moet doen. Ik wil niet nòg meer vet. Dan krijg ik een ingeving. Ik pak een stuk krant om de koelkast niet vies te maken en pak de yoghurtfles er uit. Dat is vast lekker in de taart. Vrolijk kieper ik er een flinke scheut door en zet er opnieuw mijn handen in. Nou gaat het veel beter.

De taart staat vol rozijnen, kaneel en heerlijke oranje goudreinetten te geuren in de oven. Ik open het deurtje en snijdt er een hoekje af en leg het op een schoteltje. Dit heb ik altijd het allerlekkerste gevonden. Warme appeltaart! Gulzig eet ik de krokante koek met grote stukken zachte appel, die er bijna afrollen, zo groot zijn ze. Het bevalt me. Zal ik nog meer nemen? Dan maak ik voor An wel een mooie schaal met nette stukken, dan ziet niemand dat ik er al van gegeten heb. Ik doe de oven uit, zet de lekkernij op het aanrecht en snijdt een stuk af, nog groter dan het eerste. Heerlijk!

De vreugde duurt niet lang. Al gauw ben ik misselijk van de boter en de suikersmaak blijft heel lang in mijn mond hangen. Dat proefde ik in eerst niet, nu wel. Ik spoel mijn mond met water om de smaak kwijt te raken. Dat helpt een beetje maar niet helemaal. Vroeger had ik dat niet. Wat een raar spul, suiker. De volgende keer probeer ik te bakken met alleen maar rozijnen en rijpe zoete appel. Geen suiker meer. En ook geen vet. Bakken met alleen maar yoghurt in het meel. De volgende keer probeer ik het.

Alles verandert. Ook het lichaam en wat ik lekker vind. Hebben meer mensen dat?

Zonnige panelenpraat

Blogtek panelenpraat kl frm

Ik loop met mijn mobieltje op de weg. Daar heb ik een betere ontvangst en het is lekker om even te wandelen. De zon straalt warm terwijl het al sinterklaas is geweest. Gek hoor.
„Hallo met Johan!“ zegt een opgewekte stem door de telefoon.
„Hoi, met Alowieke.“
„Hee, Alowieke!“ roept Johan verrast.
„Mooie berekening heb je gemaakt.“ begin ik en kijk naar de blote huid van mijn arm. Ik heb mijn mouwen opgestroopt. Het is ècht warm!
Johan helpt mij een systeem uit te denken, met zonnepanelen. Het is zijn werk, en hij is creatief en denkt duurzaam. Dus dat klikt wel. Ik ga het zelf in elkaar zetten, straks. Dan weet ik ook wat ik moet doen als er wat mee is.
„Ik zou wel wat extra vermogen willen hebben“, vertel ik hem „Dat infraroodpaneel kan in oktober wel eens heel handig zijn, als het dagenlang mistig is en het sprokkelhout nat.“ Ik kijk naar de zacht wiegende takken, die donker afsteken tegen de blauwe lucht en kuier langzaam verder weg van de camping.
„Ja, dat denk ik ook.“ denkt Johan met me mee, “ En in die tijd is het nog licht genoeg, voor een goede stroomopbrengst.“
Ik vertel hem iets wat ik sinds kort heb bedacht. Een idee waar ik graag op door fantaseer.
„Weet je, als ik dat infraroodpaneel niet gebruik in de zomer, dan kan ik die energie mooi gebruiken voor wat anders. Ik kan iets doen met film en geluid. Misschien wordt het wel een solarbioscoopje.“
„Ik ben benieuwd!“ zegt hij vrolijk.
„Het is wel zwaar,“ ga ik door „Een accu van meer dan vijftig kilo is best veel…“
„Hoeveel weegt je wagen, weet je dat?“
„Achthonderd kilo, exclusief bagage. Dat schat ik in.”
„Nou…“ zegt hij verbaasd „Waarom maak je je dan druk over die vijfentwintig kilo extra?“
„Ja dat lijkt niks, maar als je dat bij alles denkt, dan wordt het tòch zwaar!“
Het blijft een steeds terugkerend thema. Aan de zwaartekracht kan ik me niet onttrekken. Je moet er slim mee omgaan. Johan kent de beperking ook.
„Klopt, dat ken ik als ik mijn rugzak inpak. Dan wil ik ook altijd zo min mogelijk meenemen, het wordt gauw te veel,“ zegt hij.
Ik loop met mijn blauwe klompen in de berm en keer om, om terug te lopen. Al gauw gaat Johan verder. „Heee! Waar ik nu opeens aan denk, je kan ook lithiumbatterijen nemen. Dat zijn de nieuwste en die werken met ionen. Ze zijn lichter en gaan langer mee.”
„Ja!“ roep ik enthousiast. „Ik heb er over gelezen. Die wil ik heel graag. Het lijkt me een goede investering.“
„Ik zoek het graag voor je uit,“ zegt Johan tevreden. „Ik heb er nog geen ervaring mee, maar ik vind dit heel interessant en ik vind het leuk dat je zo enthousiast reageert“
„Prima, dan hoor ik nog van je! Ik ga nu verder. Tot kijk!“
Johan wil graag gauw komt kijken en zegt me gedag. Ik loop het pad op van de camping, terug naar mijn woonwagen.

