Een duppie voor vrede . . . (A penny for peace)

Mijn vriend en ik rusten naast een fontein.

.

.

Liever luisteren? Klik op de knop onderaan de tekst.

Do you like to read the ENGLISH translation? Click on the button underneath.

.

Ik ben altijd blij als het regenachtig weer is. Af en toe een bui, mooie wolkenluchten, niet te warm, het is dan zo heerlijk buiten! Het is vreemd dat er niet meer mensen van genieten. Dat vindt Chief Dadá ook. Hij is een van de opperhoofden die zijn leven waagt voor het Amazonewoud.Vorig jaar was hij in Nederland.

“Nederlander, ga naar buiten als het regent.”zegt hij. “Waarom ga je alleen naar buiten als de zon schijnt? Mensen die zich niet verbonden voelen met de natuur moeten beseffen dat ook zij schade berokkenen aan het klimaat en de teloorgang van de bossen. Het is om geld, dat er wordt gekapt. Geld, dat illegaliteit oproept. Geld zou geen prioriteit moeten zijn, geef juist meer liefde. Het leven komt eerste, en dat zit in de rivieren, in de bomen en in de aarde.” Dat is wat hij zei. Het zijn maar een paar zinnen. Om ze te doorleven is er meer nodig. Doorbreken van gewoontes.

Het is ook belangrijk om de elementen te voelen. De wind om je hoofd. Het gras onder de voeten. Soms word je nat, soms is het droog. Gisteren was ik in Zwolle, met mijn vriend Dick. We hebben elkaar daar ontmoet. De zon scheen.

Ik lig op het gras in een park, met Dick naast me. Een heel klein park is het, met een grote fontein in het midden van wel honderdvijftig jaar oud. Hij is opgedragen aan een burgemeester die kennelijk indruk heeft gemaakt. We liggen op onze rug en mijn vingers aaien de grassprietjes. We staren naar de toppen van de bomen in de wind en luisteren naar het geluid van stromend water. De grond is wat vochtig, mijn jas ligt uitgespreid onder me. Slaperig pak ik Dick zijn hand. Ik voel mijn voeten van het lange lopen, door de stad. Nu, zonder al die winkels met oneindig veel spullen om ons heen, voel ik me dichter bij. Dichter bij de aarde, dichter bij Dick en de stemmen die in de verte langs ons heen gaan. Het water in de fontein stroomt maar door. Stil liggen we te kijken en laten ons vermoeide lijf rusten op de altijd geduldige aarde. Dan geef ik hem een zoen en sta op. “Ik wil een wens doen bij de fontein,” zeg ik prompt en loop erheen. Dick volgt me. Ik haal mijn portemonnee uit mijn zak. “Je moet er geld in gooien en dan hardop wensen,” zeg ik. “Een wens voor iemand anders, niet alleen voor jezelf.” Dick diept als eerste een muntje uit zijn broekzak. Het valt als een dikke regendruppel in het bassin. “Wereldvrede,” zegt hij en dan is het even stil. ”Zou tien cent wel genoeg zijn voor wereldvrede?” vraagt hij aarzelend. Ik knik van ja en ondertussen pak ik de kleinste munt die heb. Geld is niet belangrijk. Het gaat om de intentie. Ik kijk naar de fontein. Het onderste bassin is het grootste. Daarboven zijn nog een paar kleinere. Het water stroomt van de één in de ander. Ik gooi mijn muntje in een van de bovenste, kleinere kommen. Met een harde tik raakt het de naam van de burgemeester die er boven staat. Dan ploept hij in het water en zinkt. “Ik wens dat alle inheemse mensen hun land terugkrijgen,” zeg ik vastbesloten. Dick knikt. “Dat gaat vast goed komen”.

Hand in hand lopen we het park uit. Nog even, voor de dag voorbij is en onze wegen scheiden. Morgen gaat het regenen. Zachte druppels op de aarde. Goed voor de paddestoelen en de schimmels. We lopen verder. Onze voeten maken een pad, met elke wens die we doen. Als sporen van funghi op vochtige aarde. Ver kunnen ze vliegen, die sporen, heel ver door de lucht. Alleen gedachten, die reiken verder. Gedachten aan de ander, aan hun wouden, hun thuis. Ik denk aan ze, met liefde.

