Meer ruimte voor kleine boeren! (More room for small farmers)

.

.

Ik kies voor de kleine boer. Zij kunnen land en bodem herstellen.

.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Do you like to hear the ENGLISH translation? Click on the button underneath.

Ik heb het eigenlijk nooit over standpunten. Een goed verhaal bestaat uit beelden, zodat je je kan inleven. Het liefst bereik ik daarmee zoveel mogelijk verschillende mensen. Maar soms is het nodig om je direct uit te spreken. Het is als een punt achter een zin. Of een komma, waarna je door kan gaan.

Laat ik helder zijn: We konden kort geleden stemmen. Ik ben gegaan, want ik vond het belangrijk. Het ging om de Waterschappen en de Provinciale Staten. Vanuit de Provinciale Staten wordt de eerste kamer gekozen, dus daar hebben we dan ook invloed op. Ik stond dus ook in zo’n hokje met een rood potlood in mijn hand. Het zal sommigen niet verbazen: Ik heb niet op BBB gestemd. Waarom niet? Deze partij is opgezet door een marketingburo, die conservatieve boeren in het zadel wil houden. Deze boeren zetten mijns inziens de zaak vast, en niet alleen met tractors op de weg. Het is de doodlopende weg van schaalvergroting die ten koste wat het kost wordt verdedigd. Heggetjes, hakhoutbosjes en greppels, alles wordt uitgewist om beter met grote machines het land op te kunnen. Er wordt al decennialang kunstmest gebruikt, hoewel men een eeuw geleden al wist dat het de grond geen goed deed. Ook het gifgebruik is weer toegenomen. Het leek er een tijdje op dat het minder werd, maar helaas zette dat niet door. Het gevolg is een steeds doder, fantasielozer landschap, waar niemand graag in rondfietst. Een partij als BBB maakt dat hierin niets of weinig zal veranderen. Natuurlijk wil ze ook wel goeie dingen. De bus en bieb, die terug moeten komen in het platteland. Dat zie ik ook graag. Maar dit weegt voor mij bij lange na niet op tegen die andere kant: Het voortzetten van de grootschalige export en de agro industrie. Alles voor de groei-economie, een grijze wereld van cijfers. Daarmee door te gaan zie ik niet alleen als een ramp voor Nederlandse landschap, maar ook voor onze gezondheid, de aarde en de mensen in het verre Zuiden.

.

Ook heggen en sloten horen thuis in Nederland

.

Nederland is beroemd om zijn zwart witte koeien met enorme uiers. Andere runderen kunnen prima met een kruidenrijke weide toe, maar deze zijn zo ver door gefokt dat ze verslaafd zijn gemaakt aan grote hoeveelheden eiwit. De bulkladingen vol soja die daarvoor uit Brazilie worden gehaald, maken een wereld van leven kapot. Er worden vele hectares bomen gekapt, diersoorten sterven uit en stammen die daar thuishoren worden opgejaagd. Dus ik zet steeds weer mijn handtekening: “Laat die bomen staan.”
Ik ben vóór die stammen, die er hun thuis kunnen vinden, en ik leef mee met de laatste jager verzamelaars. Ik denk ook aan de kleine boeren in Afrika. Ook hen steun ik, door niet op BBB te stemmen. Honderd miljoen kilo aardappelen worden daar naartoe gebracht, nee, zelfs meer nog. De prijzen zijn zo laag, dat een kleine Ethiopische boer daar niet tegenop kan telen. En het is zelfs nog gekker: Vele kilo’s groente komen in de winter uit Ethiopië, geteeld door Nederlandse boeren daar. En dat terwijl de bevolking er honger lijdt door toenemende droogtes. Waarom doen we dat? We moeten ze beschermen, juist die kwetsbare kleine boer in verre landen. Door bij de biologische boer in je eigen buurt te kopen, zorg je indirect ook voor hen. Je helpt ze door boerenkool te eten in de winter, in plaats van sperziebonen uit Ethiopië of Senegal. Het helpt ook als je voor een politieke partij kiest die de wereldhandel wil beperken. Die meer streekmarkten wil en de eco-boer een eerlijke prijs wil geven.