O, het is zo spannend, dat alles steeds meer wordt wat het worden moet. Soms ben ik zo blij dat alles lukt zoals ik het bedacht heb en dat anderen zo fijn meedenken. Ik kan het zo bijzonder vinden, dat ik de slaap niet vatten kan. Op de donkere wand boven mijn bed projecteert mijn verbeelding de nieuwe wagen, die groeit. En ik kijk ernaar, met grote ogen. Als een kind voor zijn verjaardag, zo kan ik mij verheugen. Dit is de plek, waarin ik straks mijn leven zal voortzetten. Klein en kleurrijk en beweeglijk, als een echte kolibrie.

Link van Johan: http://ecosynergy.nl/

Lithium-IJzer-Fosfor-accu’s (LFPo) zijn vier keer zo licht, en veel beter voor het milieu. Ze zijn duurder, maar stukken efficiënter in het gebruik, zo verdien je het geld van de aanschaf weer terug. De laadtijd is ook veel korter. Ik wacht op bericht van Johan, maar ben heel benieuwd hierover.

Ik maak er een potje van

Blogtek maakerpotjevan kl fr 006

.

Op de kast staat een stevige houten molen. Blank hout, met een slinger eraan om te draaien. „Anni“ staat er op. Het is één van de beste investeringen die ik heb gedaan. Een graanpletter, ofwel een vlokkenmolen. Ik eet geen brood meer. Jaar na jaar at ik het, maar het smaakt me niet meer. In plaats er van staat bij mij een grote zak haver in de kast en een zak rogge. Vijf kilo wegen ze, als ze nog vol zijn. In mijn voorraadkast liggen nog andere zakken en zakjes op elkaar gestapeld. Pompoenpitten, lijnzaad, rozijnen, kokos, noten, zonnebloempitten, gierst en meer. Alles wat ik genoemd heb gaat in de pap. Het belangrijkste zijn de havervlokken.

Voor ik ga slapen sta ik een minuutje te draaien. Vrolijk draai ik de slinger rond en zie in redelijk tempo de mix van granen in het gat van de pletter verdwijnen. Onder het tuutje van de afvoer vult een kleine stroom van vlokken mijn papkom. De gierst die erin zit verandert in een grof soort meel, de rogge en de haver zijn mooie platte vlokken geworden. Ik loop naar de glazen waterpot, en met de diepe lepel dompel ik een paar scheppen van het kristalheldere vocht en laat het in mijn kom lopen. Zes scheppen. Nu mag het de hele nacht weken.

Als ik wakker word, drink ik meteen een groot glas water. Niet meteen de pap opeten, eerst de oefeningen. Die duren dikwijls anderhalf uur. Het is net zo’n avontuurlijke mix als mijn ontbijt. Er zit van alles in. Poweryoga, oosterse vechtsport, dans, krachttraining, fysiotherapie, Chi Kung, stemtraining, boventoonzingen en acrobatiek. Het is helemaal door mijzelf aangepast aan wat ik kan, leuk vind en nodig heb. Heel langzaam verandert het programma, en de mogelijkheden breiden zich eerder uit, dan dat het minder wordt. Heerlijk!

In de krant lees ik de bevestiging van mijn gezonde levenswijze. Er is een nieuw boek uit, over gezond oud worden. Bewegen en havermout eten. Dat is hoofdzaak. Ik kijk naar mijn papkom en lach. Naast de krant staat mijn warme hap, rijk van smaak door de variatie aan ingrediënten. Ik denk dat het heel erg gezond is. Ik weet het wel zeker. Het leven begint pas!

Wiekies opkikker: Havervlokken, roggevlokken, gierst, gehakselde pompoenpitten, lijnzaad, kokos, rozijnen, paar gehakselde noten, kaneel, kokosvet, klein scheutje geitenmelk of sojamelk en water. Even koken en daarna een paar minuten laten staan. In plaats van hakselen kan je de noten en de pitten ook gewoon fijnkauwen en uitspugen, als je alleen bent. Dan verteert het harde spul ook beter door enzymen.

Weetjes: Mijn maaltje is langzaam gegroeid, en past bij me als mijn huis. Behalve vreselijk lekker, is haver opwekkend, net als chocola. Je wordt er levenslustig van.
Kokosvet is een vetsoort die meteen wordt opgenomen als energie, en hoopt zich niet op in het lichaam. Geitenmelk is beter verteerbaar dan koeiemelk. Kauwen op rozijnen en roggevlokken is goed tegen tandplak. Rogge en lijnzaad zijn goed voor de oestrogeenbalans bij vrouwen. Rogge en pompoenpitten zitten vol mineralen en de pitten bevatten bovendien antivirale stoffen.

Desondanks was ik toch moe en lusteloos tijdens de eindeloze herhaling van donkere dagen. Vitamine D bleek de oplossing. Meteen de hoogste dosis genomen. Nu kan ik er weer tegen. Hoera!

Volgende experiment: Haver en lijnzaad is te krijgen als paardenvoer. Het gekookte lijnzaad wordt gebruikt om de darmen schoon te maken, als de dieren veel zand binnen krijgen bij het grazen. Haver en lijnzaad schijnt als veevoer even lekker te smaken als het spul dat in keurige kleine zakjes te koop is. Ik wil het wel eens uitproberen.