(Beluister ook het liedje, door hieronder op de knop te drukken.)

.

Lees het artikel over Chief Dadá : https://www.vn.nl/chief-dada-amazonegebied/

.

.

.Verhaal:

Alleen het liedje, “Vredeslied van de maan”

.

A penny for peace

I am always happy when the weather is rainy. Occasionally a shower, beautiful cloudy skies, not too hot, it’s so wonderful outside! It’s strange that not many people enjoy it. Chief Dada thinks so too. He is one of the chiefs who risks his life for the Amazon forest. Last year he was in the Netherlands.

“Dutchman, go outside when it rains,” he says. Why do you only go out when the sun is shining? People who do not feel connected to nature should realize that they too are causing damage to the climate and the loss of forests. It is for money that it is cut down. Money that creates illegality. Money should not be a priority, give more love. Life comes first, and that is in the rivers, in the trees and in the earth.” That’s what he said, in just a few sentences. It takes more to live through them. Breaking habits.

It is also important to feel the elements. The wind around your head. The grass under your feet. Sometimes you get wet, sometimes it’s dry. Yesterday I was in Zwolle with my friend Dick. We met there. The sun was shining.

I’m lying on the grass in a park, with him next to me. It is a very small park, with a large fountain in the middle that is one hundred and fifty years old. It is dedicated to a mayor who has apparently made impression to the people. We lie on our backs and my fingers stroke the blades of grass. We stare at the tops of the trees in the wind and listen to the sound of running water. The ground is a bit damp, my coat is spread out beneath me. Sleepily I grab Dick’s hand. I feel my feet from the long walk through the city. Now, without all those shops with endless stuff around us, I feel closer. Closer to the earth, closer to Dick and the voices that pass us in the distance. The water in the fountain keeps flowing. We lie still and watch and let our weak bodies rest on the always patient earth. Then I kiss him and get up. “I want to make a wish at the fountain,” I say promptly and walk over. Dick follows me. I take my wallet out of my pocket. “You have to put money in and then wish out loud,” I say. “A wish for someone else, not just for yourself.” Dick is the first to dig a coin out of his pocket. It falls like a thick raindrop into the basin. “World peace,” he says and then there is a moment of silence. “Would ten cents be enough for world peace?” he asks hesitantly. I nod yes and meanwhile I take the smallest coin I have. Money is not important. It’s about the intention. I look at the fountain. The lower basin is the largest. Above that are a few smaller ones. The water flows from one to the other. I toss my coin into one of the upper, smaller bowls. With a loud tap it hits the mayor’s name above it. Then he plops into the water and sinks. “I wish all indigenous people to get their land back,” I say firmly. Dick nods. “I’m sure it will be fine”.

We walk out of the park hand in hand. It is just a little while, before the day is over and our ways part. It’s going to rain tomorrow. Gentle drops on the earth. Good for mushrooms and funghi. We walk on. Our feet make a path, with every wish we make. Like spores of funghi on moist soil. They can fly far, those spores, very far through the air. Only thoughts, they reach further. Thoughts of the other, of their forests, their home. I think of them with love.

Duikelend de vrijheid in

.

.

-kunstzwemmen-duikelend-de-vrijheid-in-kl-frm

.

.

Ik haal diep adem voor ik onder water duik. Ik tel tot acht terwijl ik met stevige slagen vooruit zwem. Ik weet dat de anderen hetzelfde doen. Dan duikel ik naar voren, tot ik met mijn buik omhoog lig en luister naar de muziek. Die is goed te horen onder water, door de speciale luidspreker, die eruit ziet als een kunststof plaatje. Ik blijf tellen. Als ik weer bij èèn ben gil ik hard. In het water draagt het geluid ver. Mijn medezwemsters kunnen me goed horen. Nu komt het balletbeen. Allemaal tegelijk steken we ons rechterbeen omhoog, de tenen komen net boven water uit, strak gestrekt. We spannen al onze spieren zodat we langzaam omhoog komen. Boven water belichten de theaterlampen acht meisjesbenen, die ver boven het water uit steken.