Ook in Nederland hebben kleine en beginnende boeren het moeilijk. Er zijn steeds meer jongeren te vinden, die het anders willen doen. Een organisatie als Toekomstboeren groeit als een speer. Ze weten de energie erin te houden. Er zijn conferenties en workshops. Het gaat over gezonde landbouw waarin de natuur een plek heeft. Er zijn allerlei vormen en namen voor. Herstellende landbouw, biologische landbouw, agro forestry, permacultuur, het is een hele hand vol. Inspiratie en kennis is er zat. Jonge boeren willen graag hun handen uit de mouwen steken. Maar hoe kom je aan land als je geen pa hebt die boer is? Grote boeren, voor een groot deel BBB stemmers, kopen het vrijkomende land op. Grond gaat van de hand voor torenhoge prijzen. De boerenakkers in Nederland kosten tien keer zoveel als elders. Dat is geen probleem, de bank zorgt wel voor een lening.
Maar deze jonge boeren staan aan de kant. Die komen nauwelijks aan bod. Er is geen ruimte voor hen. De koek gaat op aan grote jongens. Sommige landloze jongeren emigreren dan maar. Maar ik wil die jongelui niet kwijt! Juist zij, die het kleinschalige boerenlandschap willen herstellen, hen moeten we dragen op handen. Zij, die gezond voedsel willen kweken van gezonde grond. Ja, er moeten meer kleine boeren komen, hier in Nederland. En niet alleen hier, maar wereldwijd. Ik steun ze. Dit is het standpunt, vanwaaruit ik mij beweeg. Hier sta ik, in alle hoop op beterschap en met vieze schrijvershanden.

Je kunt nog altijd de petitie tekenen. Het gaat om andere keuzes in de wereldhandel, bescherming van mensenrechten en een gezonde aarde voor de generaties na ons: https://alowieke.blog/de-petitie/

.

NEDERLANDS:

ENGELS:

We need a Small Farmer Revolution. Especially here, in the Netherlands, where large scale agriculture is defended at all costs. There are more and more young landless farmers, with energy and knowledge to bring the balance back. But they are standing aside. We need a revolution to help them, and other small farmers in the world..

Iets laten groeien is niet niks (Before it grows! – 2)

DEEL 2

Voor alles wat je koopt, gaat ergens anders iets verloren. Wat? Over veengrond en turfgebruik in de tuin en kwekerijen.

.

.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Do you want to listen to the ENGLISH translation? Click on the button underneath.

Zou er nog leven in zitten? Ik ben net wakker, wanneer ik mezelf deze vraag stel Ik lig in mijn hangmat en denk aan het zaaigoed. Gisteren was er nog steeds niks. Na bijna een maand heb ik er steeds minder vertrouwen in. Misschien had ik het koeler op moeten bergen, dat zaad, en is het uitgedroogd. Of misschien had ik het in turfpotjes moeten doen. Die kan je kant en klaar kopen en er zit al een zaaigaatje in. Turf kan veel water opnemen, en vocht is belangrijk in dat prille begin. Ik pieker. Kan het sneller of beter? Zelfs ik als langzaam levende minimalist val wel eens ten prooi aan dit soort ongeduld. Zo minimalistisch ben ik dus ook weer niet. De verleiding is groot. En die turfpotjes lijken me wel heel handig voor ontkiemend zaad. Maar de volgende vraag is dan, waar komt het vandaan? Wat gaat er verloren doordat ik dit wil? Voor alles wat je krijgt, verdwijnt er ook iets. Wat dat is, dat is een belangrijke vraag.

Ik open de laptop, zoek en lees. Ik lees zoals ik al jaren lees, want alles over de bodem intrigeert me. Haar verhalen, haar leven, haar ongeboren mogelijkheden.
Het antwoord ligt voor het oprapen. Ja dus. Er verdwijnt veel, door ons turfgebruik. Al eeuwenlang wordt er grond afgegraven voor turf. In de middeleeuwen voor brandstof en ook in de eeuwen daarna. Dankzij onze voorouders is de dikke laag veen grotendeels verdwenen en zakken we nu steeds verder de nattigheid in. Er gaan bovendien prachtige plantengemeenschappen ten onder, door wat wij met onze pot en tuinaarde in onze tuin laten groeien. Is dat het allemaal waard?

.

Veenvormend moeras in Polen

Overheden houden zich daar meestal niet zo mee bezig, met plantengemeenschappen. Voor hen geldt vooral het CO2 verhaal. In veengronden zit namelijk ook enorm veel koolstof opgeslagen. Dat gaat de lucht in als je het weggraaft. Vooral daarom is men internationaal bezig met het afbouwen van turfgebruik. In Engeland is turf al verboden. Bij ons nog niet, al heeft de tweede kamer niet lang geleden gezegd de alternatieven te willen onderzoeken.
Turf wordt nog steeds gewonnen om in tuincentra te verkopen. Het zit in tachtig procent van de plastic zakken die er liggen en ook boeren en tuinders gebruiken het. Wij zijn de grootste gebruiker van heel Europa. We hebben niet alleen onze eigen turfgronden grootschalig uitgestoken, maar importeren nu op grote schaal uit het buitenland.

Tja. Maar beter geen turfpotjes dus, voor mijn zaad. Wat kan ik dan gebruiken? Het eerste bericht dat opduikt gaat over biochar. Ik ben meteen geïnteresseerd. Maar eerst doe ik de slaapzak over mijn hoofd, die ik als bijdekentje gebruik. Het is nog fris in huis en ik krijg koude handen. In mijn kleine donkere tentje is het lekker warm. Het beeldscherm licht op in het donker. Ik lees verder: “Biochar is vooral gemaakt van plantenafval dat verhit wordt tot 350 graden. Op die manier gaat er geen koolstof verloren en het afval hoeft niet naar de stort te worden gebracht, maar wordt hergebruikt.”
Wat raar, denk ik als ik het lees. Elke gemeente maakt er stadscompost van. Er gaat nergens groenafval naar de vuilstort! Het klinkt als een promotieplaatje van techneuten zonder contact met de werkvloer. Dat gebeurt wel vaker als het over CO2 oplossingen gaat. Het moet meteen big business worden.
Verderop lees ik dat ze het zelfs als koolstofopslag in de grond willen stoppen. De haren rijzen mij te berge. Klinisch in de grond stoppen, verbrande bomen en planten? Zonder er iets nieuws uit te laten groeien? Dat is bizar. Er is notabene een groot tekort aan compost, las ik in een vakblad voor bosbouwers.
Gelukkig zie ik ook een ander bericht. De Belgen laten zich niet gek maken. Die doen degelijk bodemonderzoek. Het ILVO (Instituut voor Landbouw-Visserij en Voedingsonderzoek) doet er verslag van, en het WUR heeft het overgenomen. In biochar is geen worm te zien, hebben ze ontdekt. Dus dat in de grond stoppen is het einde van de levenscyclus, begrijp ik. Ik ben blij dat ik het hier zwart op wit zie. Dank je wel, lieve Belgen! Techniek zonder liefde is een doodskist voor het leven.

.

Veenafgraving

.

Wat is het dan wel? Waar moet ik mijn zaad in stoppen? Het antwoord is simpel. Gewoon, met levende compost, gemaakt van verschillende ingrediënten.

Ik staar uit het raam over de groene weiden. Opeens heb ik er genoeg van. Ik klap de laptop dicht, klauter uit mijn hangmat en ruim alles op. Ik was me en kleed me aan. Nu wil ik zien hoe mijn eigen zaad erbij staat! Ik stap de deur uit en klim het kleine bordes af. De merel voor mijn deur vliegt luid protesterend weg. De lucht voelt warm aan. Ik schuif de deur open van de kas en loop naar achteren. Tot mijn grote verrassing zie ik de eerste groene sprieten de grond uit komen. Heel klein nog, nauwelijks zichtbaar, maar het is wel een teken van leven! Dat schept hoop. Gelukkig maar dat ik die turfpotjes niet heb gekocht, maar het gewoon gedaan heb met wat ik had, met bladaarde, dezelfde compost die ik ook voor de bomen gebruik. Ik pak de gieter die ik gisteren tweedehands kocht. Een kleine, mosgroen van kleur met een lange slanke tuit. Met een dun straaltje giet ik het water uit over de kleine bakjes. Hier groeit het in elk geval. Zelfs zonder turf. Goddank, het groeit!

‘Planten kweken is niet iets dat je even snel kunt doen,’ zeg Linda Chalker-Scott van de Washington State University. Zij is ook de schrijfster van het blog Horticulturalist Myths. ‘Als je een duurzaam systeem wil, moet je het op de juiste manier doen.’ Ze vindt dat we ons weer moeten richten op de grond onder onze voeten. ‘Honderd jaar geleden hadden we geen potgrondmengsels,’ zegt ze. ‘Planten hebben het al die tijd prima zonder gedaan.’