Als kind deed ik jarenlang aan kunstzwemmen. Dat is eigenlijk dansen in het water. Ik genoot ervan, om vrij als een dolfijn te zijn, en het gevoel te hebben dat ik kon vliegen. Als we even niks hoefden ging ik in mijn eentje en leefde me uit met allerlei capriolen die we helemaal niet hadden geleerd en die ook geen naam hadden. Maar ook synchroonzwemmen was heerlijk. De tijd bestond uit niks anders dan water, ritme, de muziek en wij.

Vandaag op deze stille herfstdag moet ik daar aan denken. Ik heb een dagje vrij genomen om eens rustig mijn gedachten te laten gaan, zonder iets te moeten en zonder te weten waar het toe zal leiden. En nu komt er dit in me op.

Soms denk ik, misschien ben ik wel niet alleen aan het werk. Misschien deel ik deze stille, o zo productieve tijd wel met anderen. Wellicht is dat wat ik doe onderdeel van iets groters, wat ik niet kan overzien. Dan zwemmen we met onze ogen dicht door het water, allemaal tegelijk als een groep dolfijnen. We hebben sterke getrainde lichamen, zodat we direct kunnen reageren op het signaal. Er zijn jongeren en ouderen, maar iedereen is er klaar voor en weet wat hij of zij moet doen. Vrije mensen, verbonden door het Onnoembare.

Van de week schoot dit lied me te binnen. Zomaar. Ik zong het voor het eerst toen ik achttien was, bij een protestmars, tussen duizenden anderen. Het lied voor de vrije geest.

.

Op een wagen van het slachthuis
stond een kalf met gebogen kop,
In de blauwe lucht daarboven
zocht een zwaluw de vrijheid op

refr.
En de aarde draait maar
met al haar ach en wee
En het windje waait maar
en voert de zwaluw mee
Donna donna donna, donna,
donna donna donna, don
donna donna donna donna,
donna donna donna don

Klaag niet zei de wagenvoerder
niemand dwingt jou een kalf te zijn
had je vleugels als een zwaluw
was je even vrij als hij

refr.

Kalf’ren worden vastgebonden
en in ’t abattoir geslacht
Leer dus als je vrij wilt blijven
zelf vliegen op eigen kracht

Refr.

..

VOETNOOT

Het laatste boek van de plank, van Judith Bark

voetnoot-judith-bark

.

Dit boek is tegelijk beklemmend doordat de vrouw letterlijk in een soort vissenkom zit, en tegelijkertijd lijkt het me ook een uitdaging. Ik vind het mooi hoe ze zich aanpast en bezig is met èèn ding.. elke dag overleven..maar daardoor heeft ook alles wat ze doet zin…

” Op zesentwintig april bleef mijn wekker stilstaan. Ik zat een overhemd te zomen toen het tikken ophield. eerst merkte ik het niet eens, dat wil zeggen, ik merkte alleen dat er iets was veranderd. Pas toen de kat haar oren spitste en haar kop naar het bed draaide, hoorde ik ook bewust de nieuwe stilte. De wekker was gestorven. Het was de wekker die ik in de hooggelegen jachthut op mijn tocht naar het aangrenzende dal had gevonden. Ik nam hem in mijn handen, schudde hem, hij zei nog een keer tik-tak en toen was het definitief met hem gedaan. Ik schroefde hem met de schaar open.Voor mij zag hij er heel gezond uit. Ik kon geen enkel mankement in zijn raderwerk ontdekken, er was niets kapot en toch wilde hij niet meer tikken. Ik wist meteen dat het me nooit zou lukken hem weer aan de praat te krijgen.Ik liet hem dus maar met rust en schroefde het deksel weer dicht. Het was drie uur s middags , kraaientijd, en dat wees hij vanaf dat moment aan. Ik weet niet waarom ik hem heb gehouden. Hij staat nog steeds naast m’n bed op drie uur.”

Ik vind dit een mooi stukje want hoewel er niet veel gebeurt, is het toch een moment van loslaten. Loslaten van tijd en van de manieren van vroeger toen de klok nog de regels maakte en de dag bepaalde..

.

.

.

OVER HET LIED

Donna donna, of Dana dana werd gecomponeerd door Sholom Secunda en Aaron Zeitlin ter gelegenheid van de theaterproduktie ‘Esterke’ in 1940-1941. Het is gezongen door vele artiesten en is in vele talen vertaald. Joan Baez is één van de bekendste vertolkers. Ook Donovan heeft het gezongen.

.