LINKS
https://www.nationalgeographic.nl/van-potgrond-krijg-je-vuile-handen-letterlijk-en-figuurlijk.https://turfvrij.nl/peat-science/
https://www.boom-in-business.nl/article/36896/tweede-kamer-wil-geleidelijk-af-van-turf-in-potgrond
En als laatste het onderzoek van ILVO: https://edepot.wur.nl/365672

.

NEDERLANDS:

ENGELS:

For everything we buy, something disappears somewhere else. What? I read in the morning, in my hammock, and find out the effects of my use of peat. But on the road, I also discover strange CO2 solutions. Find other inspiring facts in the blog Horticulturalist Myths

.

Song for my seeds

.

.De twee onderste foto’s komen van Wikipedia:
1 Door Radomil – Eigen werk, CC BY-SA 3.0,

https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=69596
2.CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=244694

.

.

Iets laten groeien is niet niks (Before it grows!)

Wat nodig is… Een beker kennis, een vat vol liefde en een oceaan van geduld. . . . . . . . . . . . Franciscus van Sales (1567 – 1622)

Alleen een oceaan van geduld vult onze beker van kennis tot in het oneindige, zonder hoogmoedig te worden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Alowieke (1965)

.

Edwin Harris, 1855 – 1906, Spring

.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Do you want to listen to the ENGLISH translation? Click on the button underneath.

.

Mijn nieuwe kas is ingewijd en heeft nu alle weersomstandigheden gehad. Vandaag stormt het. Ik heb de schuifdeuren moeten vastbinden. Gisteren lag er nog sneeuw op het dak. De dag dat ik terugkwam van weggeweest.

Ik loop over het veld naar mijn nieuwe tuinkas. Ik heb een drukke tijd gehad en was veel op pad. Het is lang geleden dat ik zo vaak ben weg geweest. Het was leuk. Maar vaak weg zijn eist zijn tol. Ik moet eraan wennen weer terug te zijn. Ik stap over een greppel heen. Er staat een klein beetje water in met een dun laagje ijs erop. De grond is nog bevroren en het kraakt onder mijn laarzen. Vlak voor de kas blijf ik staan. Er ligt een dun laagje sneeuw op het dak. Er mag geen sneeuw op het dak liggen, stond er in de handleiding. Maar de zon geeft al veel warmte. Af en toe valt er met een doffe plof een klont naar beneden. Laat de boel maar smelten, dan heb ik er geen werk aan. Ik wil naar binnen. Moeizaam probeer ik de schuifdeur te openen maar het lukt niet. Oei, niet forceren, nu. Eerst kijken. Waarom doet hij het niet? Dan zie ik zie het. IJs belemmert de goede geleiding. Ik heb nog geluk dat de deur niet op mijn kop is gevallen. Ik peuter het ijs uit de geleidingsgoot en probeer het voorzichtig opnieuw. Er komt beweging in tot het een kier is, net groot genoeg voor mij. Nieuwsgierig wring ik mezelf erdoor, de glazen ruimte in. Nog steeds wordt ik blij, als ik tussen de glazen wanden sta. Toch neem ik geen tijd om daarvan te genieten. De stellingkast achterin wil ik zien. Hoopvol schiet ik erheen en sta stil, met mijn neus erbovenop. De zaaitrays staan er nog net zo bij als hoe ik ze achterliet. Ik kijk naar de zwarte bladaarde, die ik zo mooi heb gezeefd, voor het in de tientallen aanééngesloten potjes ging. Het zit in de allerbeste zaaitrays die ik kon vinden. Ze zijn sterk en stevig en van gerecycled plastic en gaan nog vele jaren mee. De nieuwe kas is prachtig en redelijk warm, hoewel er af en toe een koude wind door de kieren waait. Ik heb veel moeite gedaan voor die piepkleine zaadjes. Alles is optimaal. Dat dacht ik. En toch, zwart is de aarde, alleen maar zwart. De zaadvaste bloemkool en koolrabi zitten er al twee weken in en doen nog niks. De kruiden die ik vorige week zaaide ook niet. Het is een dooie boel. Kom op zaadjes, ga het nou doen! Ik heb alles voor jullie over!
Tja…
Zaad groeit niet omdat ik het wil. Zelfs al bouw ik er een glazen kasteel omheen met een luxe kachel erin. Zelfs al geef ik elke dag een groot concert om de lucht uitnodigend te laten vibreren. Misschien gebeurt er wel helemaal niks. Dan zal ik toch doorgaan, het op een andere manier proberen. Iets laten groeien vraagt om geduld en volharding. Je moet erbij blijven, ernaar kijken en ervoor zorgen. Het laten mislukken als het moet, bedenken wat er anders kan en opnieuw beginnen.

Ik kijk naar de uitgestrekte weide, bedekt met een witte sluier. Dikke pollen groen gras steken boven de sneeuw uit. Het gras heeft mij niet nodig, om te groeien. De grond zit vol wormen, die de bodem voeden. Vooral hier, waar de bomen staan zijn het er veel. Deze plek wordt dan ook druk bezocht door merels. Die lusten wel een wormpje. Jonge plantjes trouwens ook. Vooral bloemkoolplantjes, fris en mals. Ik houd van de merels, maar je moet ze wel in de gaten houden. Of zorgen dat er eten is. Wormen, beestjes, bessen. Struiken, blad, een mesthoop. Dan hebben ze geen honger meer. Kunnen ze fluitend de boom in, met een volle maag. Maar nu is er niks te horen. Geen merel, geen winterkoning roert zich. Geen zaad wat opkomt, geen vogels om me te begroeten… Ik voel me leeg en heb de neiging om gelijk weer weg te gaan. Ik haal diep adem en weet. Hier moet het gebeuren. De plek waar mijn huis staat. Waar ik ben daar groeit het. Alles waar ik zoveel tijd en liefde heb ingestopt roept om mij. Vooral die kleine dingetjes waar leven in schijnt te zitten. Soms maar een millimeter groot. Ik kijk in de zaaitrays naast me. Is er echt geen eentje die op komt? Nee, niks.
Dan zie ik dat één tray wat droog is. Ik pak het kopje van de tafel en dompel hem onder in de grote wijnrode emmer, met water uit de sloot. Ik giet het water over de rulle grond in de potjes en hoop dat het zo goed is. Meer kan ik niet doen. Dan loop ik door dezelfde kier weer naar buiten en schuif de deur dicht. Een klodder gesmolten sneeuw valt vlak naast me neer, net niet op mijn hoofd. Ik glimlach.

.

En de wind die waait maar door, en door en door……..

.

NEDERLANDS:

ENGELS:

Only an ocean of patience fills our cup of knowledge to infinity, without becoming haughty. . . . . . . . . . . . Alowieke (1965)

I come home after being away a lot. I look at the seeds I sowed in my new green house.

.

.

Bloemkool, door bijen bestoven.

.

.

Vorige week vertelde ik een verhaal op een bijeenkomst over zaden en de toekomst. Ik heb beloofd dat ik dat verhaal hier zou publiceren, dus doe ik dat bij deze.

.

In het lage zonlicht kijkt boer Jan uit over zijn land. Het is het eind van een lange werkdag. Zijn twaalfjarige zoon staat naast hem. Op de lichtgroene bloemkoolbladeren ligt dauw. Ze zijn keurig naar binnen gevouwen en beschermen de roomwitte schat er binnenin ‘De kolen horen bij ons’ mijmert hij. ‘Het zijn net kinderen. Mijn pa kweekte het zaad uit het zaad van mijn grootvader en overgrootvader. Het verbindt ons met de generaties voor ons en met het land. Weet dat, jongen, dat we dit nooit vergeten. De schat die voor ons ligt wordt steeds zeldzamer.’ ‘Elk gebied had vroeger zijn eigen rassen. Overal waren boeren als wij, trots op hun eigen unieke zaad. Wij zijn de laatsten der Mohikanen’.
De boer is één van de weinigen die nog zaadvast kweekt. Zaad dat bestoven wordt door bijen en insecten. Zaad dat verbonden is aan de bodem waar het vandaan komt, of het nou klei is, veen of zand. Het is sterk en vol vruchtbare groeikracht.
‘Ze zijn wel iets kleiner dan die die uit hybride zaad komen,’ zegt boer Jan langzaam. ‘Maar wij zijn onafhankelijk en vrij! Wat er ook gebeurt, we kunnen er altijd op vertrouwen.’
‘Maar waarom nemen we dat andere zaad niet, als dat zoveel groter wordt?’ vraagt de jongen.
‘Die andere worden steeds opnieuw gekweekt uit dezelfde twee ouders. Hybride, noem je dat. De vader en moeder verschillen wel erg van elkaar. En het zaad dat daaruit komt is niet altijd vruchtbaar. Er zijn er die wel ontkiemen, maar dan is het een warrige boel. Ze zijn allemaal verschillend. De kool zelf heeft er weinig aan, en wij ook niet. Ik denk, laat de kool maar kiezen hoe hij zich aanpast. In vaste bodem weet hij dat vast en zeker beter dan wij. Het klimaat verandert sneller dan we dachten. Weet je nog hoe droog het was vorig jaar? Maar onze bloemkolen zijn sterk. Met ons zaad zijn wij goed voorbereid.’ De jongen glimlacht tevreden.