.

.

.

-kunstzwemmen-duikelend-de-vrijheid-in-kl-frm

 

Vrijkaartje voor de Aarde

Vrijkaartje Aarde

.

Het is half acht. Na een warme dag begint het af te koelen. Een lichte bries waait mijn wagen in. Ik zit op de bank en luister.  Mijn favoriete radioprogramma heet “Passaggio” op radio4. Het is al een tijdje bezig. De laatste tonen sterven weg, van een rustig, melancholiek stuk. Verder is het enige geluid dat van twee vinken, buiten. Ze zingen hun riedel, als een vraag en antwoordspel. Twee vliegen zigzaggen om me heen om dan zoemend te gaan seksen op het blote vel van mijn knie. Ik wuif ze weg en schuif de dunne katoen van mijn rok erover. Dan hoor ik Lex Bohlmeijer, de presentator. Hij zegt dat hij vrijkaartjes heeft. Een muzikale voorstelling is het, notabene op Fort Rijnauwen! Ik ken het. Het ligt aan dezelfde rivier als waar ik vroeger woonde.
Het stuk speelt zich af in de weelderige natuur rond het fort, vertelt hij. Het gaat over het einde van de wereld. “Wie wil er vrijkaartjes winnen?” vraagt Lex. Dan moeten we vandaag of morgen een kort verhaal opsturen. “Hoe kunnen we de aarde redden?” Dat is het thema. Morgen is de uitslag. Ik aarzel geen moment en klim in de pen. Drie kwartier later heb ik geen verhaal. Wel een gedicht.

Hoe redden we de aarde. (Sterk bewerkte versie)

.
Op de dag dat alles dor was
liep op straat een liefdespaar
omarmden levenloze stad
en gingen voort, al zingend
langs het uitgestorven pad

Bomen, heuvels, dode dorpen
elke plek een eigen vers
ze  liefden elkaar met het lied
en waar ze kwamen trilde het
ging doffe starheid snel teniet

Ze zagen alles wat ze zagen
dansend langs hun wonderpad
een kind een boom een land een naam
zelfs stenen werden langzaam levend en
de oude man voor ’t raam

Aarzelend kijkt hij nu op
verrassing in zijn blauwe blik
die kinderlijk hun canon echoot
alles kan en wil weer zingen
Op deze dag gaat niemand dood

.

De volgende dag luister ik in gespannen afwachting naar de radio. Lex wacht even met het laten horen van de uitkomst. Na een kwartier komt het. De vrijkaartjes gaan naar Marijke. Zij schreef: “Mijn kleindochter heeft al gezegd dat als ik win, zij met me meegaat. Is dat niet het redden van de aarde?” Lex ziet het graag. Grootmoeder met kleindochter samen op pad. Ik eigenlijk ook wel. Maar ik heb níet gewonnen. Jammer. Het was een leuk idee. Maar vrijkaartjes kreeg ik toch. Een kaartje voor de Aarde en eentje voor een bezoek aan de Tuinen der Fantasie. Zo kom je nog eens ergens…

Klik hier voor het beluisteren van het radiopramma op NPO4

.

Inspiratiebronnen.

Het gedicht is onder andere geïnspireerd door “De Droomtijd”, een mythe over het begin van het leven op aarde. Dit is waar de Australische Aborigionals in geloofden en leefden, lang voordat de westerse mens een voet aan land deed.  Ik las er over toen ik twintig was, nu dertig jaar geleden. Het boek dat zoveel indruk op me maakte heet “Gezongen Aarde”, geschreven door reisschrijver Bruce Chatwin.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Bruce_Chatwin

Ook heb ik gedacht aan het oneindige verhaal van Michaël Ende. De kracht van de fantasie werkt door al zijn boeken heen, en hoe belangrijk dat is voor een leefbare wereld.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Het_oneindige_verhaal

.
En dan is er Paul Biegel met  “De tuinen van Dorr.” Een sprookjesachtige vertelling over een hartelief en een stenen stad. Ik heb het vast al vijftien keer gelezen. Biegel hield van twee van zijn boeken het meest. Dit is er één van. Dat begrijp ik goed. Heerlijke taal, heerlijk verhaal.

De foto van het aboriginalkunstwerk heb ik gehaald van deze site: http://www.guidodevliegher.be