Hybride zaden geven grotere vruchten, knollen en kolen, en zijn vaker bestand gemaakt tegen ziektes. Maar op den duur is de fut eruit. Het mist een vaste bodem. Daarom is het belangrijk dat er altijd zaadvaste familieleden blijven. Planten die vruchtbaar zijn, en waar we altijd naar terug kunnen. En hoe mooi is het, dat voedsel, of het nou kolen, knollen of peren zijn, zo’n geschiedenis kent! Daarom is het belangrijk dat het blijft. Dat iedereen het weet, dat boer Jan er is en anderen zoals hij. Kijk of vraag ernaar, is het zaadvast of hybride wat je koopt? Wisseling van spijs doet groeien!

Met dank aan de Zaderij, vooral Marran: https://www.zaderij.nl/

In België te verkrijgen bij Velt: https://velt.nu/samenaankoop-biologische-zaden

Een kleine kern die zich voorbereidt (A small core preparing)

Bestaat de grond van ons bestaan niet uit voedsel? Het zijn de vele goede verhalen die zich hierover moeten verspreiden. Verhalen over smaak en veerkracht. Er moeten veel meer boeren en boerachtigen komen met hart voor zaad en bodem. En dat al die mensen kunnen en mogen uitwisselen. Voedsel en voedselsoervereiniteit.

.

Tekening Alowieke

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Do you want to hear the ENGLISH translation? Click on the button underneath.

Het polderlandschap trekt aan ons voorbij. Theo Boon, de directeur van Odin zit naast me aan het stuur. Hij is al bijna vijfenveertig jaar bezig met biologisch voedsel. Ik ben blij dat ik met hem mee terug kan rijden. Het is een goede dag geweest, en ik was erbij, als schrijver en verteller. Het was een studiedag over zaadvaste zaden. Dat zijn zaden die groeien door bestuiving van bijen en beestjes. Zaden die zelf ook weer zaad kunnen maken met jonkies die op hen lijken en die ook weer bestoven worden en jonkies maken. En.. zo.. voort.. Prachtig. Dan denk je misschien: Maar dat hoort toch zo?!? Ja, dat is de natuurlijke weg. Maar de zakelijke wereld van ons voedsel is heel anders. (Binnenkort vertel ik daar meer over, in een extra blog.)

Ik ben gevraagd hierover een verhaal te vertellen en dat heb ik gedaan vandaag. “Het was heel mooi hoor!” zegt Theo. “Je had alle aandacht, het was ineens muisstil. Ik dacht: Wat gebeurt hier?! Ik grijns. Dat het een succes was, kwam ook door de locatie en de bescheiden groep. De aula van de Warmonderhof is een mooie plek. Er is een gedempte akoestiek, dat is fijn. Het is een ruimte die niet rond is en ook niet vierkant. Het heeft een groot podium als een nis. Er zijn asymetrische hoeken en veel hout. Een hoog, diep oranje gordijn verspreidt een warme gloed door de zon die erachter schijnt. Je voelt je hier gekoesterd. Zo’n ruimte wil wel helpen, voor een goed verhaal. En een groep, net niet te groot om een korte voorstellingsronde te doen. Er waren medewerkers van Odin, van de Beersche hoeve die voor de winkels van Odin levert. Ook zag ik de mij bekende lui van de Zaderij, waar je biologische zaadvaste zaden kan bestellen. Er was een vrouw met een voedselmuseum, een door de wol geverfde journalist van een akkerbouwkrant, en meer bijzondere mensen.
De directeur van Odin woont vlakbij de plek waar ik zes jaar lang heb gewoond, op de Brabantse zandgrond. Ik zie het zo voor me; de stille laan met de majestueuze beuken. Het bos en de beek die erdoor stroomt. Het gefluit van mezen en vinken in de bomen. En dan de weide en die oude hoeve, als je de coulissen van het bos verlaat. Ik krijg bijna zin om terug te gaan.

“Hoe is het daar nu?” vraag ik hem “Het is al best droog hè? Stel je voor deze lente ook niet regent. Wat dan?” vraag ik. Theo kijkt bedenkelijk. “Ja het is nu al behoorlijk droog. Dat gaat dan heel moeilijk worden als het zo doorgaat. Voor de ontkieming hebben we toch echt vochtige grond nodig.” Ik kijk voor me uit en denk aan de sloten in Friesland, die altijd gevuld zijn met water. Aan andere plekken in Nederland die verbonden zijn met het IJsselmeer. Of plekken waar toevallig net wat meer regen valt dan in Brabant. In een flits gaat het door me heen. We zullen het niet redden in de toekomst, als we gedwongen worden om te blijven concurreren. Als boerderijen als de Beersche Hoeve alleen blijven staan. De klimaatverandering dwingt verandering af. We moeten samenwerken en de aarde gezond maken. Het is buigen of barsten. De biologische sector werkt aan verbetering van de bodem. Aan sterkere groenten en knollen. Een door bijen bestoven en zaadvaste biologische witlof kan vijf keer zoveel droogte aan als een gangbare, vertelde een jongen vandaag. Hij had het zelf onderzocht en was er trots op. Het zijn deze verhalen die zich moeten verspreiden. Er moeten veel meer boeren komen met hart voor het zaad en de bodem. Zaden moeten uitgewisseld kunnen worden.
Dit alles gaat door me heen, terwijl ik opzij kijk, naar de man naast me. Ik zeg hardop wat ik denk. “Het kan niet zo zijn dat eentje alles moet doen. Het telen van zaadvaste zaden moet overal gebeuren waar het kan. Het kan niet anders.” De man naast me knikt. Ook hij weet het. Al is het niet makkelijk, voor geen enkele boer. Er zijn steeds meer controles. Veel tijd gaat verloren aan het verkrijgen van certificaten. Op elk plantje moet “een sticker”. Patenten worden aangescherpt. Het gaat niet alleen meer om soorten, maar ook om eigenschappen. Stel je voor: Alle meisjes met blond haar zijn van mij! Dat kan toch niet? De mogelijkheid om te spelen met veranderingen wordt almaar verder ingeperkt. Het drijft menige boer tot wanhoop. De wereld is hard bezig zichzelf vast te werken terwijl de klimaatverandering steeds sneller gaat. Een grote golf komt aanrollen, maar we mogen onze surfplank niet gebruiken.
Toch ben ik niet somber. Ik denk aan de mensen die ik ontmoette, vandaag. Ik weet: Zij gaan door. Het is belangrijk elkaar te ontmoeten. Ik ben blij dat ik vandaag een bijdrage heb kunnen leveren. Het geeft hoop en inspiratie. Buiten wordt het schemerig. De weg gaat licht omhoog, we rijden de polder uit, Friesland in. Nog even, en dan ben ik thuis. Daar is Dick. Hij heeft de tafel al gedekt, met aardappels en spruiten van Odin. Hij wacht tot ik terug ben. Tenslotte, liefde gaat door de maag.

NEDERLANDS:

ENGELS:

Doesn't the basis of our existence consist of food? It is the many good stories that have to spread about this. Stories about taste and resilience. There must be many more farmers with a heart for seed and soil. And that all those people can and are allowed to exchange. I was at meeting about seeds and foodsoverngity and sit in the car, we are driving back, and I talk with the driver.


			
		

Alles kan veranderen (Everything can change)

.

.

Zal mijn nieuwe tuinkas ooit veranderen in een aquarium waar de vissen in en uit kunnen zwemmen? En wat doe ik dan? Ik kijk naar de spreeuwen en weet het antwoord.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Do you want to listen to the ENGLISH translation? Click on the button underneath.

De nieuwe kas staat naast mijn woonwagen. Van daaruit heb je een prachtig uitzicht op het weidse land. Graag werk ik er of sta achter het beschermende glas naar buiten te kijken. Zwermen vogels vliegen rond, vooral nu, in de winter. Scholeksters vliegen luid roepend over: Wieki, wieki, roepen ze. Ze roepen mij! Ze verdwijnen als een uitbundige troep in de verte. Ik kijk naar de smienten in en om de sloot. Ze blijven op veilige afstand van mij, als tweebenige. Ik kijk naar de even schuwe kramsvogels met hun kordate loopje. Vijf keer hippen en stil staan ze weer, om verder te pikken in de grond van de oude wei. Soms zou ik een meeuw willen zijn, in grote getale zie ik ze zweven in de lucht zonder hun vleugels te bewegen. Ze weten precies wanneer dat kan, en de thermiek hun vleugels perfect ondersteunt. Wat een feest moet dat zijn.
Het meest verbaas ik me over de spreeuwen. Een grote groep arriveert in de herfst en blijft de hele winter hangen. Als een ruisende wolk vliegt de zwerm op, om ergens anders weer neer te strijken. Soms met een voor mij duidelijke oorzaak, soms ook helemaal niet. Hele kleine signalen kunnen al een grote beweging inzetten. Zij zien meer dan ik, kennelijk. Hun hele wezen is ingesteld op meebewegen. We kunnen van ze leren, denk ik peinzend.

.

Beluister het geluid van tientallen vleugels tegelijk.

.


Ik vraag me af, hoelang zullen al deze dieren hier nog zijn? En wij? Het gras is groen, de klei van het laagland is de hele winter vochtig en zelfs in de heetste zomers is er water in de sloot. Maar toch is het net zoiets als leven op de vruchtbare bodem bij een vulkaan. Het heeft voordelen, maar ook risico’s. Dit laagland is straks het eerst aan de beurt. Het IPCC voorspelt dat aan het einde van de eeuw het water 5 meter hoger kan staan. Eerst was dat maar een meter. Het wordt steeds meer, het gaat steeds sneller dan gedacht..

Ik sta in de kas en kijk door het glas in de grenzeloze ruimte. Ik zal hier straks een paar meter onder water staan. Mijn kas wordt een aquarium, waar vissen in en uit kunnen zwemmen. De meeuwen zullen blijven zweven in de wijde wolkenlucht, maar de spreeuwen zijn verdwenen naar de nieuwe kustgrens. De spreeuwen van wie we zoveel kunnen leren.
Meebewegen, zegt de spreeuw. Ik doe het. Maar zonder te vliegen en te zwerven. Ik ben toegewijd aan dit land. Ik maak er wat moois van en zet alles in wat ik heb. Zorgvuldig werk ik door, dag na dag. Maar toch, ik weet dat het kan verdwijnen, zelfs binnen een paar decennia als we pech hebben. Misschien maak ik dat nog wel mee en wordt alles in een hoge vloed weggespoeld. Alles wat mijn handen maakten of lieten groeien zal verdwenen zijn. Of verhuist naar elders, via zaad of vogelpoep of door de wind. Ik weet het niet.
En wie ben ik nou eigenlijk? Als gewortelde nomade ben ik een meebeweger. Zodra ik er lucht van krijg dat er iets verandert, verken ik de nieuwe mogelijkheden. Ik zorg dat ik licht blijf en bescheiden. Dat mijn huis en agenda niet te vol raakt. Zo blijf ik alert en kan ik beter manoeuvreren. Net als de spreeuw. Dat is tot nog toe altijd in mijn eigen voordeel geweest. En het wordt steeds belangrijker. In tijden van verandering is lichtheid essentieel. Meebewegen betekent niet alleen overleven, maar ook onderdeel zijn van het leven zelf. Het is geen mystieke opoffering. Het is doodeenvoudig eigenbelang, waar de rest van de wereld ook nog eens bij gebaat is..

Ik kijk naar de spreeuwen in de wei. Een valk duikt in de fouragerende zwerm. Alle pikkende snavels schieten omhoog. Met het geluid van tientallen vleugels blazen ze de aftocht. De valk heeft het nakijken. Met open mond staar ik naar de verdwijnende spreeuwenwolk. In reageren en meebewegen staan zij nog altijd een heel eind voor op mij, lomp en onhandig mens. Nederigheid en respect is het enige antwoord. Al heb ik nog zo’n mooie kas gebouwd, het is maar een star ding. Alles kan veranderen. Zomaar.

.

.

.

.

NEDERLANDS:

ENGELS:

Will my new greenhouse ever turn into an aquarium, where fish can swim in and out? And what do I do when that happens? I watch the starlings and know the answer.

.